Uitspraak
Overwegingen:
Beslissing
[naam terbeschikkinggestelde].
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 10 juli 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Gelderland van 18 april 2014, die de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde met een jaar had verlengd. De terbeschikkinggestelde had verzocht om beëindiging van de maatregel, omdat de verpleging van overheidswege in december 2013 voorwaardelijk was beëindigd. Het hof oordeelde dat een voorwaardelijke beëindiging zich niet leent voor terugwerkende kracht en dat de wetgever in artikel 509t van het Wetboek van Strafvordering vereist dat de voorwaardelijke beëindiging minimaal een jaar feitelijk heeft geduurd. Aangezien de beëindiging nog geen jaar had geduurd, stond dit in de weg aan de beëindiging van de maatregel. Het hof concludeerde dat er nog steeds sprake was van een stoornis en recidivegevaar, en dat er geen grond was voor beëindiging van de maatregel. Het verzoek van de terbeschikkinggestelde om een deskundige te horen werd afgewezen, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet was aangetoond. Het hof bevestigde de beslissing van de rechtbank en wees het verzoek tot beëindiging van de maatregel af.