Uitspraak
de gemeente,
Virol,
[A],
Virol,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.Ten aanzien van de feiten
3.De vordering en de beoordeling in eerste aanleg
4.De beoordeling van de grieven
grief I (dan wel 1) in principaal appel,dat de gemeente alleen gehouden is tot
inzamelingvan afval en dat er slechts sprake is van een zorgplicht voor het ingezamelde afval voor zover dat anders tot het ontstaan van een afvalberg leidt, en dat alle andere handelingen met betrekking tot afval niet tot de gemeentelijke verantwoordelijkheid en het gemeentelijke takenpakket behoren. Ook het vervoer en het verwerken van afval is een gemeentelijke taak.
grief II in principaal appelzijdens de gemeente waarin wordt betoogd dat oud papier geen afval is omdat het geschikt is voor hergebruik en verhandelbaar is zonder dat de gemeente dat behoeft te verwerken, treft geen doel. Het hof overweegt daartoe dat de Wet milieubeheer op het punt wat afval is en tot welk moment iets afval is, een Europeesrechtelijke connotatie heeft en richtlijnconform dient te worden uitgelegd aan de hand van toepasselijke Richtlijn 2008/98/EG inzake afvalstoffen. Artikel 3 aanhef en onder 1 van die Richtlijn bepaalt dat een afvalstof elke stof of elk voorwerp is waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen. Voorts poogt deze richtlijn in artikel 6 ook aan te geven wanneer een bepaalde stof niet langer een afvalstof is (einde-afval fase). Dit artikel luidt:
a) de stof of het voorwerp wordt gebruikelijk toegepast voor specifieke doelen;
LJNAL2947,
AB2000/311 (ARCO) heeft het Hof van Justitie de 'einde-afval fase' omschreven als het moment waarop de nuttige toepassing is voltooid en waardoor de betrokken stof dezelfde eigenschappen en kenmerken als een grondstof heeft verkregen (par. 94). In zijn uitspraak van 19 juni 2003, HvJ EG 19 juni 2003, zaak C-444/00,
LJNAM0820 (Mayer Parry), heeft het Hof van Justitie overwogen dat bij omvorming van afval tot een nieuw materiaal of een nieuw product, met eigenschappen die vergelijkbaar zijn met die van het materiaal waar zij uit voortkomen, dit resultaat van de omvorming niet langer als afval kan worden gekwalificeerd (par. 75).
Opmaat2013, 453), zodat voor oud papier het hiervoor weergegeven Mayer Parry criterium geldt, zodat het einde afval stadium eerst is bereikt nadat uit oud papier nieuw papier is gemaakt (vgl. ook HR 3 december 2013, ECLI:NL:HR:2013:1571).
Grief IIIzijdens de gemeente is dan ook tevergeefs voorgedragen. Het daarin vervatte bewijsaanbod dat de gemeente wenst te bewijzen dat ondanks de niet bekend gemaakte korting op de hoogste bontprijs er toch sprake is van een marktconforme prijs, mist dan ook relevantie, zodat het hof daaraan voorbij gaat. Dat [A] een tegenprestatie ontvangt – namelijk het oud papier dat een zekere waarde vertegenwoordigt – is verder niet in geschil. Dat de gemeente mogelijk niet de maximaal haalbare prijs voor het oud papier ontvangt - anders gezegd mogelijk teveel betaalt voor het vervoer en de verwerking van deze afvalstroom – is nu juist de kern van het aanbestedingsrechtelijke debat. De parallelle
grieven 4 en 5 zijdens [A]delen in dit lot.
grieven 2 en 3zijdens [A] terecht voorgedragen, doch dat baat haar slechts indien niet op andere gronden sprake is van een aanbestedingsplichtige opdracht.
Grief IVzijdens de gemeente treft geen doel. Het ongespecificeerde bewijsaanbod dat niet is voldaan aan het schriftelijkheidsvereiste wordt door het hof gepasseerd al was het maar dat het hier gaat om een juridische kwalificatie die zich niet leent voor getuigenbewijs, terwijl het hof totaal geen termen aanwezig acht om op dit punt, zoals door de gemeente is voorgesteld, een deskundigenbericht in te winnen. De parallelle
grief 6 van [A]treft eenzelfde lot.
grieven V zijdens de gemeente en 7 zijdens [A]treffen geen doel.
grief 1 in incidenteel appelkeert Virol zich terecht tegen de afwijzing van de rechtbank van de gevraagde verklaring voor recht. De rechtbank heeft ten onrechte geoordeeld dat de overeenkomst van 30 september 2011 niet het resultaat is van een gunningsbeslissing.
grieven V (restant) en VI zijdens de gemeente, 8 zijdens [A] en 2 zijdens Virolkeren zich alle tegen het dictum en de proceskostenveroordeling. Zij zijn alle in zoverre terecht voorgesteld dat het hof tot een enigszins ander dictum komt dan de rechtbank.
grief V zijdens de gemeente.