ECLI:NL:RBNNE:2015:4203

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
4 september 2015
Publicatiedatum
4 september 2015
Zaaknummer
18.676006-12
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Criminele organisatie en belastingfraude met witwassen en valsheid in geschrifte door exploitant van seksclubs

Op 4 september 2015 heeft de Rechtbank Noord-Nederland een verdachte veroordeeld voor meerdere strafbare feiten, waaronder witwassen, valsheid in geschrifte, belastingfraude, het leiding geven aan een criminele organisatie en verboden wapenbezit. De verdachte, de zoon van een voormalig exploitant van seksclubs, heeft vanaf 2009 actief bijgedragen aan het jarenlang buiten de administratie houden van een aanzienlijk deel van de omzet van deze clubs, wat resulteerde in belastingontduiking. De zwarte omzet werd naar Zwitserland overgemaakt en daar gestort op rekeningen van Zwitserse ondernemingen, die door de verdachte en zijn vader werden bestuurd. Deze ondernemingen gebruikten het geld om onroerend goed in Nederland aan te kopen, dat vervolgens werd verhuurd aan de seksclubs en aan de verdachte zelf en zijn familieleden. De rechtbank oordeelde dat de omvang en duur van de fraude zeer ernstig waren, wat leidde tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twee jaar. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de verdachte een leidende rol speelde in de criminele organisatie, die zich bezighield met het plegen van misdrijven, waaronder belastingfraude en witwassen. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het opzettelijk indienen van onjuiste belastingaangiften en het vervalsen van administratieve documenten. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaar en heeft verschillende wapens onttrokken aan het verkeer.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Sector Strafrecht
Parketnummer: 18/676006-12
datum uitspraak: 4 september 2015
op tegenspraak
raadslieden: mrs. A.A. Boersma en J-H.L.C.M. Kuijpers, beiden advocaat te Amsterdam .
VONNIS van de rechtbank te Noord-Nederland, meervoudige kamer voor strafzaken, Noordelijke Fraudekamer, zitting houdende te locatie Groningen in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
wonende te [woonplaats] , [woonadres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 13 maart 2013, 14 april 2014, 16 maart 2015 en 19, 22, 26, 27 en 28 mei 2015 en 27 augustus 2015.

TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is ter terechtzittingen van 14 april 2014, 19 mei 2015 en 27 mei 2015 op vordering van de officier van justitie gewijzigd en daarmee als volgt komen te luiden;
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1A) (artikel 420 ter jo 51 Wetboek van Strafrecht)
[naam bedrijf 1] op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juni 2009
tot en met 30 januari 2013, althans op een of meer tijdstippen in de periode 1 juni 2009 tot en met 30 januari 2013, te [pleegplaats 1] en/of [pleegplaats 2] en/of [pleegplaats 3] en/of [pleegplaats 4] en/of elders in Nederland, en/of [pleegplaats 5] en/of [pleegplaats 6] , althans in Zwitserland
tezamen en in vereniging met een of meer andere natuurlijke personen en/of
rechtspersonen.
meermalen, althans eenmaal,
van het plegen van witwassen een gewoonte heeft/hebben gemaakt. immers heeft/ hebben
[naam bedrijf 1] en/of haar mededader(s) (telkens) van een of meer onderstaande
voorwerpen,
de werkelijke aard en/of de herkomst en/of verplaatsing verborgen en/of verhuld en/of
heeft/hebben verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op die voorwerpen is/zijn
en/of die voorwerpen voorhanden heeft/hebben,
en/of heeft/ hebben [naam bedrijf 1] en/of zijn mededader(s)
een of meer van die hieronder genoemde voorwerpen verworven en/of voorhanden gehad
en/of overgedragen en/of omgezet en/of van die/dat voorwerp(en) gebruik gemaakt,
te weten:
- de zwarte omzet van [naam bedrijf 1] ter grootte van een bedrag van 2.483.666 euro (AH -
755), althans een aanzienlijk geldbedrag
(deze zwarte omzet wordt buiten het zicht
van de Nederlandse overheid gebracht door deze zwarte omzet naar Zwitserland te
laten vervoeren en in Zwitserland onder te brengen in Zwitserse rechtspersonen
( [naam bedrijf 2] en/of [naam bedrijf 3] en/of [naam bedrijf 5]
en/of deze zwarte omzet te herinvesteren, middels schijnconstructies, in
onroerend goed in Nederland en/of van deze zwarte omzet contante bestedingen te
doen onder meer bij [naam bedrijf 4] en/of bij [naam 1] (aannemer));
en/of
- onroerend goed onder andere de panden waarin de seksclubs van [naam bedrijf 1] zijn
gevestigd gelegen in [plaats 1] aan de [adres 1] en/of in [plaats 2] aan
de [adres 16] en/of in [plaats 3] aan de [adres 3] en/of in [plaats 10] aan
de [adres 4] en/of een loods aan de [adres 5] te [plaats 4] en/of een
perceel grond nr. [nummer] [Parknaam] bij [adres 6] te [plaats 5] ,
althans onroerend goed,
(door het onroerend goed op naam te zetten van Zwitserse
rechtspersonen ( [naam bedrijf 2] en/of [naam bedrijf 3]
en/of [naam bedrijf 5] ) en een bestuurder voor die rechtspersonen aan te stellen),
terwijl [naam bedrijf 1] , verdachte en/of haar mededader(s) (telkens) wist(en) dat bovenomschreven voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk- afkomstig was/waren uit
enig misdrijf,
zulks terwijl hij, [verdachte] , al dan niet in vereniging met een of meer anderen, tot bovenomschreven strafba(a)r(e) feit(en) opdracht heeft gegeven, dan wel feitelijk leiding heeft gegeven aan boven omschreven verboden gedraging(en);
OF
1B) (artikel 420 ter jo 47 Wetboek van Strafrecht)
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juni 2009 tot
