ECLI:NL:GHARL:2013:8971
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- P.H. van Ginkel
- M.B. Beekhoven van den Boezem
- J. Ekelmans
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van verzoeker in hoger beroep bij toewijzende beschikking rechtbank tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor
In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van [appellant] in hoger beroep tegen een beschikking van de rechtbank Midden-Nederland, waarin een verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor is toegewezen. De rechtbank had op 3 april 2013 het verzoek van [verweerder] om een voorlopig getuigenverhoor te gelasten toegewezen. [appellant] is op 23 mei 2013 in hoger beroep gekomen van deze beschikking, met het verzoek deze te vernietigen en het verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor af te wijzen. [verweerder] heeft in zijn verweerschrift verzocht om [appellant] niet-ontvankelijk te verklaren, en het Aartsbisdom heeft zich gerefereerd aan het oordeel van het hof.
Tijdens de mondelinge behandeling op 28 oktober 2013 zijn de betrokken partijen verschenen, waarbij [familielid] namens [appellant] en de advocaten van [verweerder] en het Aartsbisdom aanwezig waren. Het hof heeft vervolgens de ontvankelijkheid van [appellant] beoordeeld, waarbij het van belang is dat [verweerder] [appellant] aanmerkt als veroorzaker van de door hem gestelde schade. Het hof concludeert dat [appellant] als belanghebbende moet worden aangemerkt, ondanks het appelverbod in artikel 188 lid 2 Rv.
In de inhoudelijke beoordeling van de zaak heeft het hof vastgesteld dat [verweerder] voldoende heeft aangetoond dat hij voornemens is een rechtsvordering tegen het Aartsbisdom in te stellen. Het hof heeft de bezwaren van [appellant] tegen het verzoek van [verweerder] besproken, waaronder het argument dat de rechtsvorderingen van [verweerder] zijn verjaard. Het hof oordeelt dat het beroep op verjaring niet kan baten, omdat de rechter het middel van verjaring niet ambtshalve mag toepassen. Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank Midden-Nederland, omdat [appellant] niet aannemelijk heeft gemaakt dat [verweerder] misbruik maakt van het verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor.