Uitspraak
F&V,
[geïntimeerde],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
: "(…)Voor het voortbestaan van de BV[toevoeging hof: F&V]
is het absoluut noodzakelijk dat er op korte termijn een bestuursvergadering komt waarin beslissingen moeten worden genomen. U kunt dit niet langer voor u uitschuiven. Doet u dat wel, dan loopt u het risico dat u door een curator of schuldeiser persoonlijk aansprakelijk wordt gesteld voor de schulden van de BV. Net als mijn cliënt bent u bestuurder van de BV en dient u zich ook actief met het beleid te bemoeien in plaats van zulks alleen aan cliënt over te laten. (…)"
: "(…) Van wezenlijk belang is namelijk dat de heer [geïntimeerde], gelet op de regelmatige voorvallen en gebeurtenissen uit het verleden, van mening is dat een verdere samenwerking tussen hem en de heer [A] binnen F&V Shipping BV zinloos is. Dit is dan ook de reden dat hij bereid is zijn aandelen aan te bieden aan de mede-aandeelhouder van F&V Shipping BV,
€ 12.469,79 kent en dat de pro resto hoofdsom van de lening € 77.948,78 bedraagt, waarmee de totale vordering van de bank op F&V op
"(…)Via deze weg wordt uw cliënt gesommeerd om binnen 3 werkdagen om niet zijn aandelen in F&V Shipping BV in te leveren en ontslag te nemen als bestuurder van voornoemde BV. (…)"
4.De beoordeling
grief VIkomt F&V op tegen het oordeel van de rechtbank dat er geen sprake was van onbehoorlijke taakvervulling door [geïntimeerde]. F&V baseert haar vordering tot aansprakelijkheid van [geïntimeerde] als bestuurder van F&V achtereenvolgens op onbehoorlijke taakvervulling (artikel 2:9 BW) en op onrechtmatige daad (artikel 6:162 BW) c.q. wanprestatie.
"(…) de wijze waarop een redelijk bekwame en redelijk handelende functionaris die taak in de gegeven omstandigheden had behoren te vervullen."Indien de bestuurder zozeer in een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak is tekortgeschoten dat hem daarvan een "ernstig verwijt" kan worden gemaakt is hij jegens de rechtspersoon aansprakelijk voor de schade die zij als gevolg van de tekortkoming lijdt. Bij de beantwoording van die vraag dienen - aldus de Hoge Raad - alle omstandigheden van het geval worden betrokken, waaronder (i) de aard van de door de rechtspersoon uitgeoefende activiteiten, (ii) de in het algemeen daaruit voortvloeiende risico's, (iii) de taakverdeling binnen het bestuur, (iv) de eventueel voor het bestuur geldende richtlijnen, (v) de gegevens waarover de bestuurder beschikte of behoorde te beschikken ten tijde van de aan hem verweten beslissingen en gedragingen en (vi) het inzicht en de zorgvuldigheid die mogen worden verwacht van een bestuurder die voor zijn taak berekend is en deze nauwgezet vervult.
grief XI);
Grief VIIIziet eveneens op dit verwijt aan [geïntimeerde], nu die grief zich richt zich tegen r.o. 4.9.2 van het bestreden vonnis kort gezegd dat [geïntimeerde] terecht de verscheping van het schip heeft tegengehouden, omdat het niet verzekerd was;