ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4699
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de strafbaarheid van het handelen van een horecaondernemer in verband met het rookverbod
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 19 maart 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Breda. De verdachte, een horecaondernemer, was eerder vrijgesproken van overtreding van de Tabakswet, omdat het hof van oordeel was dat de wetgeving op het moment van de feiten niet voldoende basis bood voor het instellen van een rookverbod. Echter, na een wijziging van de wetgeving, die een uitzondering maakte voor kleine horecagelegenheden zonder personeel, werd de zaak opnieuw beoordeeld. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte handelde in strijd met het rookverbod, maar dat dit handelen niet strafbaar was op basis van de nieuwe wetgeving. De verdachte werd daarom ontslagen van alle rechtsvervolging. Het hof oordeelde dat de wijziging van de wetgeving, die na de pleegdatum van het feit in werking trad, van invloed was op de strafbaarheid van het bewezenverklaarde feit. De uitspraak benadrukt het belang van de rechtszekerheid en de toepassing van de voor de verdachte gunstigste bepalingen in geval van wijziging van de wet.