ECLI:NL:GHARL:2014:5354

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
3 juli 2014
Publicatiedatum
3 juli 2014
Zaaknummer
200.141.214
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van bewindvoerder en benoeming van nieuwe bewindvoerder met substantiële kostenbesparing

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 3 juli 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over het verzoek van [verzoeker] tot ontslag van de huidige bewindvoerder en benoeming van de Gelderse Stichting tot Beheer & Bewindvoering (GSBB) als nieuwe bewindvoerder. Het hof verwijst naar de beschikking van de kantonrechter van 8 november 2013, waarin de kantonrechter het verzoek van [verzoeker] om GSBB als bewindvoerder te benoemen had afgewezen. Het hof heeft vastgesteld dat er voldoende aannemelijk is gemaakt dat de benoeming van GSBB als bewindvoerder een substantiële kostenbesparing zal opleveren voor [verzoeker].

De procedure in hoger beroep begon met het indienen van het beroepschrift op 28 januari 2014, gevolgd door een mondelinge behandeling op 5 juni 2014. Tijdens deze behandeling is [verzoeker] verschenen, bijgestaan door zijn advocaat, en is ook mr. R.H. van de Beeten verschenen als executeur-testamentair van de nalatenschap van de vader van [verzoeker]. De huidige bewindvoerder, [verweerster], was ook aanwezig, vertegenwoordigd door M.B.E. Tijssen. Ondanks de oproep zijn [belanghebbende] en GSBB niet verschenen.

Het hof heeft de feiten vastgesteld, waaronder de benoeming van de huidige bewindvoerder in 2009 en het verzoek van [verzoeker] om GSBB te benoemen in 2013. Het hof heeft de relevante artikelen van het Burgerlijk Wetboek (BW) in overweging genomen, die de basis vormen voor het instellen en ontslaan van bewindvoerders. Het hof concludeert dat, hoewel de huidige bewindvoerder haar taken naar behoren uitvoert, er gewichtige redenen zijn om haar te ontslaan en GSBB te benoemen, vooral gezien de aanzienlijke kostenbesparing die dit met zich meebrengt.

Het hof heeft de beschikking van de kantonrechter vernietigd en de huidige bewindvoerder ontslagen, met ingang van 3 september 2014, en GSBB benoemd als nieuwe bewindvoerder. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het hof heeft het meer of anders verzochte afgewezen.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.141.214
(zaaknummers rechtbank Gelderland, sector kanton, zittingsplaats Zutphen, 2279131 en 2279097)
beschikking van de familiekamer van 3 juli 2014
inzake
[verzoeker],
wonende te [woonplaats],
verzoeker in hoger beroep, verder te noemen: [verzoeker],
advocaat: mr. N.J. Rijken te Zevenaar,
en
[verweerster],
werkzaam bij Tijssen sociaal-juridisch, bemiddelings- & adviesbureau,
gevestigd te [vestigingsplaats],
verweerster in hoger beroep, verder te noemen: de bewindvoerder.
Als overige belanghebbenden zijn aangemerkt:
[belanghebbende],
wonende te [woonplaats],
verder te noemen: [belanghebbende],
en
de Gelderse Stichting tot Beheer & Bewindvoering ter bescherming van meerderjarigen,
gevestigd te Arnhem,
verder te noemen: GSBB.

1.Het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de kantonrechter (rechtbank Gelderland, sector kanton, zittingsplaats Zutphen) van 8 november 2013, uitgesproken onder voormeld zaaknummer.

2.Het geding in hoger beroep

2.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het beroepschrift, ingekomen op 28 januari 2014.
2.2
De mondelinge behandeling heeft op 5 juni 2014 plaatsgevonden. [verzoeker] is in persoon verschenen, bijgestaan door zijn advocaat. Voorts is verschenen mr. R.H. van de Beeten, verder te noemen: Van de Beeten, in zijn hoedanigheid van executeur-testamentair van de nalatenschap van de vader van [verzoeker] en [belanghebbende], alsmede in zijn hoedanigheid van testamentair bewindvoerder over de door [verzoeker] en [belanghebbende] verkregen goederen uit die nalatenschap. Namens de bewindvoerder is M.B.E. Tijssen verschenen. [belanghebbende] en GSBB zijn, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.