en met 30 januari 2013, althans op een of meer tijdstippen in de periode 1 juni 2009 tot en met 30 januari 2013, te [pleegplaats 1] en/of [pleegplaats 2] en/of [pleegplaats 3] en/of [pleegplaats 4] en/of elders in Nederland, en/of [pleegplaats 5] en/of [pleegplaats 6] , althans in Zwitserland,
tezamen en in vereniging met een of meer andere natuurlijke personen en/of
rechtspersonen,
meermalen, althans eenmaal, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft/hebben
gemaakt, immers heeft/ hebben verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) van een of
meer onderstaande voorwerpen,
de werkelijke aard en/of de herkomst en/of verplaatsing verborgen en/of verhuld en/of
heeft/hebben verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op die voorwerpen is/zijn
en/of die voorwerpen voorhanden heeft/hebben,
en/of heeft hij verdachte, en of zijn mededader(s),
een of meer van die hieronder genoemde voorwerpen verworven en/of voorhanden gehad
en/of overgedragen en/of omgezet en/of van die/dat voorwerp(en) gebruik gemaakt,
te weten:
- de zwarte omzet van [naam bedrijf 1] ter grootte van een bedrag van 2.483.666 euro
(AH 755), althans 85.000 euro (AH 668), althans een aanzienlijk geldbedrag
(deze
zwarte omzet wordt buiten het zicht van de Nederlandse overheid gebracht door
deze zwarte omzet naar Zwitserland laten vervoeren en in Zwitserland onder te
brengen in Zwitserse rechtspersonen ( [naam bedrijf 2] en/of
[naam bedrijf 3] en/of [naam bedrijf 5] ) en/of deze zwarte omzet te
herinvesteren, middels schijnconstructies, in onroerend goed in Nederland en/of
van deze zwarte omzet contante bestedingen te doen onder meer bij [naam bedrijf 4]
en/of bij [naam 1] (aannemer));
en/of
- onroerend goed: onder andere de panden waarin de seksclubs van [naam bedrijf 1]
zijn gevestigd gelegen in [plaats 1] aan de [adres 1] en/of in
[plaats 2] aan de [adres 16] en/of in [plaats 3] aan de [adres 3] en/of
in [plaats 10] aan de [adres 4] en/of een loods aan de [adres 5] te
[plaats 4] en/of een perceel grond nr. [nummer] [Parknaam] bij [adres 6]
te [plaats 5] , althans onroerend goed,
(door het onroerend goed op naam te
zetten van Zwitserse rechtspersonen ( [naam bedrijf 2] en/of
[naam bedrijf 3] en/of [naam bedrijf 5] ) en een bestuurder voor die
rechtspersonen aan te stellen),
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (telkens) wist(en) dat bovenomschreven
voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk- afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
2. ( artikel 140 Wetboek van Strafrecht)
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2009 tot en met 30 januari 2013, althans op een of meer tijdstippen in de periode 1 juni 2009 tot en met 30 januari 2013, te [pleegplaats 1] en/of [pleegplaats 7] en/of [pleegplaats 3] en/of [pleegplaats 2] en/of [pleegplaats 4] en/of [pleegplaats 8] en/of elders in Nederland en/of te [pleegplaats 5] en/of [pleegplaats 6] , althans in Zwitserland,
heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande (onder meer) uit [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [naam bedrijf 2] en/of [naam bedrijf 3] en/of [naam bedrijf 5] en/of [naam bedrijf 1] ,
welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk:
- valsheid in geschrifte zoals bedoeld in artikel 225 Wetboek van Strafrecht en/of
- gewoonte witwassen en/of witwassen zoals bedoeld in (de) artikel(en) art 420ter en/of
420bis Wetboek van Strafrecht, en/of
- het opzettelijk niet doen van een juiste aangifte omzetbelasting en/of
vennootschapsbelasting, zoals bedoeld in artikel 69 lid 2 van de Algemene wet inzake
Rijksbelastingen,
terwijl hij, verdachte, van die organisatie (mede)oprichter en/of bestuurder was en/of
binnen die organisatie een leidinggevende rol vervulde;
3A. (artikel 225 lid 2 jo 51 Wetboek van Strafrecht)
[naam bedrijf 1] en/of [naam bedrijf 2] en/of [naam bedrijf 3]
en/of [naam bedrijf 5] in of omstreeks de periode van 1 juni 2009 tot en met 30 januari
2013, althans op een of meer tijdstippen in de periode 1 juni 2009 tot en met 30 januari
2013, te [pleegplaats 1] en/of [pleegplaats 7] en/of [pleegplaats 3] en/of [pleegplaats 2] en/of [pleegplaats 4]
en/of [pleegplaats 8] en/of elders in Nederland en/of te [pleegplaats 5] en/of [pleegplaats 6] , althans in
Zwitserland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal, geschriften, te weten onder meer de navolgende:
- een huurovereenkomst (Mietvertrag) tussen [naam bedrijf 2]
en [naam bedrijf 1] betreffende een pand aan [adres 17] te [plaats 6]
(AH 04-004, p 400162 -zaaksdossier 3) en/of
- een huurovereenkomst (Mietvertrag) tussen [naam bedrijf 2] en
[naam bedrijf 1] betreffende een pand aan de [adres 8] te [plaats 7] (AH 04-004, p
400163 -zaaksdossier 3), en/of
- een huurovereenkomst (Mietvertrag) tussen [naam bedrijf 2] en
[naam bedrijf 1] betreffende een pand aan de [adres 1] te [plaats 1] (AH 04-
004, p 400160 -zaaksdossier 3), en/of
- een huurovereenkomst (Mietvertrag) tussen [naam bedrijf 2] en
[naam bedrijf 1] betreffende een pand aan de [adres 9] te [plaats 8] (AH 004-
004, p 400159 -zaaksdossier 3), en/of
- een huurovereenkomst (Mietvertrag) tussen [naam bedrijf 2] en
[naam bedrijf 1] betreffende een pand aan de [adres 4] te [plaats 10] (AH 004-004, p
400161 en AH 06, p 400449 -zaaksdossier 3), en/of
- een huurovereenkomst (Mietvertrag) tussen [naam bedrijf 2] en
[naam bedrijf 1] betreffende een pand aan het [adres 10] te [plaats 9]
(AH 004-004, p 400164 -zaaksdossier 3), en/of
- een huurovereenkomst (Mietvertrag) tussen [naam bedrijf 2] en
[naam bedrijf 1] betreffende een pand aan de [adres 11] te [plaats 11] (AH 004-004, p
400l65 -zaaksdossier 3), en/of
- een huurovereenkomst (Mietvertrag) tussen [naam bedrijf 2] en
[naam bedrijf 1] betreffende een pand aan de [adres 12] te [plaats 12] (AH 004-
