Uitspraak
van 4 maart 2014
[appellante],
[geïntimeerde],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
(…) dat het het gerechtshof moge behagen, het vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad, sector kanton, locatie Lelystad d.d. 7 september 2011 (…) te vernietigen en opnieuw rechtdoende de oorspronkelijke vordering van geïntimeerde alsnog af te wijzen; met veroordeling van geïntimeerde in de kosten van beide instanties."
"(…) dat het UW Gerechtshof behage op de in deze memorie van antwoord en memorie van grieven in het incidenteel appel genoemde onderdeel te vernietigen het vonnis van de kantonrechter (…) en, opnieuw rechtdoende, [appellante] te veroordelen tot:I. (vermeerdering eis) gedaagde in eerste aanleg tevens appellante, te veroordelen tot naleving van de CAO Taxivervoer en de CAO SFT en meer precies tot overlegging van de stukken zoals gespecificeerd in de brief van eiseres van 8 oktober 2010, zoals overgelegd als productie 4; op straffe van een dwangsom van 250,- voor iedere dag dat zij hiermee in gebreke blijft;II. (vermeerdering eis) gedaagde in eerste aanleg tevens appellante te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eiseres te voldoen de somma van € 289.656,- (…) als forfaitaire schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente respectievelijk over € 68.391 vanaf 2 mei 2011, over € 24.138,- vanaf 13 juli 2011 en het restantbedrag vanaf de dag van de indiening van deze memorie van antwoord tot aan de dag der algehele voldoening;III. (gewijzigd) gedaagde in eerste aanleg tevens appellante te veroordelen in de buitengerechtelijke kosten ten bedrage van € 1.785,- inclusief BTW, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van deze dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;IV. (ongewijzigd) gedaagde te veroordelen in de kosten van deze procedure in eerste aanleg alsmede in de kosten van het hoger beroep."
3.De feiten en het geding in eerste aanleg
- [appellante] wordt veroordeeld om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [geïntimeerde] te voldoen de somma van € 92.529,- als forfaitaire schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- [appellante] wordt veroordeeld in de kosten van de procedure;
- [appellante], middels afgifte door de rechtbank van een hiertoe bestemd bevelschrift, ex artikel 237 lid 4 Rv, wordt veroordeeld in de door [geïntimeerde] te maken nakosten.
4.De motivering van de beslissing in het incident
5.De beslissingHet gerechtshof:
van dinsdag 18 maart 2014voor beraad/fourneren;