Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
in haar eerste griefgesteld dat de rechtbank ten onrechte de door [belanghebbende] gedane erkenning van [kind 1] heeft vernietigd. In de toelichting op deze grief heeft de vrouw benadrukt dat het voor [verweerder] van het begin af aan helder is geweest dat hij geen rol in het leven van [kind 1] zou spelen inclusief een eventuele erkenning. [verweerder] weet vanaf 7 januari 2013 dat hij de verwekker is. Verder had hij er op bedacht moeten zijn dat de vrouw toestemming zou verlenen aan [belanghebbende] om [kind 1] te erkennen. [verweerder] was op de hoogte van de relatie tussen [belanghebbende] en de vrouw en van het feit dat zij een hecht gezin vormden. [verweerder] wist ook dat [belanghebbende] bij de geboorte is geweest en zorgtaken op zich nam alsook financieel bijdroeg in de kosten van het levensonderhoud van [kind 1]. Bovendien hebben de vrouw en [belanghebbende] ten opzichte van [verweerder] expliciet aangegeven dat [verweerder] niet de rol van vader in het leven van [kind 1] zou gaan vervullen. Er was maar één vader en dat was [belanghebbende]. [verweerder] was “ [A]”. Daarbij komt dat de vrouw nimmer ten opzichte van [verweerder] de indruk heeft gewekt dat zij openstond voor een erkenning door [verweerder] van [kind 1].
de eerste griefvan de vrouw heeft [verweerder] primair het volgende aangevoerd. Hij heeft omwille van de rust en om de relatie goed te houden voor een voorzichtige aanpak gekozen. Hij had het gevoel dat, als hij medio 2013 op zijn strepen zou gaan staan en een en ander zou forceren, het contact tussen [kind 1] en hem onmogelijk zou worden gemaakt. Hij wilde de vrouw de tijd geven om aan het idee te wennen zodat een en ander meer in harmonie zou kunnen verlopen. De vrouw zou op die manier in staat worden gesteld haar positie te bepalen. In diverse gesprekken heeft hij zijn wens om [kind 1] te erkennen aan de orde gesteld. De vrouw heeft dit niet betwist.
op de tweede griefvan de vrouw heeft [verweerder] aangevoerd dat de rechtbank op goede gronden vervangende toestemming aan hem heeft verleend om [kind 1] te erkennen.