ECLI:NL:GHARL:2014:7022
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling na niet-ontvankelijkheid in eerste aanleg
In deze zaak hebben appellanten, [appellant] en [appellante], hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Overijssel, die hen niet-ontvankelijk had verklaard in hun verzoek om toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling. De rechtbank had geoordeeld dat appellanten niet tijdig de benodigde gegevens hadden overgelegd, ondanks dat zij daartoe in de gelegenheid waren gesteld. Het hof heeft het verzoek in hoger beroep ontvangen, verwijzend naar een arrest van de Hoge Raad waarin werd vastgesteld dat een niet-ontvankelijkheidsbeslissing kan worden aangemerkt als een afwijzing van het verzoek, waartegen hoger beroep openstaat.
Tijdens de mondelinge behandeling op 4 september 2014 hebben appellanten hun situatie toegelicht. Zij zijn gehuwd en hebben samen drie minderjarige kinderen. Hun schuldenlast bedraagt € 33.881,42, en hun gezamenlijke inkomen is gemiddeld € 850,- netto per maand, aangevuld met een bijstandsuitkering. Appellanten hebben aangevoerd dat hun schulden voornamelijk zijn ontstaan door een inkomensdaling en dat zij te goeder trouw zijn geweest in het ontstaan van hun schulden.
Het hof heeft echter geoordeeld dat appellanten onvoldoende aannemelijk hebben gemaakt dat zij ten aanzien van het ontstaan en onbetaald laten van hun schulden in de vijf jaar voorafgaand aan hun verzoek te goeder trouw zijn geweest. Ook is niet aangetoond dat zij in staat zijn om de verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling na te komen. Het hof heeft daarom het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verzoeken van appellanten om toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling afgewezen.