ECLI:NL:GHARL:2014:508
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de verplichting tot zekerheidstelling in civiele procedures met internationale elementen
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 28 januari 2014, gaat het om een incident betreffende de verplichting tot zekerheidstelling in een hoger beroep. De appellante, een Duitse rechtspersoon, heeft hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Arnhem. De geïntimeerde heeft in het incident gevorderd dat de appellante zekerheid zou stellen voor de proceskosten, omdat zij geen woonplaats in Nederland heeft. De appellante heeft zich verweerd met een beroep op artikel 224 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, dat stelt dat geen verplichting tot zekerheidstelling bestaat indien dit voortvloeit uit een verdrag of EG-verordening. Het hof heeft vastgesteld dat zowel Nederland als Duitsland partij zijn bij het relevante verdrag, waardoor de appellante niet verplicht is om zekerheid te stellen. Het hof heeft de vordering van de geïntimeerde tot zekerheidstelling afgewezen en de beslissing over de proceskosten aangehouden tot het eindarrest in de hoofdzaak. De hoofdzaak is verwezen naar de rol voor memorie van antwoord, waarbij het hof verdere beslissingen aanhoudt.