004, p 400166 zaaksdossier 3), en/of
- een huurovereenkomst (Mietvertrag) tussen [naam bedrijf 3] en [naam bedrijf 1]
betreffende een pand aan de [adres 13] te [plaats 4] (AH 004-004, p 400167 zaaksdossier
3), en/of
- een huurovereenkomst (Mietvertrag) tussen [naam bedrijf 3] en [naam bedrijf 1]
betreffende een pand aan de [adres 13] te [plaats 4] (AH 004-004, p 400168
zaaksdossier 3), en/of
- een huurovereenkomst (Mietvertrag) tussen [naam bedrijf 5] en [naam bedrijf 1] betreffende
een pand aan de [adres 2] te [plaats 2] (AH 832-003), en/of
- een huurovereenkomst (Mietvertrag) tussen [naam bedrijf 2] en
[naam bedrijf 1] betreffende een pand aan de [adres 3] te [plaats 3] (AH 875-
003), en/of
- een leningsovereenkomst (Darlehensvertrag) tussen [naam bedrijf 2]
en [naam bedrijf 1] d.d. 1 maart 2001 (AH 004-003, p 400l52
zaaksdossier 3 en AH875-012 en AH832-010), en/of
- een leningsovereenkomst (Darlehensvertrag) tussen [naam bedrijf 2]
en [naam bedrijf 1] d.d. 19 mei 2004 (AH 04-003, p 400155 zaaksdossier 3 en
AH875-010 en AH832-012), en/of
- een leningsovereenkomst (Darlehensvertrag) tussen [naam bedrijf 2]
en [naam bedrijf 1] d.d. 30 november 2004 (AH 04-003, p 400156 zaaksdossier 3 en
AH875-009 en AH832-013), en/of
- een leningsovereenkomst (Darlehensvertrag) tussen [naam bedrijf 2]
en [naam bedrijf 1] d.d. 4 april 2007 (AH 04-003, p 400157 zaaksdossier 3 en AH
875-008 en AH832-014), en/of
- een leningsovereenkomst (Darlehensvertrag) tussen [naam bedrijf 2]
en [naam bedrijf 1] d.d. 14 februari 2008 (AH 875-007 en AH832-015), en/of
- een leningsovereenkomst (Darlehensvertrag) tussen [naam bedrijf 3] en
[naam bedrijf 1] d.d. 19 mei 2004 (AH 004-003, p 400154 zaaksdossier 3 en AH 832-
18), en/of
- een leningsovereenkomst (Darlehensvertrag) tussen [naam bedrijf 5] en [naam bedrijf 1]
d.d.14 april 2009 (AH832-007 en AH875-015), en/of
- een leningsovereenkomst (Darlehensvertrag) tussen [naam bedrijf 5] en [naam bedrijf 1]
d.d.31 juli 2009 (AH832-008 en AH875-014), en/of
- een koopovereenkomst d.d. 7 januari 2003 betreffende [adres 1] te
[plaats 1] (AH 004-010 p 400189 zaaksdossier 3), en/of
- een leveringsakte d.d. 26 maart 2012 betreffende de [adres 2] te [plaats 2] (AH029-
001, p 5000276), en/of
- een leveringsakte d.d. 2 mei 2012 betreffende de woning [adres 1] te
[plaats 1] (AH029-002, p 5000283), en/of
- een leveringsakte d.d. 25 augustus 2008 betreffende de woning [adres 4] te
[plaats 10] (AH005-018, p 400345 -zaaksdossier 3), en/of
- een leveringsakte d.d. 25 augustus 2008 betreffende de woning [adres 4] te
[plaats 10] (AH005-019, p 400354 -zaaksdossier 3),
elk zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te
dienen, daarvan telkens opzettelijk gebruik heeft gemaakt als ware die geschriften telkens
echt en onvervalst
bestaande dat gebruikmaken hierin dat genoemde documenten zijn overgelegd ten
behoeve van de inschrijving bij de Kamer van Koophandel (KvK) en/of de inschrijving
bij het Kadaster en/of overgelegd in het kader van BIBOB aanvragen door gemeente(s)
en/of het aanvragen van exploitatievergunningen bij gemeentes,
en bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat telkens valselijk immers opzettelijk in
strijd met de waarheid, deze huurovereenkomst(en) (Mietvertragen) en/of
leningsovereenkomst(en) (Darlehensvertragen) en/of koopovereenkomst(en) en/of
leveringsakte(s) vermelden
- met betrekking tot leningsovereenkomst(en): dat geldlener [naam bedrijf 2]
en/of [naam bedrijf 3] en/of [naam bedrijf 5] is, terwijl de
eigenaar van de/het uitgeleende geldbedrag(en) [naam bedrijf 1] en/of [medeverdachte 1] en/of [verdachte]
en/of [medeverdachte 3] is/zijn, zodat van (een) geldlening(en)
geen sprake is/zijn en/of sprake is van een schijnconstructie,
- met betrekking tot huurovereenkomst(en): dat de verhuurder [naam bedrijf 2]
en/of [naam bedrijf 3] en/of [naam bedrijf 5] is/zijn, terwijl
de/het pand(en) in werkelijkheid eigendom is/zijn van [naam bedrijf 1] en/of [medeverdachte 1]
en/of [verdachte] en/of [medeverdachte 3] , zodat van een huurrelatie
geen sprake is en/of sprake is van een schijnconstructie,
- met betrekking tot koopovereenkomst(en) en/of notariële leveringsakte(n): dat [naam bedrijf 2]
en/of [naam bedrijf 3] en/of [naam bedrijf 5]
en/of een andere rechtspersoon koper(s)/eigenaar(s) is/zijn, terwijl de/het pand(en) in
werkelijkheid gekocht worden en/of in eigendom verkregen worden door [naam bedrijf 1]
en/of [medeverdachte 1] en/of [verdachte] en/of [medeverdachte 3] , zodat
sprake is van een schijnconstructie,
met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken en/of door
anderen te doen gebruiken,
tot welke feit(en) hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, opdracht heeft gegeven en/of aan welke verboden gedraging(en) hij,
verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, feitelijk
leiding heeft gegeven;
OF
3B (artikel 225 lid 2 jo 47 Wetboek van Strafrecht)
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2009 tot en met 30 januari 2013, althans op
een of meer tijdstippen in de periode 1 juni 2009 tot en met 30 januari 2013,
te [pleegplaats 1] en/of [pleegplaats 7] en/of [pleegplaats 3] en/of [pleegplaats 2] en/of [pleegplaats 4] en/of
[pleegplaats 8] en/of elders in Nederland en/of te [pleegplaats 5] en/of [pleegplaats 6] , althans in Zwitserland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal, geschriften, te weten onder meer de navolgende
- een huurovereenkomst (Mietvertrag) tussen [naam bedrijf 2]
en [naam bedrijf 1] betreffende een pand aan [adres 17] te [plaats 6]
(AH 04-004, p 400162 -zaaksdossier 3) en/of
- een huurovereenkomst (Mietvertrag) tussen [naam bedrijf 2] en
[naam bedrijf 1] betreffende een pand aan de [adres 8] te [plaats 7] (AH 04-004, p
