Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[appellant sub 1]
[appellante sub 2],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
“Koopakte bestaande eengezinswoning”(productie 1 bij de inleidende dagvaarding) luidt artikel 5:
3.De motivering van de beslissing in hoger beroep
“als verschot”aan [appellanten] toe te kennen.
Artikel 19
“de muren zijn geïsoleerd”. Hoewel dat op zijn weg lag, heeft [geïntimeerde] niet uitgelegd dat en waarom [appellanten] uit artikel 19, uit zijn plaats in de akte of uit de vermelding van de verbouwing in 1995/1996 hadden behoren te begrijpen dat de na isolatie van de buitenmuren met glaswol was beperkt tot de toegevoegde aanbouw. Ook uit het tweede deel van de zin van artikel 19 (
“dat de thermopane ruit van het draairaam op de slaapkamer lekt, met dien verstande dat er sprake is van condensvorming in de spouw van de thermopane ruit.”) behoefden [appellanten] nog niet te begrijpen dat het eerste deel van de artikel
(“dat de buitenmuren zijn nageïsoleerd met glaswol”) enkel betrekking had op de aanbouw. Ten overvloede: dit valt ook niet te rijmen met het woord
“nageïsoleerd”omdat het in 1995/1996 reeds algemeen gebruikelijk was dat spouwmuurisolatie in de vorm van glaswol meteen tijdens een verbouwing c.q. bouw en niet pas na afloop werd aangebracht. De toevoeging
“na”suggereert juist dat bestaande bouw achteraf werd geïsoleerd. Al met al heeft [geïntimeerde] hier te weinig gesteld om te worden toegelaten tot tegenbewijs als bedoeld in artikel 151 lid 2 Rv tegen de uit artikel 157 lid 2 Rv voortvloeiende dwingende bewijskracht van de koopakte, zodat dit verweer moet worden verworpen.
4.Slotsom
€ 202,00
€ 750,00(3 punten x tarief kantonrechter)
€ 291,00
€ 1.264,00(2 punten x appeltarief I)