Uitspraak
[appellante],
[geïntimeerde],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
en bedrijfsbegeleiding)
voortvloeiende werkzaamheden welke vallen in het werkingsgebied van [de vof 1] BV en de aan haar gelieerde bedrijven, alles in de ruimste zin des woords, zullen worden aangeboden aan [de vof 1] BV en de aan haar gelieerde bedrijven tegen de condities als elders in deze overeenkomst genoemd.
bereikte mij jouw verzoek om incasso activiteiten te mogen opstarten en/of begeleiden. Middels deze brief deel ik je mee dat hiervan geen sprake kan zijn. Wij kwamen contractueel overeen dat je vanaf 30-06-2009 je nog uitsluitend bezig zou houden met bedrijfsbegeleiding en mediationtrajecten (...).
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De beoordeling van de grieven
grieven III en IVbespreken. In de toelichting op die grieven wordt het volgende aangevoerd. [vennoot 3] heeft feitelijk en juridisch willen bewerkstelligen met zijn uittreden als aandeelhouder uit [appellante] (akte 16 december 2010) dat hij vanaf januari 2011 in ieder geval als aandeelhouder van [appellante] niet meer zou kunnen worden aangesproken op al dan niet in strijd met het afwikkelingsvoorstel te voeren activiteiten. [vennoot 3] is er daarbij van uitgegaan dat na diens uittreden als aandeelhouder mogelijk hem nadien te verwijten gedragingen niet tot gevolg zouden kunnen hebben dat [appellante], respectievelijk [vennoot 1] door zijn ([vennoot 3]) gedragingen nadelig zouden kunnen worden getroffen. [appellante] voegt daar nog aan toe dat de rechtbank is uitgegaan van een onjuiste gedachte dat [vennoot 3] de oprichter was van de onderneming, dat was [vennoot 1]. [vennoot 1] nam, indirect, voor 35% deel in “[bureau X]”. [vennoot 3] nam, indirect, voor 15% deel in het kapitaal van “[bureau X]”, aldus [appellante].
LJN: AZ3178).
Koopprijs" is opgenomen, dat de koopprijs voor de aandelen ad € 250.000,- is voldaan, waarbij het bedrag van de koopprijs is teruggeleend aan de koper. Er is daarmee sprake van een reguliere overeenkomst van geldlening. In het afwikkelingsvoorstel was duidelijk een relatie gelegd tussen de betaling van de koopsom in delen en de schending van de in het afwikkelingsvoorstel opgenomen verboden. In de akte van levering van aandelen van 14 januari 2010 is echter opgenomen dat de volledige koopsom is voldaan, waarmee de facto, maar ook in juridische zin het afwikkelingsvoorstel, indien het gaat om de daarin opgenomen verboden, niet meer jegens [appellante] kan worden Ingeroepen. De bedingen zijn met de betaling komen te vervallen.