400163 -zaaksdossier 3), en/of
- een huurovereenkomst (Mietvertrag) tussen [naam bedrijf 2] en
[naam bedrijf 1] betreffende een pand aan de [adres 1] te [plaats 1] (AH 04-
004, p 400160 -zaaksdossier 3), en/of
- een huurovereenkomst (Mietvertrag) tussen [naam bedrijf 2] en
[naam bedrijf 1] betreffende een pand aan de [adres 9] te [plaats 8] (AH 004-
004, p 400159 -zaaksdossier 3), en/of
- een huurovereenkomst (Mietvertrag) tussen [naam bedrijf 2] en
[naam bedrijf 1] betreffende een pand aan de [adres 4] te [plaats 10] (AH 004-004, p
400161 en AH 06, p 400449 -zaaksdossier 3), en/of
- een huurovereenkomst (Mietvertrag) tussen [naam bedrijf 2] en
[naam bedrijf 1] betreffende een pand aan het [adres 10] te [plaats 9]
(AH 004-004, p 400164 -zaaksdossier 3), en/of
- een huurovereenkomst (Mietvertrag) tussen [naam bedrijf 2] en
[naam bedrijf 1] betreffende een pand aan de [adres 11] te [plaats 11] (AH 004-004, p
400165-zaaksdossier 3), en/of
- een huurovereenkomst (Mietvertrag) tussen [naam bedrijf 2] en
[naam bedrijf 1] betreffende een pand aan de [adres 12] te [plaats 14] (AH 004-
004, p 400166 zaaksdossier 3), en/of
- een huurovereenkomst (Mietvertrag) tussen [naam bedrijf 3] en [naam bedrijf 1]
betreffende een pand aan de [adres 5] te [plaats 4] (AH 004-004, p 400167 zaaksdossier
3), en/of
- een huurovereenkomst (Mietvertrag) tussen [naam bedrijf 3] en [naam bedrijf 1]
betreffende een pand aan de [adres 5] te [plaats 4] (AH 004-004, p 400168
zaaksdossier 3), en/of
- een huurovereenkomst (Mietvertrag) tussen [naam bedrijf 5] en [naam bedrijf 1] betreffende
een pand aan de [adres 2] te [plaats 2] (AH 832-003), en/of
- een huurovereenkomst (Mietvertrag) tussen [naam bedrijf 2] en
[naam bedrijf 1] betreffende een pand aan de [adres 3] te [plaats 3] (AH 875-
003), en/of
- een leningsovereenkomst (Darlehensvertrag) tussen [naam bedrijf 2]
en [naam bedrijf 1] d.d. 1 maart 2001 (AH 004-003, p 400152
zaaksdossier 3 en AH875-012 en AH832-010), en/of
- een leningsovereenkomst (Darlehensvertrag) tussen [naam bedrijf 2]
en [naam bedrijf 1] d.d. 19 mei 2004 (AH 04-003, p 400155 zaaksdossier 3 en
AH875-0l0 en AH832-012), en/of
- een leningsovereenkomst (Darlehensvertrag) tussen [naam bedrijf 2]
en [naam bedrijf 1] d.d. 30 november 2004 (AH 04-003, p 400156 zaaksdossier 3 en
AH875-009 en AH832-013), en/of
- een leningsovereenkomst (Darlehensvertrag) tussen [naam bedrijf 2]
en [naam bedrijf 1] d.d. 4 april 2007 (AH 04-003, p 400157 zaaksdossier 3 en AH
875-008 en AH832-014), en/of
- een leningsovereenkomst (Darlehensvertrag) tussen [naam bedrijf 2]
en [naam bedrijf 1] d.d. 14 februari 2008 (AH 875-007 en AH832-015), en/of
- een leningsovereenkomst (Darlehensvertrag) tussen [naam bedrijf 3] en
[naam bedrijf 1] d.d. 19 mei 2004 (AH 004-003, p 400l54 zaaksdossier 3 en AH 832-
18), en/of
- een leningsovereenkomst (Darlehensvertrag) tussen [naam bedrijf 5] en [naam bedrijf 1]
d.d. 14 april 2009 (AH832-007 en AH875-0l5), en/of
- een leningsovereenkomst (Darlehensvertrag) tussen [naam bedrijf 5] en [naam bedrijf 1]
d.d.31 juli 2009 (AH832-008 en AH875-014), en/of
- een koopovereenkomst d.d. 7 januari 2003 betreffende [adres 1] te
[plaats 1] (AH 004-010 p 400189 zaaksdossier 3), en/of
- een leveringsakte d.d. 26 maart 2012 betreffende de [adres 2] te [plaats 2] (AH029-
001, p 5000276), en/of
- een leveringsakte d.d. 2 mei 2012 betreffende de woning [adres 1] te
[plaats 1] (AH029-002, p 5000283), en/of
- een leveringsakte d.d. 25 augustus 2008 betreffende de woning [adres 4] te
[plaats 10] (AH005-018, p 400345 -zaaksdossier 3), en/of
- een leveringsakte d.d. 25 augustus 2008 betreffende de woning [adres 4] te
[plaats 10] (AH005-019, p 400354 -zaaksdossier 3),
elk zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te
dienen, daarvan telkens opzettelijk gebruik heeft gemaakt als ware die geschriften telkens
echt en onvervalst
bestaande dat gebruikmaken hierin dat genoemde documenten zijn overgelegd ten
behoeve van de inschrijving bij de Kamer van Koophandel (KvK) en/of de inschrijving
bij het Kadaster en/of overgelegd in het kader van BIBOB aanvragen door gemeente(s)
en/of het aanvragen van exploitatievergunningen bij gemeentes,
en bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat telkens valselijk immers opzettelijk in
strijd met de waarheid, deze huurovereenkomst(en) (Mietvertragen) en/of
leningsovereenkomst(en) (Darlehensvertragen) en/of koopovereenkomst(en) en/of
leveringsakte(s) vermelden
- met betrekking tot leningsovereenkomst(en): dat geldlener [naam bedrijf 2]
en/of [naam bedrijf 3] en/of [naam bedrijf 5] is, terwijl de
eigenaar van de/het uitgeleende geldbedrag(en) [naam bedrijf 1] en/of [medeverdachte 1] en/of [verdachte]
en/of [medeverdachte 3] is/zijn, zodat van (een) geldlening(en)
geen sprake is/zijn en/of sprake is van een schijnconstructie,
- met betrekking tot huurovereenkomst(en): dat de verhuurder [naam bedrijf 2]
en/of [naam bedrijf 3] en/of [naam bedrijf 5] is/zijn, terwijl
de/het pand(en) in werkelijkheid eigendom is/zijn van [naam bedrijf 1] en/of [medeverdachte 1]
en/of [verdachte] en/of [medeverdachte 3] , zodat van een huurrelatie
geen sprake is en/of sprake is van een schijnconstructie,
- met betrekking tot koopovereenkomst(en) en/of notariële leveringsakte(n): dat [naam bedrijf 2]
en/of [naam bedrijf 3] en/of [naam bedrijf 5]
en/of een andere rechtspersoon koper(s)/eigenaar(s) is/zijn, terwijl de/het pand(en) in
werkelijkheid gekocht worden en/of in eigendom verkregen worden door [naam bedrijf 1]
en/of [medeverdachte 1] en/of [verdachte] en/of [medeverdachte 3] , zodat
sprake is van een schijnconstructie,
met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken en/of door
anderen te doen gebruiken.
