Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in het principaal hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.De motivering van de beslissing
ECLI:NL:HR:2009:BG9906 (http://pi.rechtspraak.minjus.nl/)). Daartoe is voldoende dat de uitspraak vanaf een bepaalde, aan de verschenen partijen tevoren bekend gemaakte dag ter griffie in geschreven vorm aanwezig is en dat zowel de partijen als elke andere belanghebbende inzage in en afschrift van die beschikking kunnen verkrijgen (HR 1 november 1985, NJ 1986, 277). De bestreden beschikking is een authentieke akte waaraan ingevolge artikel 157 lid 1 Rv met betrekking tot de dag van de uitspraak tegenover een ieder dwingende bewijskracht toekomt. De rechter dient dan ook uit te gaan van de juistheid van de in de bestreden beschikking vermelde uitspraakdatum, behoudens tegenbewijs. Met het oog op de vereiste rechtszekerheid en hanteerbaarheid van het recht op het punt van het tijdstip waarop beroepstermijnen gaan lopen, moet aan dat tegenbewijs de eis worden gesteld dat daaruit ondubbelzinnig de onjuistheid blijkt van hetgeen de beschikking op het genoemde punt inhoudt (HR 9 juli 2010,
ECLI:NL:HR:2010:BM2337 (http://pi.rechtspraak.minjus.nl/)).
Ik zal proberen zo spoedig mogelijk een beslissing te nemen. In ieder geval voor 31 oktober a.s., dus uiterlijk 30 oktober 2013. Maar bij voorkeur nog eerder.” De moeder heeft verwezen naar de brief van haar toenmalige advocaat, mr. W.G. ten Brummelhuis, aan de Politie Twente van 7 november 2013 (productie 6 bij het beroepschrift), waarin mr. Ten Brummelhuis onder meer verklaart op 5 november 2013 tussen 14.00 uur en 15.00 uur contact te hebben opgenomen met mevrouw[...] van Bureau Kinderrechter van de rechtbank en dat mevrouw[...] haar toen heeft laten weten dat sprake zou zijn geweest van een mondelinge beslissing houdende machtiging tot uithuisplaatsing in een voorziening voor pleegzorg, maar dat deze beslissing nog niet op schrift was gezet. Op 30 oktober 2013 heeft de gezinsvoogd volgens haar verklaring ter mondelinge behandeling in hoger beroep meermalen telefonisch contact gezocht met de griffie van de rechtbank en gevraagd of de uitspraak al bekend was. Desgevraagd ter mondelinge behandeling in hoger beroep heeft de gezinsvoogd verklaard dat zij niet naar de beschikking heeft gevraagd maar naar de inhoud van de beslissing. Zij heeft – nadat zij nogmaals had gebeld teneinde duidelijkheid te verkrijgen over de aard van de plaatsing waartoe was beslist – vernomen dat de machtiging tot uithuisplaatsing van de kinderen was verlengd en dat de beslissing van de rechter betrekking had op een neutrale plaatsing en niet op een netwerkplaatsing. De gezinsvoogd heeft toegelicht dat het wel vaker gebeurt dat de beschikking er nog niet is en dat de stichting afgaat op de mondelinge mededeling van een griffiemedewerker bij een rechtbank. De gezinsvoogd had ook vóór 30 oktober 2013 al meermalen telefonisch contact met de griffie van de rechtbank gezocht, namelijk op 22 oktober en 23 oktober, en haar werd toen medegedeeld dat de beslissing van de kinderrechter nog niet bekend was, aldus de gezinsvoogd.