Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Locatie Arnhem
18 februari 2014
[Z](hierna: belanghebbende)
de gemeente [Z](hierna: de heffingsambtenaar)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.De vaststaande feiten
3.Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
4.Beoordeling van het geschil
- [b-straat] 9 te [Z], een werkplaats/garage met een vloeroppervlak van 733 m² gelegen op de begane grond. Het pand is van 1990. De huurwaarde is vastgesteld op € 34.800. Het pand is op 31 mei 2011 verkocht voor € 355.000. De huurwaardekapitalisatiefactor bedraagt 10,2.
- [a-straat] 24 te [Z], een opslag/magazijn met een vloeroppervlak van 114 m² gelegen op de begane grond. Het pand is van 2000. De huurwaarde is vastgesteld op € 6.726. Het pand is op 3 januari 2010 verkocht voor € 145.000. De huurwaardekapitalisatiefactor bedraagt 10,2.
- [c-straat] 19 te [Z], een gebouw voor opslag en distributie met een vloeroppervlak van 565 m² verdeeld over twee bouwlagen. Het pand is van 2002. De huurwaarde is vastgesteld op € 34.400. Het pand is op 4 juli 2011 verkocht voor € 350.000. De huurwaardekapitalisatiefactor bedraagt 10,2.
- [b-straat] 69 te [Z], een gebouw voor opslag en distributie met een vloeroppervlak van 2.000 m² verdeeld over twee bouwlagen. Het pand is van 1997. De huurwaarde is vastgesteld op € 44.921. Het pand is op 15 juli 2010 verkocht voor € 462.500. De huurwaardekapitalisatiefactor bedraagt 10,2.
- [a-straat] 23 te [Z], een gebouw voor opslag en distributie met een vloeroppervlak van 996 m² verdeeld over twee bouwlagen. Het pand is verhuurd voor € 41.642. Bij een huurwaardekapitalisatiefactor van 10,2 bedraagt de waarde in het economische verkeer € 424.000.
5.Kosten
6.Beslissing
18 februari 2014in het openbaar uitgesproken.