4A (artikel 69 lid 2 Algemene Wet inzake Rijksbelastingen (omzetbelasting)
[naam bedrijf 1] op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 1 juni 2009 tot en
met 30 januari 2013 in de gemeente [pleegplaats 1] en/of [pleegplaats 8] en/of [pleegplaats 3] en/of
[pleegplaats 2] en/of [pleegplaats 4] en/of [pleegplaats 9] en/of [pleegplaats 10] en/of [pleegplaats 11] en/of [pleegplaats 12] , althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met andere(n) rechtsperso(o)n(en) en/of natuurlijk(e)
perso(o)n(en), althans alleen
meermalen althans eenmaal, (telkens) opzettelijk (een) bij de belastingwet voorziene
aangifte als bedoeld in de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen, te weten (een)
aangifte(n) voor de omzetbelasting ten name van [naam bedrijf 1] over de
aangiftetijdvak(ken):
- januari 2007 en/of februari 2007 en/of maart 2007 en/of april 2007 en/of mei
2007 en/of juni 2007 en/of juli 2007 en/of augustus 2007 en/of september 2007
en/of oktober 2007 en/of november 2007 en/of december 2007; en/of
- januari 2008 en/of februari 2008 en/of maart 2008 en/of april 2008 en/of mei
2008 en/of juni 2008 en/of juli 2008 en/of augustus 2008 en/of september 2008
en/of oktober 2008 en/of november 2008 en/of december 2008; en/of
- januari 2009 en/of februari 2009 en/of maart 2009 en/of april 2009 en/of mei
2009 en/of juni 2009 en/of juli 2009 en/of augustus 2009 en/of september 2009
en/of oktober 2009 en/of november 2009 en/of december 2009; en/of
- januari 2010 en/of februari 2010 en/of maart 2010 en/of april 2010 en/of mei
2010 en/of juni 2010 en/of juli 2010 en/of augustus 2010 en/of september 2010
en/of oktober 2010 en/of november 2010 en/of december2010; en/of
- januari 2011 en/of februari 2011 en/of maart 2011 en/of april 2011 en/of mei
2011 en/of juni 2011 en/of juli 2011 en/of augustus 2011 en/of september 2011
en/of oktober 2011 en/of november 2011 en/of december 2011; en/of
- januari 2012 en/of februari 2012 en/of maart 2012 en/of april 2012 en/of mei
2012 en/of juni 2012 en/of juli 2012 en/of augustus 2012 en/of september 2012,
onjuist of onvolledig heeft gedaan bij de Inspecteur der belastingen / de Belastingdienst,
terwijl dat feit/die feiten er (telkens) toe strekte(n) dat te weinig belasting wordt geheven,
hebbende die onjuistheid of onvolledigheid hierin bestaan, dat in genoemd(e)
(electronische) aangiftebiljet(ten) (telkens) een te laag bedrag aan te betalen
omzetbelasting werd vermeld, althans (telkens) een te laag bedrag aan belasting werd
opgegeven;
zulks terwijl hij, verdachte, al dan niet in vereniging met een of meer anderen, tot
bovenomschreven strafba(a)r(e) feit(en) opdracht heeft gegeven, dan wel feitelijke
leiding heeft gegeven aan boven omschreven verboden gedraging(en);
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Algemene wet inzake rijksbelastingen bepaalde betekenis is
gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
EN/OF
4B.1. (artikel 225 lid 1 jo 51 Wetboek van Strafrecht)
[naam bedrijf 1] op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 1
juni 2009 tot en met 30 januari 2013, althans op een of meer tijdstippen in de periode 1 juni 2009 tot en met 30 januari 2013, te [pleegplaats 1] en/of [pleegplaats 7] en/of [pleegplaats 3] en/of [pleegplaats 2] en/of [pleegplaats 4] en/of [pleegplaats 8] en/of elders in Nederland en/of te [pleegplaats 5] en/of [pleegplaats 6] , althans in Zwitserland,
(telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen,
althans eenmaal (telkens) de (bedrijfs)administratie, zijnde die (bedrijfs)administratie een
(samenstel van) geschrift(en), dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, (telkens) valselijk heeft opgemaakt en/of heeft doen opmaken en/of heeft vervalst en/of heeft doen vervalsen, namelijk onder meer
a. omzetformulier [plaats 6] 1e week 2013 (O.01.0l.01.02-00l p 5002208, AH
357 p 5000648), en/of
b. omzetformulier [plaats 7] 1e week 2013 (O.01.01.01.02-002 p 500221, AH 357 p
5000648 ), en/of
c. omzetformulier [plaats 9] 1e week 2013 (O.01.01.01.02-003 p 5002214, AH
357 p 5000648), en/of
d. omzetformulier [plaats 11] 1e week 2013 (O.01.01.01.02-004 p 50002225, AH 357
p 5000648), en/of
e. omzetformulier [plaats 12] 1e week 2013 (O.01.01.01.02-005 p 5002228, AH 357 p
5000648), en/of
f. omzetformulier [plaats 8] 1e week 2013 (O.01.01.01.02-006, p 5002231 AH 357
p 5000648), en/of
g. omzetformulier [plaats 4] 1e week 2013 (O.01.01.01.02-007, p 5002234 AH 357 p
5000648), en/of
h. omzetformulier [plaats 1] 1e week 2013 (O.01.01.01.02-008 p 5002238, AH 357
p 5000648), en/of
i. omzetformulier [plaats 10] 1e week 2013 (O.01.01.01.02-009 p 5002241, AH 357
p 5000648), en/of
j. omzetformulier [plaats 15] 1e week 2013 (O.01.01.01.02-010 p 5002244, AH 357
p 5000648), en/of
k. omzetformulier [plaats 2] 1e week 2013 (O.01.01.01.02-011 p 5002247, AH 357
p 5000648), en/of
l. omzetformulier [plaats 7] week 38, 2011 (G.01.07.02 p 5002066, AH 387 p
5000663), en/of
m. omzetformulier [plaats 7] week 40, 2011 (G.01.07.02 p 5002066, AH 387 p
5000663), en/of
n. omzetformulier [plaats 7] week 42, 2011 (G.01.07.02 p 5002066, AH 387 p
5000663), en/of
o. omzetformulier [plaats 7] week 44, 2011 (G.01.07.02 p 5002066, AH 387 p
5000663), en/of
p. omzetformulier [plaats 7] week 45, 2011 (G.01.07.02 p 5002066, AH 387 p
5000663), en/of
q. omzetformulier [plaats 8] week 46, 2011 (G.01.07.02 p 5002066, AH 387 p
5000663), en/of
