Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"Ten aanzien van zaak A feit 1 primair
1. Een proces-verbaal met nummer PL1OFR 2011070022-1 van 24 juni 2011, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 1] (doorgenummerde pagina's 32 tot en met 40). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als verklaring van [betrokkene 1]:
Ik ben eigenaar van garagebedrijf [A] (het hof begrijpt: gelegen aan de [a-straat 1] te Alkmaar). Op 11 juni 2011 heb ik een auto verkocht aan een man, genaamd [verdachte], geboortedatum [geboortedatum] 1966. Het betreft een Mercedes Benz E280 CD1 met kenteken [AA-00-BB]. [verdachte] zou een bedrag van € 29.950,00 voor deze auto betalen. Hiervoor heeft [verdachte] ook een offerte getekend. [verdachte] heeft mij toegezegd dat hij het bedrag zo snel mogelijk via de bank zou overmaken. Dit is overigens tot op heden niet gebeurd. Ik heb de auto- en kentekenpapieren (behalve deel I) in goed vertrouwen meegegeven aan [verdachte]. Op 15 juni 2011 stond het geld nog steeds niet op onze rekening. Ik heb op 20 juni 2011 aangifte gedaan van diefstal of verduistering.
Op 22 juni 2011 werd ik gebeld door [betrokkene 2] van [B], gevestigd te Arkel. Ik hoorde [betrokkene 2] zeggen dat hij een Mercedes Benz had gekocht van [verdachte] (het hof begrijpt: de verdachte). Op 23 juni 2011 ben ik naar het bedrijf van [betrokkene 2] gereden. Ik heb de auto in de showroom zien staan.
(...)
3. De verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting in eerste aanleg van 30 november 2011. Deze verklaring houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Ik heb de Mercedes Benz van [betrokkene 1] gekocht. (...) U houdt mij de aangifte van [betrokkene 1] voor. Het bedrag klopt, ik heb de auto voor € 29.995,00 gekocht. [betrokkene 1] heeft deel I niet meegegeven. Ik zou het geld overmaken via internetbankieren.
Ten aanzien van zaak A feit 2
1. Een proces-verbaal met nummer PL820 2011666917-1 van 27 juni 2011, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 2] (doorgenummerde pagina's 44 tot en met 47). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als verklaring van [betrokkene 2]:
Op 21 juni kwam [verdachte] bij mijn autobedrijf [B] te Arkel, gemeente Giessenlanden. Hij bood mij een Mercedes E280 CDI voorzien van het kenteken [AA-00-BB] te koop aan. Ik wilde de auto wel van hem kopen. Hij had het overschrijvingsbewijs en de tenaamstelling van deze auto bij zich. Toen ik de auto wilde vrijwaren gaf de RDW aan dat het kentekenbewijs niet recent was. lk heb toen gebeld met de RDW en die zeiden dat het nieuwe kentekenbewijs net die dag op de post zou gaan. Op 22 juni 2011 heb ik € 14.300,00 overgemaakt op de ING rekening [001] t.n.v. [verdachte]. Ik zou nog € 2.000,00 contant betalen als ik de kentekenpapieren ging ophalen bij [verdachte]. Ik heb met hem afgesproken, nadat hij mij belde dat hij het kentekenbewijs binnen had, maar hij kwam niet opdagen. Ik kreeg daarna totaal geen contact meer met [verdachte].
2. Een geschrift, te weten een afschrift betaalrekening ING op naam van [verdachte] te Warmenhuizen van 15 juli 2011, rekeningnummer [001] (doorgenummerde pagina 96). Dit geschrift houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Geboekt op: 22 JUN
Omschrijving: spoedbetaling [B] Gorinchem restant aankoop Mercedes e 280 [AA-00-BB]
Code: OV
Af/bij: Bij
Bedrag: € 14.300,00"