ECLI:NL:GHARL:2015:2739

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
16 april 2015
Publicatiedatum
16 april 2015
Zaaknummer
200.160.654
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de beslissing tot onthouding van de schone lei in schuldsaneringsregeling na volledige betaling van boedelachterstand

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 16 april 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de schuldsaneringsregeling van de appellant. De rechtbank had eerder vastgesteld dat de appellant toerekenbaar tekortgeschoten was in de nakoming van verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling, wat leidde tot het onthouden van de 'schone lei'. Het hof heeft deze beslissing vernietigd, omdat de appellant de boedelachterstand volledig heeft betaald. Het hof oordeelde dat de tekortkoming, gezien de bijzondere aard en geringe betekenis, buiten beschouwing moest blijven. De appellant had de volledige boedelachterstand van € 3.938,79 ingelopen, zoals bevestigd door de bewindvoerder, mevrouw M.C.C. Ording. Het hof achtte de verwijten van de rechtbank over schending van de informatieverplichting onvoldoende zwaarwegend, mede gezien de gezondheidsklachten van de appellant. Het hoger beroep slaagde, en het hof besloot dat de toerekenbare tekortkoming niet meer relevant was voor het onthouden van de schone lei. De uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland werd vernietigd en het hof deed opnieuw recht.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM -LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.160.654
(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, C/16/11/529 R)
arrest van de tweede kamer van 16 april 2015
inzake
[appellant],
wonende te [woonplaats],
appellant, hierna: [appellant],
advocaat: mr. T.P. Boer.

1.Het verloop van het geding in hoger beroep

1.1
Voor het verloop van het geding tot 5 februari 2015 verwijst het hof naar zijn
tussenarrest van die datum. In dat arrest is onder 1.2 abusievelijk vermeld dat de rechtbank de schuldsaneringsregeling ten aanzien van [appellant] tussentijds heeft beëindigd. De bestreden beslissing betreft een beslissing tot vaststelling van een toerekenbare tekortkoming door [appellant] in de nakoming van een of meer uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen zoals bedoeld in artikel 354 lid 1 Fw, waarbij aan [appellant] de zogenoemde ‘schone lei’ is onthouden.
1.2
In voormeld tussenarrest heeft het hof mr. Boer in de gelegenheid gesteld om uiterlijk
5 april 2015 aan het hof te laten weten of de in de schuldsaneringsregeling van [appellant] ontstane boedelachterstand volledig is betaald, onder overlegging van een bevestiging daarvan van de bewindvoerder, en iedere verdere beslissing aangehouden.
1.3
Het verdere verloop blijkt uit de brief van mr. Boer van 3 maart 2015 met een bijlage.

2.De motivering van de beslissing in hoger beroep

2.1
Uit de brief van mr. Boer van 3 maart 2015 volgt dat [appellant] de volledige boedelachterstand heeft ingelopen. In het e-mailbericht van 27 februari 2015, dat als bijlage bij eerdergenoemde brief van mr. Boer is gevoegd, heeft de bewindvoerder, mevrouw M.C.C. Ording, bevestigd dat op de boedelrekening van [appellant] een bedrag van € 3.938,79 is ontvangen, waarmee de boedelachterstand volledig is betaald.
2.2
Het hof is van oordeel dat [appellant] toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende informatie- en afdrachtverplichting. Nu [appellant] de tijdens de schuldsaneringsregeling ontstane boedelachterstand echter volledig heeft ingelopen en het hof het door de rechtbank aan [appellant] gemaakte verwijt van schending van de informatieverplichting – mede gelet op de in het tussenarrest onder 3.2 vermelde, door [appellant] voldoende aannemelijk gemaakte gezondheidsklachten van [appellant] – onvoldoende zwaarwegend acht om [appellant] de schone lei te onthouden, ziet het hof aanleiding om toepassing te geven aan het bepaalde in artikel 354 lid 2 Fw.
2.3
Het hoger beroep slaagt. Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en er zal als volgt worden beslist.

3.De beslissing

Het hof, recht doende in hoger beroep:
vernietigt het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, van 25 november 2014 en, opnieuw recht doende:
stelt vast dat [appellant] toerekenbaar is tekort geschoten in de nakoming van de uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen en bepaalt dat de toerekenbare tekortkoming, gezien haar bijzondere aard en geringe betekenis buiten beschouwing blijft.
Dit arrest is gewezen door mrs. A.S. Gratama, F.J.P. Lock en H.L. van der Beek, bij afwezigheid van de voorzitter ondertekend door mr. Lock en is op 16 april 2015 in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.