r. omzetformulier [plaats 11] week 1, 2012 (G.01.07.04 p 5002120, AH 387 p
5000663), en/of
s. omzetformulier [plaats 7] week 2, 2012 (G.01.07.04 p 5002120, AH 387 p
5000663), en/of
t. omzetformulier [plaats 7] week 4, 2012 (G.01.07.04 p 5002120, AH 387 p
5000663), en/of
u. omzetformulier [plaats 11] week 5, 2012 (G.01.07.04 p 5002120, AH 387 p
5000663), en/of
v. omzetformulier [plaats 7] week 46, 2012 (G.01.07.05 p 5002142 e.v., AH 387 p
5000663), en/of
w. omzetformulier [plaats 11] week 47, 2012 (G.01.07.05 p 5002142 e.v., AH 387 p
5000663), en/of
x. omzetformulier [plaats 7] week 48, 2012 (G.01.07.05 p 5002142 e.v., AH 387 p
5000663), en/of
y. omzetformulier [plaats 7] week 49, 2012 (G.01.07.05 p 5002142 e.v., AH 387 p
5000663), en/of
z. omzetformulier [plaats 7] week 50, 2012 (G.01.07.05 p 5002142 e.v., AH 387 p
5000663), en/of
aa. omzetformulier [plaats 9] week 1, 2011 (G 01.07.02/03 p 5002066 e.v., AH
316, p 5000623) en/of
bb. omzetformulier [plaats 9] week 2, 2011 (G 01.07.02/03 p 5002066 e.v., AH
316, p 5000623) en/of
cc. omzetformulier [plaats 9] week 4, 2011 (G 01.07.02/03 p 5002066 e.v., AH
316, p 5000623) en/of
dd. omzetformulier [plaats 9] week 12, 2011 (G 01.07.02/03 p 5002066 e.v., AH
316, p 5000623) en/of
ee. omzetformulier [plaats 9] week 13, 2011 (G 01.07.02/03 p 5002066 e.v., AH
316, p 5000623) en/of
ff. omzetformulier [plaats 9] week 14, 2011 (G 01.07.02/03 p 5002066 e.v., AH
316, p 5000623) en/of
gg. omzetformulier [plaats 9] week 15, 2011 (G 01.07.02/03 p 5002066 e.v., AH
316, p 5000623) en/of
hh. omzetformulier [plaats 9] week 34, 2011 (G 01.07.02/03 p 5002066 e.v., AH
316. p 5000623) en/of
ii. omzetformulier [plaats 9] week 35, 2011 (G 01.07.02/03 p 5002066 e.v., AH
316, p 5000623) en/of
jj. omzetformulier [plaats 9] week 36, 2011 (G 01.07.02/03 p 5002066 e.v., AH
316, p 5000623) en/of
kk. omzetformulier [plaats 9] week 37, 2011 (G 01.07.02/03 p 5002066 e.v., AH
316, p 5000623) en/of
ll. omzetformulier [plaats 9] week 38, 2011 (G 01.07.02/03 p 5002066 e.v., AH
316, p 5000623) en/of
mm. omzetformulier [plaats 9] week 1, 2012 (G 01.07.04/05 p 5002120 e.v.,
AH 316, p 5000623) en/of
nn. omzetformulier [plaats 9] week 2, 2012 (G 01.07.04/05 p 5002120 e.v., AH
316, p 5000623) en/of
oo. omzetformulier [plaats 9] week 3, 2012 (G 01.07.04/05 p 5002120 e.v., AH
316, p 5000623) en/of
pp. omzetformulier [plaats 9] week 4, 2012 (G 01.07.04/05 p 5002120 e.v., AH
316, p 5000623) en/of
qq. omzetformulier [plaats 9] week 21, 2012 (G 01.07.04/05 p 5002120 e.v., AH
316, p 5000623) en/of
rr. omzetformulier [plaats 9] week 22, 2012 (G 01.07.04/05 p 5002120 e.v., AH
316, p 5000623) en/of
ss. omzetformulier [plaats 9] week 23, 2012 (G 01.07.04/05 p 5002120 e.v., AH
316, p 5000623) en/of
tt. omzetformulier [plaats 9] week 24, 2012 (G 01.07.04/05 p 5002120 e.v., AH
316, p 5000623) en/of
uu. omzetformulier [plaats 9] week 46, 2012 (G 01.07.04/05 p 5002120 e.v., AH
316, p5000623) en/of
vv. omzetformulier [plaats 9] week 47, 2012 (G 01.07.04/05 p5002120 e.v., AH
316, p5000623) en/of
ww. omzetformulier [plaats 9] week 48, 2012 (G 01.07.04/05 p 5002120
e.v., AH 316, p 5000623) en/of
xx. omzetformulier [plaats 9] week 49, 2012 (G 01.07.04/05 p 5002120 e.v., AH
316, p 5000623) en/of
yy. omzetformulier [plaats 9] week 50, 2012 (G 01.07.04/05 p 5002120 e.v., AH
316, p 5000623) en/of
zz. omzetformulier [plaats 9] week 51, 2012 (G 01.07.04/05 p 5002120 e.v., AH
316, p 5000623) en/of
welke in de bedrijfsadministratie was/waren verwerkt/opgenomen en/of bestemd
was/waren om in de bedrijfsadministratie te verwerken/op te nemen en/of te doen
verwerken/opnemen,
bestaande die valsheid hierin dat de (bovengenoemde) omzetformulieren (telkens)
valselijk en in strijd met de waarheid zijn opgemaakt,
immers is heeft/hebben [naam bedrijf 1] en/of haar mededaders telkens (een) onjuist(e) en/of
te lage omzetbedrag(en) op het/de omzetformulier(en) vermeld, terwijl de/het
daadwerkelijk behaalde omzetbedrag(en) hoger was/waren,
zulks (telkens) met het oogmerk om die die bedrijfsadministratie en/of geschriften als
echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken,
tot welke feit(en) hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, opdracht heeft gegeven en/of aan welke verboden gedraging(en) hij,
verdachte, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, feitelijk
leiding heeft gegeven;
OF
4B.2. (artikel 225 lid 1 jo 47 Wetboek van Strafrecht)
hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2001
tot en met 30 januari 2013, althans op een of meer tijdstippen in de periode 1 juni 2009 tot en met 30 januari 2013, te [pleegplaats 1] en/of te [pleegplaats 7] en/of [pleegplaats 3] en/of [pleegplaats 2] en/of [pleegplaats 4] en/of [pleegplaats 8] en/of elders in Nederland en/of te [pleegplaats 5] en/of [pleegplaats 6] , althans in Zwitserland,
(telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal (telkens) de (bedrijfs)administratie van [naam bedrijf 1] , zijnde
die (bedrijfs)administratie een (samenstel van) geschrift(en), dat/die bestemd was/waren
om tot bewijs van enig feit te dienen, (telkens) valselijk heeft opgemaakt en/of heeft doen opmaken en/of heeft vervalst en/of heeft doen vervalsen, namelijk onder meer
a. omzetformulier [plaats 6] 1e week 2013 (O.01.0l.01.02-00l p 5002208, AH
357 p 5000648), en/of
b. omzetformulier [plaats 7] 1e week 2013 (O.01.01.01.02-002 p 500221, AH 357 p
5000648 ), en/of
c. omzetformulier [plaats 9] 1e week 2013 (O.01.01.01.02-003 p 5002214, AH
