ECLI:NL:GHARL:2013:CA3386
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Schorsende werking van hoger beroep tegen beschikking waarbij voorlopig getuigenverhoor is gelast
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 4 juni 2013 uitspraak gedaan over een verzoek tot voorlopige voorziening in het kader van een hoger beroep. Het hoger beroep was ingesteld door [eiser] tegen een beschikking van de rechtbank Utrecht van 3 april 2013, waarin aan [gedaagde] was toegestaan een voorlopig getuigenverhoor te gelasten. [eiser] verzocht de beschikking te vernietigen en het verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor af te wijzen, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten. Tevens vroeg hij om schorsende werking van het hoger beroep.
[gedaagde] verzocht in zijn verweerschrift om [eiser] niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek om schorsende werking, en stelde dat [eiser] geen belanghebbende was. Het Aartsbisdom, als derde partij, refereerde zich aan het oordeel van het hof. Vanwege de spoedeisendheid van de zaak, die verband hield met een gepland getuigenverhoor op 5 juni 2013, vond er geen mondelinge behandeling plaats.
Het hof overwoog dat het hoger beroep schorsende werking heeft, omdat de bestreden beschikking niet uitvoerbaar bij voorraad was verklaard. Het hof concludeerde dat het beroep van [eiser] op doorbreking van het appelverbod niet ongegrond was, en dat er geen misbruik van recht was. De beslissing van het hof was dat het hoger beroep schorsende werking toekomt, en het hof sprak geen proceskostenveroordeling uit.