ECLI:NL:GHARL:2013:CA0091
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Tussentijdse opzegging van plaatsingsovereenkomst door uitzendkrachten en de vraag of zij rechtstreeks bij de inlener in dienst zijn getreden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 mei 2013, staat de tussentijdse opzegging van een plaatsingsovereenkomst door uitzendkrachten centraal. De vraag die aan de orde is, is of deze uitzendkrachten na de opzegging rechtstreeks in dienst zijn getreden bij de inlener. Het uitzendbureau, Unique Nederland B.V., vordert de afkoopsom die verschuldigd zou zijn indien de uitzendkrachten daadwerkelijk in dienst zijn getreden. Tijdens de procedure is er bewijs geleverd door de uitzendkrachten, maar het hof oordeelt dat er onvoldoende bewijs is dat de uitzendkrachten na hun uitzendperiode daadwerkelijk voor de inlener hebben gewerkt.
Het hof heeft de verklaringen van getuigen gehoord, waaronder die van [getuige 1], die eerder een schriftelijke verklaring had afgelegd. De getuige verklaarde dat hij had gehoord dat de uitzendkrachten mogelijk aan het werk waren, maar dit was niet voldoende om te concluderen dat zij daadwerkelijk in dienst waren getreden. Het hof concludeert dat Unique er niet in is geslaagd het bewijs te leveren dat de uitzendkrachten na hun uitzendperiode voor de inlener hebben gewerkt.
Uiteindelijk bekrachtigt het hof het vonnis van de rechtbank, waarbij Unique wordt veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep. De kosten worden begroot op € 640,-- aan verschotten en € 2.682,-- aan salaris voor de advocaat. Deze uitspraak benadrukt het belang van bewijsvoering in arbeidsrechtelijke geschillen, vooral in gevallen van tussentijdse opzegging van plaatsingsovereenkomsten.