Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[verpachter sub 1],2.[verpachtster sub 2],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
"Mede tegen de achtergrond van de wetsgeschiedenis van artikel 7:312 Burgerlijk Wetboek veronderstelt een bedrijfsmatige exploitatie van het gepachte dat sprake is van een complex van economische activiteiten, gericht op winst door uitoefening van de landbouw. Voor de vraag of daarvan sprake is, acht het hof de navolgende gezichtspunten in het bijzonder van belang:a. de omvang van het bedrijf en de onderlinge samenhang tussen de diverse bedrijfsactiviteiten;b. de vraag of de voor toekomstige winstkansen noodzakelijke investeringen plaatsvinden;c. het redelijkerwijs te verwachten ondernemingsrendement;d. de vraag of de gebruiker een hoofdfunctie buiten de landbouw heeft;een en ander in onderlinge samenhang te beschouwen en met inachtneming van de overige omstandigheden van het geval."
gezichtspuntenbij het oordeel of bedrijfsmatige exploitatie van het gepachte aan de orde is, geen vereisten. Deze gezichtspunten moeten bovendien in onderling verband worden beschouwd, met inachtneming van de overige omstandigheden van het geval.