Uitspraak
Shalisun,
[geïntimeerde],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
3.De feiten
algemene bepalingen huurovereenkomst winkelruimte en andere bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:290 BW, zoals gedeponeerd bij de griffie van de rechtbank te Den Haag op 2 oktober 2012” (hierna: de algemene huurvoorwaarden) op de huurovereenkomst van toepassing verklaard. Shalisun heeft voor ontvangst van een eigen exemplaar van de algemene huurvoorwaarden getekend. In de algemene huurvoorwaarden zijn onder meer de volgende bepalingen opgenomen:
- op de bergzolder (circa 19m, asbestsoorten chrysotiel en crocidoliet)
- langs het raamkozijn van kamer 114 (circa 1m, asbestsoort chrysotiel)
- badkamerontluchting van kamer 112 (circa 0,5m, asbestsoorten chrysotiel en crocidoliet)
- badkamerontluchting van kamers 107, 108, 109 en 110 (circa 4 x 0,5m, asbestsoorten chrysotiel en crocidoliet)
- ontluchting toilet van kamer 204 (circa 0,3m, asbestsoorten chrysotiel en crocidoliet)
- ontluchting badkamer van kamers 205 en 208 (circa 2x 0,3m, asbestsoorten chrysotiel en crocidoliet).
- zolder (circa 0,5m², asbestsoort chrysotiel)
- ontluchtingsbuizen en restanten op de tweede verdieping, kamers 204, 205 en 206 (onbekende hoeveelheid, asbestsoorten chrysotiel en amosiet)
- vloerbeplating op de eerste verdieping (circa 125m², asbestsoorten chrystotiel en amosiet)
4.De beoordeling in eerste aanleg
- op straffe van een dwangsom te veroordelen na de asbestsanering de overige gebreken in het gehuurde te herstellen;
- te veroordelen tot betaling van een voorschot van € 50.000,00 wegens schadevergoeding;
- te veroordelen dat Shalisun totdat de gebreken genoegzaam zijn verholpen niet gehouden is de maandelijkse huurpenningen te voldoen;
- te veroordelen tot betaling van de proceskosten, de nakosten daaronder begrepen.
5.De beoordeling van de grieven
grief 10waarin zij tegen deze beslissing in hoger beroep is gekomen en haar daarmee samenhangende vordering in hoger beroep dat de reconventionele vordering van [geïntimeerde] in eerste aanleg alsnog dient te worden afgewezen.
HR 29 maart 1985, ECLI:NL:HR:1985:AG4992 (M’Barek vs Van der Vloodt), HR 8 juli 1992, ECLI:NL:HR:1992:0665 (AMC vs O), HR 14 april 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA5519 (HBS vs Danestyle), HR 28 mei 2004, ECLI:NL:HR:2004:AP0263 (Hiensch vs Bögels).
grief 1komt Shalisun op tegen het oordeel van de voorzieningenrechter over de reikwijdte van de koopovereenkomst. In de door Shalisun met [geïntimeerde] gesloten koopovereenkomst wordt de onderneming, bestaande uit de goodwill en de inventaris, verkocht. Tot het gekochte behoort niet het pand. Ter zitting heeft Shalisun verklaard, dat de aangetroffen asbest niet in de inventaris is aangetroffen, maar in het casco van het pand dat Shalisun van [geïntimeerde] heeft gehuurd. Hierdoor bevat de gekochte onderneming op zichzelf geen gebreken en beantwoordde de gekochte zaak aan de overeenkomst in de zin van artikel 7:17 BW.
grief 2op tegen het oordeel van de voorzieningenrechter dat de algemene huurvoorwaarden bij het totstandkomen van de huurovereenkomst ter hand zijn gesteld, zodat het beroep van Shalisun tot vernietiging van de artikelen 5.1., 11.3 en 13.5 van de algemene huurvoorwaarden wordt verworpen.
grieven 3 t/m 9 en 11lenen zich voor gezamenlijke behandeling. Shalisun heeft in eerste aanleg gevorderd dat [geïntimeerde] dient te worden veroordeeld tot verder asbestonderzoek en sanering van aangetroffen asbest. Voorts heeft [geïntimeerde] na sanering van het asbest de overige door Shalisun gestelde gebreken te herstellen en aan haar een voorschot op de schadevergoeding te betalen van € 50.000,00. Met de grieven 3 t/m 9 en 11 komt Shalisun tegen de afwijzende beslissing en de daaraan ten grondslag liggende overwegingen van de voorzieningenrechter op.