357 p 5000648), en/of
d. omzetformulier [plaats 11] 1e week 2013 (O.01.01.01.02-004 p 50002225, AH 357
p 5000648), en/of
e. omzetformulier [plaats 14] 1e week 2013 (O.01.01.01.02-005 p 5002228, AH 357 p
5000648), en/of
f. omzetformulier [plaats 8] 1e week 2013 (O.01.01.01.02-006, p 5002231 AH 357
p 5000648), en/of
g. omzetformulier [plaats 4] 1e week 2013 (O.01.01.01.02-007, p 5002234 AH 357 p
5000648), en/of
h. omzetformulier [plaats 1] 1e week 2013 (O.01.01.01.02-008 p 5002238, AH 357
p 5000648), en/of
i. omzetformulier [plaats 10] 1e week 2013 (O.01.01.01.02-009 p 5002241, AH 357
p 5000648), en/of
j. omzetformulier [plaats 15] 1e week 2013 (O.01.01.01.02-010 p 5002244, AH 357
p 5000648), en/of
k. omzetformulier [plaats 2] 1e week 2013 (O.01.01.01.02-011 p 5002247, AH 357
p 5000648), en/of
l. omzetformulier [plaats 7] week 38, 2011 (G.01.07.02 p 5002066, AH 387 p
5000663), en/of
m. omzetformulier [plaats 7] week 40, 2011 (G.01.07.02 p 5002066, AH 387 p
5000663), en/of
n. omzetformulier [plaats 7] week 42, 2011 (G.01.07.02 p 5002066, AH 387 p
5000663), en/of
o. omzetformulier [plaats 7] week 44, 2011 (G.01.07.02 p 5002066, AH 387 p
5000663), en/of
p. omzetformulier [plaats 7] week 45, 2011 (G.01.07.02 p 5002066, AH 387 p
5000663), en/of
q. omzetformulier [plaats 8] week 46, 2011 (G.01.07.02 p 5002066, AH 387 p
5000663), en/of
r. omzetformulier [plaats 11] week 1, 2012 (G.01.07.04 p 5002120, AH 387 p
5000663), en/of
s. omzetformulier [plaats 7] week 2, 2012 (G.01.07.04 p 5002120, AH 387 p
5000663), en/of
t. omzetformulier [plaats 7] week 4, 2012 (G.01.07.04 p 5002120, AH 387 p
5000663), en/of
u. omzetformulier [plaats 11] week 5, 2012 (G.01.07.04 p 5002120, AH 387 p
5000663), en/of
v. omzetformulier [plaats 7] week 46, 2012 (G.01.07.05 p 5002142 e.v., AH 387 p
5000663), en/of
w. omzetformulier [plaats 11] week 47, 2012 (G.01.07.05 p 5002142 e.v., AH 387 p
5000663), en/of
x. omzetformulier [plaats 7] week 48, 2012 (G.01.07.05 p 5002142 e.v., AH 387 p
5000663), en/of
y. omzetformulier [plaats 7] week 49, 2012 (G.01.07.05 p 5002 142 e.v., AH 387 p
5000663), en/of
z. omzetformulier [plaats 7] week 50, 2012 (G.01.07.05 p 5002142 e.v., AH 387 p
5000663), en/of
aa. omzetformulier [plaats 9] week 1, 2011 (G 01.07.02/03 p 5002066 e.v., AH
316, p 5000623) en/of
bb. omzetformulier [plaats 9] week 2, 2011 (G 01.07.02/03 p 5002066 e.v., AH
316, p 5000623) en/of
cc. omzetformulier [plaats 9] week 4, 2011 (G 01.07.02/03 p 5002066 e.v., AH
316, p 5000623) en/of
dd. omzetformulier [plaats 9] week 12, 2011 (G 01.07.02/03 p 5002066 e.v., AH
316, p 5000623) en/of
ee. omzetformulier [plaats 9] week 13, 2011 (G 01.07.02/03 p 5002066 e.v., AH
316, p 5000623) en/of
ff. omzetformulier [plaats 9] week 14, 2011 (G 01.07.02/03 p 5002066 e.v., AH
316, p 5000623) en/of
gg. omzetformulier [plaats 9] week 15, 2011 (G 01.07.02/03 p 5002066 e.v., AH
316, p 5000623) en/of
hh. omzetformulier [plaats 9] week 34, 2011 (G 01.07.02/03 p 5002066 e.v., AH
316. p 5000623) en/of
ii. omzetformulier [plaats 9] week 35, 2011 (G 01.07.02/03 p 5002066 e.v., AH
316, p 5000623) en/of
jj. omzetformulier [plaats 9] week 36, 2011 (G 01.07.02/03 p 5002066 e.v., AH
316, p 5000623) en/of
kk. omzetformulier [plaats 9] week 37, 2011 (G 01.07.02/03 p 5002066 e.v., AH
316, p 5000623) en/of
ll. omzetformulier [plaats 9] week 38, 2011 (G 01.07.02/03 p 5002066 e.v., AH
316, p 5000623) en/of
mm. omzetformulier [plaats 9] week 1, 2012 (G 01.07.04/05 p 5002120 e.v.,
AH 316, p 5000623) en/of
nn. omzetformulier [plaats 9] week 2, 2012 (G 01.07.04/05 p 5002120 e.v., AH
316, p 5000623) en/of
oo. omzetformulier [plaats 9] week 3, 2012 (G 01.07.04/05 p 5002120 e.v., AH
316, p 5000623) en/of
pp. omzetformulier [plaats 9] week 4, 2012 (G 01.07.04/05 p 5002120 e.v., AH
316, p 5000623) en/of
qq. omzetformulier [plaats 9] week 21, 2012 (G 01.07.04/05 p 5002120 e.v., AH
316, p 5000623) en/of
rr. omzetformulier [plaats 9] week 22, 2012 (G 01.07.04/05 p 5002120 e.v., AH
316, p 5000623) en/of
ss. omzetformulier [plaats 9] week 23, 2012 (G 01.07.04/05 p 5002120 e.v., AH
316, p 5000623) en/of
tt. omzetformulier [plaats 9] week 24, 2012 (G 01.07.04/05 p 5002120 e.v., AH
316, p 5000623) en/of
uu. omzetformulier [plaats 9] week 46, 2012 (G 01.07.04/05 p 5002120 e.v., AH
316, p5000623) en/of
vv. omzetformulier [plaats 9] week 47, 2012 (G 01.07.04/05 p5002120 e.v., AH
316, p5000623) en/of
ww. omzetformulier [plaats 9] week 48, 2012 (G 01.07.04/05 p 5002120
e.v., AH 316, p 5000623) en/of
xx. omzetformulier [plaats 9] week 49, 2012 (G 01.07.04/05 p 5002120 e.v., AH
316, p 5000623) en/of
yy. omzetformulier [plaats 9] week 50, 2012 (G 01.07.04/05 p 5002120 e.v., AH
316, p 5000623) en/of
zz. omzetformulier [plaats 9] week 51, 2012 (G 01.07.04/05 p 5002120 e.v., AH
316, p 5000623) en/of
welke in de bedrijfsadministratie was/waren verwerkt/opgenomen en/of bestemd
was/waren om in de bedrijfsadministratie te verwerken/op te nemen en/of te doen
verwerken/opnemen,
bestaande die valsheid hierin dat de (bovengenoemde) omzetformulieren (telkens)
valselijk en in strijd met de waarheid zijn opgemaakt,
immers is heeft/hebben hij en/of zijn mededaders telkens (een) onjuist(e) te lage
omzetbedrag(en) op het/de omzetformulier(en) vermeld, terwijl de/het daadwerkelijk
behaalde omzetbedrag(en) hoger was/waren,
zulks (telkens) met het oogmerk om die die bedrijfsadministratie en/of geschriften als
echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken.
