Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- primair: [appellante] te ontslaan van haar sollicitatieplicht en te bepalen dat de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling dient te worden geweigerd;
- subsidiair: een second opinion te gelasten ter zake het medisch onderzoek en te bepalen dat in afwachting van dat onderzoek de beslissing omtrent het al dan niet tussentijds beëindigen van de schuldsaneringsregeling wordt aangehouden;
- meer subsidiair: het verzoek om tussentijdse beëindiging af te wijzen en de schuldsaneringsregeling te verlengen voor de duur van een half jaar, dan wel te verlengen met een zodanig tijdsbestek als het hof in goede justitie zal vermenen te behoren.
3.De motivering van de beslissing in hoger beroep
“omdat dit (advies, hof) pas na ontvangst van de medische informatie tot stand is gekomen”, waarmee de keuringsarts blijkbaar bedoelt dat deze [appellante] eerder had gesproken en onderzocht en pas daarna nog (mogelijk aanvullende) medische informatie had ontvangen. Dan ligt het wel voor de hand dat een psychisch weinig redzame [appellante] destijds niet op de juiste plaats bezwaar heeft gemaakt. Het betekent ook dat de keuringsarts [appellante] niet in de gelegenheid heeft gesteld om op de later ontvangen medische informatie te reageren. Aannemelijk is dat zij haar psychische problematiek (mede onder invloed van het overlijden van haar oudste zoon in 2009) dan wel aan de orde zou hebben gesteld. Op grond van dit alles oordeelt het hof in het kader van de schuldsaneringsregeling (niet breder want de keuringsarts is er niet over gehoord) dat dit rapport zowel wat betreft de wijze van