Uitspraak
[appellant],
[geïntimeerde],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
Het proces-verbaal dat van de zitting is gemaakt, bevindt zich bij de stukken. In het proces-verbaal is ten onrechte vermeld dat [appellant] eiser was in eerste aanleg en [geïntimeerde] gedaagde.
2.De feiten
[Y], [directievoerder Y] (hierna: [directievoerder Y]) van [geïntimeerde] het volgende bericht:
"Hierbij delen wij u mede dat [Y] (directievoerder) niet tevreden zijn over de geleverde natuurstenen van maandag 20 augustus 2012, deze levering bevat veel verschillende maatvoeringen.Hierdoor hebben de natuursteenstellers veel extra werk, maar het eind resultaat is nog niet wat we beoogd hebben.De opdrachtgever, de heer [appellant], zal de factuur voorlopig aanhouden tot nader order.Graag zouden we een afspraak met u willen inplannen op de bouwplaats om een en ander met u te bespreken."
€ 9.074,93 incl. btw gezonden ter zake van de opdracht van 25 mei 2012. [appellant] heeft deze factuur in twee termijnen voldaan, de eerste termijn van € 4.537,93 op 13 september 2012 en de tweede termijn van € 4.537,- op 5 november 2012. Op het bankafschrift van deze tweede betaling staat naast het factuurnummer ook de vermelding: "onder protest".
"Namens de opdrachtgever de heer [appellant] […] bevestig ik de opdracht aan u voor de levering van Chinese Hardsteen plinten tbv de bouw van de [tempel] te [plaats]. Ea conform uw kosten opgave [nummer] d.d. 12 september jl. Dit voor de prijs van € 10.288,59 ea conform uw standaard leveringsvoorwaarden."
3.Het geschil in eerste aanleg en de beslissing van de rechtbank
4.De grief
[geïntimeerde] in deze procedure betaling vordert, niet voldeed omdat er geen ankers waren bijgeleverd en kopkanten niet waren gezoet. [appellant] heeft de platen wegens het ontbreken van ankers laten lijmen en in dat verband € 790,- excl. btw aan kosten gemaakt. [appellant] heeft het zoeten van de kopkanten laten uitvoeren door[Z] die hem daarvoor een bedrag van € 1.000,- incl. btw in rekening heeft gebracht.
5.Bespreking van de grief
[geïntimeerde] heeft te gelden omdat [directievoerder Y] toentertijd de functie van Hoofd Verkoop vervulde. Verder heeft [appellant] ter comparitie onweersproken gesteld dat [directievoerder Y] zijn aanspreekpunt was bij [geïntimeerde]. [geïntimeerde] heeft haar stelling dat [directievoerder Y] niet bevoegd was (welke stelling het hof aanmerkt als een bevrijdend verweer), vervolgens niet nader onderbouwd, hoewel dat in het licht van de gemotiveerde betwisting door [appellant] en de in het geding gebrachte stukken - waaruit blijkt dat het [directievoerder Y] was namens [geïntimeerde] de offerte uitbracht aan [appellant] en de opdracht aan hem bevestigde (productie 1 bij dagvaarding in eerste aanleg en productie 1 bij de dagvaarding in hoger beroep) - wel op haar weg had gelegen. Nu [geïntimeerde] dat heeft nagelaten, gaat het hof aan haar stelling voorbij.
mr. M.M.A. Wind, die daartoe zitting zal houden in het paleis van justitie aan het Wilhelminaplein 1 te Leeuwarden en wel op een nader door deze vast te stellen dag en tijdstip;
beidepartijen, van hun advocaten en van de getuigen zal opgeven op
dinsdag 12 augustus 2014, waarna de raadsheer-commissaris dag en uur van het verhoor (ook indien voormelde opgave van een of meer van partijen ontbreekt) vaststelt;