Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte],
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
1.
subsidiair
meer subsidiair
2.
subsidiair
3.
subsidiair
meer subsidiair
4.
subsidiair
Vrijspraak
1 primair en subsidiairbetreft stelt het hof voorop dat het geen geloof hecht aan de verklaringen van aangever voor zover daarin gesproken wordt van geweld of verbale dreigingen van de kant van verdachte en de medeverdachte.
het onder 1 meer subsidiair tenlastegelegdeevenmin bewezen. In het bijzonder is niet bewezen dat [aangever 1] door het gebruik van de vermelde oplichtingsmiddelen is bewogen tot het afsluiten van de telefoonabonnementen. Hij heeft zelf verklaard dat hij daartoe is gebracht door geweld of bedreiging met geweld, maar het hof acht het gebruik van die middelen niet bewezen. Ook uit de verklaringen van de verdachte kan het causaal verband tussen het afsluiten van de telefoonabonnementen en het gebruik van de in de tenlastelegging vermelde middelen niet worden afgeleid.
feit 2 primairbetreft stelt het hof vast dat de gang van zaken – kort gezegd – als volgt is geweest.
feit 3 primair en subsidiairbetreft stelt het hof vast dat aangeefster wisselend heeft verklaard over de gang van zaken. Het hof acht niet bewezen dat er sprake is geweest van geweld of bedreiging met geweld dan wel met andere feitelijkheden. Aangeefster had geld nodig. Zij heeft op basis van aanwijzingen van de verdachte en zijn medeverdachte op één dag, vergezeld van de verdachten dan wel één van hen, een tweetal telefoonabonnementen afgesloten en de telefoons aan hen gegeven. Zij heeft hier ook geld voor gekregen.
het meer subsidiair tenlastegelegdeevenmin bewezen. In het bijzonder is niet bewezen dat [aangever 3] door het gebruik van de vermelde oplichtingsmiddelen is bewogen tot het afsluiten van de telefoonabonnementen. Aangeefster heeft immers zelf verklaard niet in het verhaal te geloven dat al haar gegevens uit het systeem van de telefoonwinkel zouden worden gehaald.
feit 4 primairbetreft overweegt het hof dat aangever is ingegaan op het aanbod van verdachte om telefoonabonnementen af te sluiten en de daarbij verworven telefoons te verkopen. Aangever had geld nodig. Een viertal abonnementen is op één dag afgesloten, terwijl daarnaast ook nog enkele andere winkels zijn bezocht voor het afsluiten van telefoonabonnementen. Verdachte is niet mee naar binnen geweest. Aangever is gezegd dat ervoor zou worden gezorgd dat zijn naam uit het systeem van de provider zou worden gehaald. Aangever heeft voor zijn activiteiten geld ontvangen.
Bewijs en bewezenverklaring
2.
meerderetijdstippen in
of omstreeksde periode van 1 februari 2010 tot en met 18 maart 2010 te Deventer en
/ofte Apeldoorn,
in elke geval (telkens) in Nederland,tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen,(telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander
(en)wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/ofdoor een samenweefsel van verdichtsels, [aangever 2] heeft bewogen tot de afgifte van
meerdere, althans éénmobiele telefoon
(s
)en/of contract(en),
in elk geval van enig goed,en
/oftot het aangaan van een schuld, te weten het afsluiten van
meerdere, althans ééntelefoonabonnement
(en
),
(s)(telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
/of
(s)iemand kende(n) die het/de abonnement(en) uit het systeem zou halen en
/of
meerdere, althans één,mobiele telefoon
(s
)en/of contract(en) en
/ofhet afsluiten van
meerdere, althans één,telefoonabonnement(en),
4.
meerderetijdstippen op
of omstreeks27 januari 2011 te Apeldoorn,
in elk geval (telkens) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,(telkens) met het oogmerk om zich
en/of diens mededader(s) en/of (een) ander(en)wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/ofdoor een samenweefsel van verdichtsels, [aangever 4] heeft bewogen tot de afgifte van
meerdere, althans eenmobiele telefoon
(s
)en/of contract(en),
in elk geval van enig goed,en
/oftot het aangaan van een schuld, te weten het afsluiten van
meerdere, althans ééntelefoonabonnement(en
),
en/of diens mededader(s)(telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
/of
en/of diens mededader(s)ervoor zou
(den)zorgen dat [aangever 4] naam uit het systeem zou worden verwijderd zodat hij geen rekeningen zou krijgen en
/of
/of
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Vordering van de benadeelde partij [aangever 1]
Vordering van de benadeelde partij [aangever 2]
Vordering van de benadeelde partij [aangever 3]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) maanden.
2 (twee) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Vordering van de benadeelde partij [aangever 1]
Vordering van de benadeelde partij [aangever 2]
€ 1.284,10 (duizend tweehonderdvierentachtig euro en tien cent) bestaande uit € 1.159,10 (duizend honderdnegenenvijftig euro en tien cent) materiële schade en € 125,00 (honderdvijfentwintig euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 1.284,10 (duizend tweehonderdvierentachtig euro en tien cent) bestaande uit € 1.159,10 (duizend honderdnegenenvijftig euro en tien cent) materiële schade en € 125,00 (honderdvijfentwintig euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
22 (tweeëntwintig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.