ECLI:NL:GHARL:2014:4495
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ontheffing van het gezag over een minderjarige in het kader van een hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 24 april 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontheffing van het gezag van de moeder over haar dochter, geboren in 2010. De moeder had in hoger beroep de beschikking van de rechtbank Overijssel aangevochten, waarin zij op 24 april 2013 was ontheven van het gezag over haar kind. De moeder verzocht het hof om de beschikking te vernietigen en het gezag te behouden. De Raad voor de Kinderbescherming had echter verzocht om de ontheffing van het gezag, wat de rechtbank had toegewezen. De moeder stelde dat haar situatie verbeterd was en dat zij in staat was om voor haar kind te zorgen, maar het hof oordeelde dat de gronden voor de ontheffing nog steeds aanwezig waren. Het hof benadrukte dat het belang van het kind voorop staat en dat stabiliteit en continuïteit in de opvoedingssituatie essentieel zijn. De moeder erkende dat zij op dat moment nog ongeschikt was om de zorg voor haar kind op zich te nemen. Het hof concludeerde dat er geen reëel perspectief was op terugkeer van het kind naar de ouders en dat de ontheffing van het gezag in het belang van het kind was. De beschikking van de rechtbank werd bekrachtigd.