3.De vaststaande feiten

3.1
[verzoeker] is geboren op [geboortedatum] 1980.
3.2
Bij beschikking van 9 juli 2009 heeft de kantonrechter een bewind uitgesproken over alle gelden en goederen van [verzoeker], en de bewindvoerder benoemd tot zijn bewindvoerder.
3.3
Bij verzoekschrift, ingekomen bij de kantonrechter op 19 augustus 2013, heeft [verzoeker] verzocht GSBB te benoemen tot zijn bewindvoerder. [belanghebbende] heeft in datzelfde verzoekschrift verzocht een bewind in te stellen over al zijn gelden en goederen, met benoeming van GSBB tot bewindvoerder.
3.4
Bij de bestreden beschikking heeft de kantonrechter een bewind ingesteld over alle gelden en goederen van [belanghebbende], GSBB benoemd tot bewindvoerder van [belanghebbende] en het verzoek van [verzoeker] om de bewindvoerder te ontslaan als bewindvoerder en GSBB te benoemen tot zijn bewindvoerder, afgewezen.

4.De omvang van het geschil

4.1
In geschil is het verzoek tot ontslag van de bewindvoerder en benoeming van GSBB tot bewindvoerder over de goederen van [verzoeker].
4.2
[verzoeker] is met drie grieven in hoger beroep gekomen tegen de bestreden beschikking. [verzoeker] verzoekt het hof de bestreden beschikking te vernietigen, de bewindvoerder te ontslaan als bewindvoerder en te vervangen door GSBB.

