Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte],
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 18 april 2011 te [plaats], althans in het arrondissement Utrecht, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad een grote hoeveelheid (als bedoeld in artikel 11, vijfde lid, van de Opiumwet) hasjiesj (gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd), te weten (ongeveer) 137,08 kilogram hasjiesj, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hasjiesj, zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2009 tot en met 18 april 2011, te [plaats], in elk geval in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) - van onderstaand(e) voorwerp(en) (telkens) de werkelijke aard en/of herkomst vindplaats en/of vervreemding en/of verplaatsing verborgen en/of verhuld, dan wel verhuld en/of verborgen wie de rechthebbende(n) op dat/die voorwerp(en) is/zijn en/of dat /die voorwerp(en) voorhanden had(den) en/of - onderstaand(e) voorwerp(en) verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of omgezet of van genoemd(e) voorwerp(en) gebruikt gemaakt, te weten:
Beroep op niet-ontvankelijkheid openbaar ministerie dan wel bewijsuitsluiting
Verzoek van de verdediging
Overwegingen met betrekking tot het bewijs
- verdachte beschikte over zeer geringe (legale) inkomsten;
- verdachte heeft onderstaande bestedingen gedaan uit contante gelden;
- die bestedingen belopen een aanzienlijk totaalbedrag;
- de bestedingen betreffen veelal dure consumptiegoederen;
- de partij hasjiesj die bij verdachte in beslag is genomen ziet het hof als een handelshoeveelheid;
- afgezien van het bedrag van 30.000 euro waarvan het hof aanneemt dat het het restant betreft van het geld dat verdachte van zijn opa heeft ontvangen, acht het hof het niet aannemelijk dat verdachte uit een andere, legale bron over de bedragen heeft kunnen beschikken; het hof acht bij gebreke van enige objectieve ondersteuning van de stellingen niet aannemelijk dat verdachte beschikte over geldbedragen die hem door andere familieleden werden geleend;
- verdachte heeft voor het overige geen aannemelijke verklaring gegeven voor een en ander.
Bewezenverklaring
hij op
of omstreeks18 april 2011 te [plaats],
althans in het arrondissement Utrecht, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,opzettelijk aanwezig heeft gehad een grote hoeveelheid (als bedoeld in artikel 11, vijfde lid, van de Opiumwet) hasjiesj (gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd), te weten
(ongeveer)137,08 kilogram hasjiesj,
in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hasjiesj,zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II,
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
hij op
één of meertijdstippen in
of omstreeksde periode van 1 januari 2009 tot en met 18 april 2011, te [plaats], in elk geval in Nederland,
(telkens
) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft
/hebbenverdachte en
/of zijn mededader(s) (telkens
)-
van onderstaand(e) voorwerp(en) (telkens) de werkelijke aard en/of herkomst vindplaats en/of vervreemding en/of verplaatsing verborgen en/of verhuld, dan wel verhuld en/of verborgen wie de rechthebbende(n) op dat/die voorwerp(en) is/zijn en/of dat /die voorwerp(en) voorhanden had(den) en/of- onderstaand
(e
)voorwerp
(en
) verworven en/ofvoorhanden gehad en/of overgedragen en/of omgezet of van genoemd
(e
)voorwerp
(en
)gebruikt gemaakt, te weten:
een geldbedrag van (totaal) 11.500,- euro (aangetroffen tijdens de doorzoeking van de woning van verdachte);
een of meer geldbedrag(en) van (totaal) 28.020,- euro (contante stortingen op de bankrekening van verdachte);
een of meergeldbedrag(en) van (totaal) 6.924,56 euro (diverse contantbonnen), terwijl verdachte
en/of zijn mededader(s) (telkens
)wist
(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat
dat/die voorwerp
(en
)- onmiddellijk of middellijk - afkomstig
was/waren uit enig misdrijf.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
16 (zestien) maanden.
5 (vijf) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
teruggaveaan verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten: