Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[appellante],
[geïntimeerde],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het verloop van het geding in hoger beroep
- te vernietigen het vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Nederland, afdeling privaatrecht, locatie Leeuwarden d.d. 16 augustus 2013 (…);
- opnieuw rechtdoende de vordering van geïntimeerde, oorspronkelijk eiser, alsnog af te wijzen;
- geïntimeerde te veroordelen om binnen 3 dagen na betekening van het in deze te wijzen arrest, het reeds door appellante betaalde netto bedrag van EUR 19.200,=, terug te betalen;
- geïntimeerde te veroordelen in de kosten van beide instanties.”
geïntimeerde te veroordelen in de kosten van beide instanties.”
3.De feiten
19 april 2013 besloten u als statutair directeur te ontslaan (...). Dit ontslag als statutair directeur heeft tevens uw arbeidsrechtelijke ontslag als managing director tot gevolg.
4.Het geschil in eerste aanleg en de beslissing van de voorzieningenrechter
5.De beoordeling van de grieven
grief I in het incidentele appelkomt [geïntimeerde] hiertegen op. [geïntimeerde] voert aan dat [appellante] hem niet op staande voet heeft ontslagen en [appellante] dit ook heeft erkend op de wijze als is bedoeld in artikel 154 Rv. Hierdoor had de voorzieningenrechter niet mogen toetsen of van een ontslag op staande voet sprake is.
grief 1 in het principale appelkomt [appellante] tegen dit oordeel op.
grief 2 in het principale appeltegen deze beslissing op.
grief II in het incidenteel appelkomt [geïntimeerde] op tegen de matiging van de voorzieningenrechter van de gefixeerde schadevergoeding op grond van artikel 7:680 BW van € 61.015,68 bruto, zijnde 6 maanden salaris, naar € 40.000,- bruto. De voorzieningenrechter taxeert dat de bodemrechter op grond van de aan [geïntimeerde] te maken verwijtbare gedragingen de schadevergoeding tot dat bedrag zal matigen.