ECLI:NL:GHARL:2013:9964

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
31 december 2013
Publicatiedatum
9 januari 2014
Zaaknummer
12/00223
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compromis tussen belanghebbende en de inspecteur inzake fosfaat- en stikstofheffing

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, ging het om een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Breda met betrekking tot fosfaat- en stikstofheffing over het jaar 1999. De zaak was eerder door de Hoge Raad verwezen naar het Hof na een arrest op 6 april 2012. De belanghebbende, aangeduid als [X] [Z], had bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslagen en de daarbij genomen boetebeschikkingen. Tijdens de zittingen op 25 september 2012, 2 juli 2013 en 17 december 2013, werd er door partijen een compromis bereikt. Dit compromis hield in dat de naheffingsaanslag voor de stikstofheffing en de bijbehorende boetebeschikking zouden worden vernietigd, terwijl de naheffingsaanslag voor de fosfaatheffing werd verminderd tot € 8.000, met vernietiging van de boetebeschikking die daarbij hoorde.

Het Hof heeft vervolgens de uitspraak van de rechtbank vernietigd en het beroep van de belanghebbende gegrond verklaard. De naheffingsaanslag stikstofheffing en de boetebeschikking werden vernietigd, terwijl de naheffingsaanslag fosfaatheffing werd verminderd. Tevens werd bepaald dat de inspecteur het griffierecht van in totaal € 144 aan de belanghebbende diende te vergoeden. De uitspraak werd op 31 december 2013 in het openbaar gedaan door de voorzitter en de andere rechters, met de griffier aanwezig. Beide partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na de verzenddatum van de uitspraak beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.

Uitspraak

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Tweede meervoudige belastingkamer
nummer 12/00223
uitspraakdatum:
31 december 2013
nummer 05/003680
Proces-verbaal mondelinge uitspraak
appellant
:
[X]te
[Z](hierna: belanghebbende)
verweerder
:
de inspecteur van de Dienst Regelingen van (thans) het Ministerie van Economische Zaken(hierna: de Inspecteur)
aangevallen beslissing
: uitspraak van de rechtbank Breda (hierna: de Rechtbank) van
11 oktober 2007, nummer AWB 06/3978, na verwijzing door de Hoge Raad bij arrest van 6 april 2012, nr. 11/04688
betreft
: Fosfaatheffing (aanslagnummer: 112067905MF9901) en Stikstofheffing (aanslagnummer: 112067905MS9901) over het jaar 1999
onderzoek ter zitting
: op 25 september 2012, 2 juli 2013 en 17 december 2013 te Arnhem
waarbij verschenen
: ter zitting van 25 september 2012 en van 17 december 2013: belanghebbende alsmede namens de Inspecteur mr. [A];. ter zitting van 2 juli 2013: belanghebbende.

gronden:

1.
Partijen zijn ter zitting van het Hof van 17 december 2013 bij wijze van compromis overeengekomen dat de onderhavige naheffingsaanslag Stikstofheffing en de daarbij genomen boetebeschikking moeten worden vernietigd, de onderwerpelijke naheffingsaanslag Fosfaatheffing moet worden verminderd tot € 8.000 en de daarbij genomen boetebeschikking moet worden vernietigd.
2.
Het Hof zal dienovereenkomstig beslissen.

proceskosten:

Het Hof acht, nu belanghebbende daarvan heeft afgezien, geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling.

beslissing:

Het Hof:
- vernietigt de uitspraak van de Rechtbank,
- verklaart het beroep bij de Rechtbank gegrond,
- vernietigt de uitspraken op bezwaar,
- vernietigt de naheffingsaanslag Stikstofheffing en de daarbij genomen boetebeschikking,
- vermindert de naheffingsaanslag Fosfaatheffing tot een naheffingsaanslag ten bedrage van € 8.000,
- vernietigt de bij de naheffingsaanslag Fosfaatheffing genomen boetebeschikking, en
- bepaalt dat door de Inspecteur aan belanghebbende wordt vergoed het door hem voor de procedure in beroep en in hoger beroep betaalde griffierecht van € 38 en € 106, in totaal € 144.
Aldus gedaan door mr. R. den Ouden, voorzitter, mr. J.P.M. Kooijmans en mr. J.A. Monsma, in tegenwoordigheid van mr. A. Vellema als griffier.

De beslissing is op 31 december 2013 in het openbaar uitgesproken.

Waarvan opgemaakt dit proces-verbaal.
De griffier, De voorzitter,
(A.Vellema ) (R. den Ouden)
Afschriften zijn aangetekend per post verzonden op 31 december 2013
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer),
Postbus 20303,
2500 EH Den Haag.
Daarbij moet het volgende in acht worden genomen:
1 -
bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.
2 -
het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b de dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;
d. de gronden van het beroep in cassatie.
Tenzij de Hoge Raad anders bepaalt, zal het gerechtshof deze mondelinge uitspraak vervangen door een schriftelijke. In dat geval krijgt u de gelegenheid de gronden van het beroep in cassatie alsnog aan te voeren of aan te vullen.
Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad.
In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.