In deze zaak gaat het om de waardevaststelling van een vrijstaande woning in de gemeente Renkum, die door de heffingsambtenaar is vastgesteld op € 588.000 voor het kalenderjaar 2012, met als waardepeildatum 1 januari 2011. De belanghebbende, eigenaar van de woning, heeft bezwaar gemaakt tegen deze beschikking en is in beroep gegaan bij de rechtbank Gelderland, die zijn beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft de belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
Tijdens de zitting op 3 maart 2015 heeft de belanghebbende zijn bezwaren toegelicht, waaronder dat het taxatierapport niet door een onafhankelijke taxateur is opgesteld en dat er onvoldoende rekening is gehouden met inpandige gebreken en andere verkoopbelemmerende omstandigheden. De heffingsambtenaar heeft de vastgestelde waarde verdedigd met een taxatierapport van WOZ-taxateur [D], waarin de waarde op € 614.000 is getaxeerd. Het Hof heeft de argumenten van de belanghebbende gewogen en geconcludeerd dat de heffingsambtenaar aannemelijk heeft gemaakt dat de waarde niet te hoog is vastgesteld.
Het Hof heeft verder geoordeeld dat de belanghebbende niet voldoende bewijs heeft geleverd voor zijn claims over inpandige gebreken en dat zijn beroep op een eerder gesloten compromis niet kan slagen. De verzoeken om schadevergoeding en het oproepen van getuigen zijn eveneens afgewezen. Uiteindelijk heeft het Hof het hoger beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd.