ECLI:NL:GHARL:2014:7437
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Schuldsanering en kinderalimentatie
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 23 september 2014, gaat het om een hoger beroep inzake de bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige [minderjarige 3] door de man, die onder de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) valt. De man, die in 1988 met de vrouw is gehuwd, heeft verzocht om de onderhoudsbijdrage te verlagen naar nihil, terwijl de vrouw in incidenteel appel verzoekt om verhoging van de bijdrage. De rechtbank Midden-Nederland had eerder de bijdrage vastgesteld op € 92,-- per maand, met een verhoging naar € 96,-- per maand per 24 november 2013. Het hof heeft vastgesteld dat er een relevante wijziging van omstandigheden heeft plaatsgevonden, waardoor een herbeoordeling van de draagkracht van de man noodzakelijk is. Het hof oordeelt dat de man, die in de WSNP zit, geen draagkracht heeft om een bijdrage te betalen, omdat het door de rechter-commissaris vastgestelde vrij te laten bedrag (VTLB) onder het bijstandsniveau ligt. Het hof verklaart de vrouw niet-ontvankelijk in haar zelfstandig verzoek in incidenteel appel en vernietigt de eerdere beschikking van de rechtbank, waarbij de bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige [minderjarige 3] met ingang van 25 juni 2013 op nihil wordt gesteld voor de duur van de WSNP. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen.