Uitspraak
9 januari 2014
Overwegingen:
Beslissing
[naam terbeschikkinggestelde].
een jaar.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 9 januari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Limburg van 23 juli 2013, die de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde met een jaar had verlengd. Het hof oordeelt dat de verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege, waarbij niet voldaan is aan de verlengingsgrond van artikel 38d van het Wetboek van Strafrecht, een schending vormt van het in artikel 5 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens (EVRM) neergelegde verbod op willekeurige detentie. De terbeschikkinggestelde, die al negen jaar onder de maatregel valt, heeft in de afgelopen periode significante stappen gezet in zijn resocialisatie, waaronder het samenwonen met zijn vriendin en haar kinderen. Het hof heeft de relevante rapportages en adviezen van de reclassering en psychiaters in overweging genomen, waaruit blijkt dat het recidiverisico is afgenomen, maar dat de terbeschikkinggestelde nog niet volledig zelfstandig kan functioneren. De rechtbank had de verlenging van de terbeschikkingstelling niet zonder meer mogen toewijzen zonder te onderzoeken of deze verlenging in strijd zou zijn met de rechten van de terbeschikkinggestelde onder het EVRM. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank vernietigd en de terbeschikkingstelling met een jaar verlengd, waarbij het hof benadrukt dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de maatregel eist.