5.De motivering van de beslissing

5.1
Op grond van artikel 1:431 lid 1 Burgerlijk Wetboek (BW), zoals deze bepaling geldt sinds 1 januari 2014, kan de kantonrechter, indien een meerderjarige als gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke toestand dan wel verkwisting of het hebben van problematische schulden tijdelijk of duurzaam niet in staat is ten volle zijn vermogensrechtelijke belangen behoorlijk waar te nemen, een bewind instellen over één of meer van de goederen die hem als rechthebbende toebehoren of zullen toebehoren. Op grond van artikel 1:435 lid 3 BW volgt de rechter bij de benoeming van de bewindvoerder de uitdrukkelijke voorkeur van de rechthebbende, tenzij gegronde redenen zich tegen zodanige benoeming verzetten.
5.2
Ingevolge artikel 1:448 lid 2 BW, zoals deze bepaling geldt sinds 1 januari 2014, kan de bewindvoerder worden ontslagen hetzij op eigen verzoek, hetzij wegens gewichtige redenen of omdat hij niet meer voldoet aan de eisen om bewindvoerder te kunnen worden, zulks op verzoek van de medebewindvoerder of degene die gerechtigd is onderbewindstelling te verzoeken als bedoeld in artikel 1:432 leden 1 en 2 BW, dan wel ambtshalve.
5.3
Hoewel de bewindvoerder haar taken naar behoren uitvoert, acht het hof in dit geval een gewichtige reden aanwezig om tot ontslag van de bewindvoerder en tot benoeming van GSBB als bewindvoerder van [verzoeker] over te gaan. Het hof overweegt daartoe als volgt. Sinds het overlijden van de vader van [verzoeker] (medio 2013) is Van de Beeten werkzaam als executeur-testamentair van de nalatenschap van de vader. Van de Beeten declareert op basis van een uurtarief van € 265,- ten laste van de nalatenschap. Van de Beeten heeft ter mondelinge behandeling bij dit hof verklaard dat hij sinds het overlijden van de vader (op jaarbasis) 5 à 10 uur besteedt aan werkzaamheden tot beheer van de nalatenschap. Hij verwacht echter dat de tijd die hij de komende jaren aan het beheer van de nalatenschap zal besteden zal toenemen vanaf het moment dat het vermogen uit deze nalatenschap voor beide broers in beleggingsportefeuilles zal worden belegd. Van de Beeten schat dat na verkoop van de woning van de vader zowel voor [verzoeker] als voor [belanghebbende] een vermogen van tussen de € 100.000,- en € 250.000,- te beheren zal zijn. In deze schatting is, aldus Van de Beeten, een ruime marge aangehouden vanwege de nog niet bekende uitkomst van een lopende schadevergoedingsprocedure. De kosten van het beheer van het onder het testamentair bewind vallende vermogen kunnen volgens Van de Beeten naar schatting met een derde afnemen indien het beschermingsbewind voor [verzoeker] en [belanghebbende] door eenzelfde bewindvoerder zou worden uitgevoerd. Ook indien bij GSBB twee afzonderlijke behandelaars voor [verzoeker] respectievelijk [belanghebbende] werkzaam zouden zijn, dan nog zou er, aldus de advocaat van [verzoeker], een aanzienlijke kostenbesparing zijn. Indien Van de Beeten bij het beheer van het vermogen met twee behandelaars van twee verschillende bewindvoerderskantoren over beslissingen aangaande dat vermogen zou moeten spreken, dan zou hem dat meer tijd kosten dan wanneer hij met één kantoor zou samenwerken. Het hof acht hiermee voldoende aannemelijk gemaakt dat benoeming van GSBB als bewindvoerder voor [verzoeker] een substantiële kostenbesparing zal betekenen, ook indien met eventuele intakekosten van GSBB rekening wordt gehouden. Deze kostenbesparing vormt naar het oordeel van het hof een voldoende gewichtige reden om het verzoek van [verzoeker] alsnog in te willigen. Het hof heeft geen aanleiding te twijfelen aan de geschiktheid van GSBB als beschermingsbewindvoerder over de goederen van [verzoeker] of aan het voldoende dagelijks bereikbaar zijn van GSBB voor [verzoeker] (dagelijks van 8 tot 12 uur, aldus de verklaring van de bewindvoerder tijdens de mondelinge behandeling in eerste aanleg). Het enkele feit dat GSBB reeds de beschermingsbewindvoerder over de goederen van [belanghebbende] is, maakt niet dat de privacy van [verzoeker] en [belanghebbende] in het gedrang komt. Omdat hun goederen niet onder eenzelfde beschermingsbewind vallen, mag worden verwacht dat GSBB de dossiers gescheiden zal behandelen. Overigens zien [verzoeker] en [belanghebbende] op het punt van de privacy kennelijk zelf ook geen problemen. GSBB heeft zich bereid verklaard het beschermingsbewind over de goederen van [verzoeker] over te nemen.
5.4
Gelet op het hiervoor overwogene zal het hof de bestreden beschikking vernietigen en de bewindvoerder ontslaan. Teneinde de overdracht van het beschermingsbewind adequaat te laten verlopen, zal het hof de vervanging van de bewindvoerder pas laten ingaan op 3 september 2014.

6.De beslissing

Het hof, beschikkende in hoger beroep:
vernietigt de beschikking van de rechtbank Gelderland, sector kanton, zittingsplaats Zutphen, van 8 november 2013, voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen, en in zoverre opnieuw beschikkende:
ontslaat [verweerster] als bewindvoerder over de goederen van [verzoeker] met ingang van 3 september 2014;
benoemt tot bewindvoerder over de goederen van [verzoeker] met ingang van 3 september 2014 de Gelderse Stichting tot Beheer & Bewindvoering ter bescherming van meerderjarigen, Postbus 60118, 6800 JC Arnhem;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mrs. H.L. van der Beek, P.M.M. Mostermans en A.L.H. Ernes, bijgestaan door mr. J.M. van Gastel-Goudswaard als griffier, en is op 3 juli 2014 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.