Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
grief I in het principaal hoger beroepzich richt. Het hof preciseert deze vaststelling, naar aanleiding van de grief, als volgt: [geïntimeerde] heeft contact opgenomen met [het veilinghuis] (hierna: [het veilinghuis]) en heeft op 30 juli 2010 via [het veilinghuis] de sculptuur van Degas voor € 67.100,- (€ 55.000,- plus 22% ‘buyers premium’) en de sculptuur van Zorn voor € 2.016,- (€ 1.600,- plus 26% ‘buyers premium’) van [appellant] gekocht. De twee sculpturen zijn op 9 augustus 2010 aan [geïntimeerde] geleverd.
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
grief IIkeert [appellant] zich tegen rov. 3.2 van het bestreden vonnis. Deze grief kan niet leiden tot vernietiging van het vonnis, nu in de bedoelde rechtsoverweging slechts is weergegeven wat [geïntimeerde] aan zijn vorderingen ten grondslag heeft gelegd. [appellant] klaagt niet over onjuistheid van die weergave. Hij wijst in de toelichting op de grief slechts op zijn verweer (kort gezegd dat hij de sculpturen niet “als echte Zorn en Degas” heeft verkocht en dat [geïntimeerde] te laat heeft geklaagd). Dit komt bij de beoordeling van de grieven III en IV, waarin het oordeel van de rechtbank hierover wordt bestreden, aan bod.
grief IVstelt [appellant] de vraag of de sculptuur van Degas aan de koopovereenkomst beantwoordt opnieuw aan de orde. De rechtbank heeft wat dit betreft voorop gesteld dat zij ervan uitgaat dat de sculptuur van Degas een vervalsing is. Volgens de rechtbank heeft [appellant] dit, mede in het licht van de eensluidende visies van veilinghuis Sotheby’s en Brame & Lorenceau, onvoldoende gemotiveerd betwist (rov. 4.6). [appellant] heeft dit oordeel niet bestreden, zodat ook het hof hiervan uitgaat. [appellant] bestrijdt wel het oordeel van de rechtbank dat [geïntimeerde] op grond van de verstrekte informatie mocht verwachten dat het om een (echte) sculptuur van Degas ging (rov. 4.8 en verder). Het geschil spitst zich daarmee toe op de verwachtingsvraag.
a work by the artist.”
3. Our guarantee to you in respect of counterfeit lots
5.Slotsom
6.De beslissing
uitsluitendbewijs door bewijsstukken wenst/wensen te leveren, hij die stukken op de roldatum 25 maart 2014 in het geding dient te brengen,
beidepartijen, van hun advocaten en van de getuigen zal opgeven op de
roldatum 11 maart 2014, waarna dag en uur van het verhoor (ook indien voormelde opgave van een of meer van partijen ontbreekt) door de raadsheer-commissaris zullen worden vastgesteld;