5. ( artikel 69 lid 2 Algemene Wet inzake Rijksbelastingen (vennootschapsbelasting))
[naam bedrijf 1] op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 1 juni 2009 tot en
met 30 januari 2013, althans op een of meer tijdstippen in de periode 1 juni 2009 tot en met 30 januari 2013, in de gemeente [pleegplaats 1] en/of [pleegplaats 8] en/of [pleegplaats 2] en/of [pleegplaats 4] en/of [pleegplaats 3] en/of [pleegplaats 13] , althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met andere(n) rechtsperso(o)n(en) en/of natuurlijk(e)
perso(o)n(en), althans alleen
meermalen althans eenmaal, (telkens) opzettelijk (een) bij de belastingwet voorziene
aangifte als bedoeld in de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen, te weten de aangiften
vennootschapsbelasting ten name van [naam bedrijf 1] over de aangiftetijdvak(ken)
- 2007 en/of 2008 en/of 2009 en/of 2010 en/of 2011 en/of 2012
onjuist of onvolledig heeft gedaan aan de Inspecteur der Belastingen van de
Belastingdienst,
welke onjuistheid of onvolledigheid hierin bestaat dat in genoemde aangiftebiljetten
- ( een) onjuist(e)bedrag(en) aan ondernemingswinst, althans een te laag bedrag aan
vennootschapsbelasting en/of
- ( een) onjuist(e) bedrag(en) aan belastbare winst en/of
- door middel van een valse en/of vervalste bedrijfsadministratie te lage belastbare
bedragen was vermeld / opgegeven / aangegeven;
terwijl dat feit (telkens) ertoe strekte dat te weinig belasting werd geheven;
zulks terwijl hij, verdachte, al dan niet in vereniging met een of meer anderen, tot
bovenomschreven strafba(a)r(e) feit(en) opdracht heeft gegeven, dan wel feitelijke
leiding heeft gegeven aan boven omschreven verboden gedraging(en);
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen bepaalde betekenis is
gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
6. ( artikel 13 lid 1 jo art. 55 lid 1 Wet Wapens en Munitie)
hij in of omstreeks 1 januari 2001 t/m 30 januari 2013 te gemeente Utrecht , in Nederland
een of meer vuurwapens van categorie 1, te weten een:
- luchtdruk pistool merk Gamo, catergorie 1 sub 7; en/of
- drie werppennen, catergorie 1 sub 7,
voorhanden heeft gehad;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
7 ( artikel 26 lid 1 jo art. 55 lid 3 onder a Wet Wapens en Munitie)
hij in of omstreeks 1 januari 2001 t/m 30 januari 2013 te gemeente Utrecht een
of meer vuurwapens en/of munitie van categorie III, te weten een
- gaspistool, merk Kimar, catergorie III sub 1, althans een vuurwapen; en/of
- een pistool, merk Browning, categorie III sub 1, althans een vuurwapen; en/of
- drie werpmessen, catergorie III sub 3; en/of
- twee werpmessen van het merk Hibben, categorie III sub 3; en/of
- zes scherpe patronen kaliber 7,65 mm en/of 1 scherpe knalpatroon kaliber 9mm en/of
vier scherpe gaspatronen uit patroon magazijn pistool merk Kimar en/of 30 scherpe
knalpatronen kaliber 9 mm en/of 1 scherpe gas patroon kaliber 9mm en/of 27 scherpe
knalpatronen kaliber 8 mm en/of 93 scherpe patronen kaliber .22LR en/of acht scherpe
pyrothechnische patronen kaliber 15 mm, althans munitie,
voorhanden heeft gehad;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;

Vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat de rechtbank de verdachte ter zake van het onder 1A, 2, 3A, 4A, 4B.1, 5, 6 en 7 tenlastegelegde zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden, met aftrek van voorarrest en verbeurdverklaring van de inbeslaggenomen wapens.

Ontvankelijkheid van de officier van justitie

Verjaring
Op grond van artikel 70 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) vervalt het recht tot strafvordering in zes jaren voor de misdrijven waarop tijdelijke gevangenisstraf van niet meer dan drie jaren is gesteld en in twaalf jaren voor misdrijven waarop tijdelijke gevangenisstraf van meer dan drie jaren is gesteld. De termijn van verjaring vangt ingevolge artikel 71 Sr aan op de dag na die waarop het feit is gepleegd. In artikel 72 Sr is bepaald dat elke daad van vervolging de verjaring stuit, ook ten aanzien van anderen dan de vervolgde. De rechtbank merkt de dag van de doorzoeking van verschillende panden, 30 januari 2013, aan als daad van vervolging, zodat vanaf dat moment de verjaring is gestuit. Dit brengt mee dat ten aanzien van de feit 6, waarop een maximum gevangenisstraf van 9 maanden is gesteld, sprake is van verjaring voor zover de tenlastelegging een periode bestrijkt van voor 30 januari 2007. Voor feit 7, waarop een maximum gevangenisstraf van 4 jaren is gesteld, geldt dat sprake is van verjaring voor wat betreft de tenlastegelegde periode voor 30 januari 2001. In zoverre wordt de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging.
Verweren met betrekking tot de aanvang van het onderzoek
De verdediging heeft betoogd dat er bij de aanvang van het strafrechtelijk onderzoek sprake is geweest van meerdere vormverzuimen, die ertoe moeten leiden dat de officier van justitie niet-ontvankelijk wordt verklaard.
De rechtbank zal deze verweren beoordelen aan de hand van hetgeen in het dossier is opgenomen met betrekking tot de aanvang van het onderzoek, in het bijzonder de processen-verbaal met de codes AH-002 en AH-023. Daarbij merkt de rechtbank allereerst op dat zij, anders dan de verdediging heeft betoogd, de beschikbare informatie voldoende concreet en verifieerbaar acht om een oordeel over de start van het onderzoek te kunnen geven. De rechtbank wijst er in dit verband tevens op dat de zogenaamde verbaliseringsverplichting van artikel 152 Wetboek van Strafvordering (Sv) niet van toepassing is op onderzoeksactiviteiten die voorafgaan aan het opsporingsonderzoek. De hieronder nader te beschrijven activiteiten kunnen, gelet op het bepaalde in artikel 132a Sv, niet als een opsporingsonderzoek worden aangemerkt. Dat de onderstaande onderzoeksactiviteiten niet of niet ten spoedigste in een proces-verbaal zijn neergelegd, maakt de aanvang van het onderzoek niet reeds daarom ondeugdelijk.
De rechtbank overweegt ten aanzien van de feitelijke gang van zaken bij de aanvang van het onderzoek het volgende.
Op 20 mei 2009 hebben de Belastingdienst, het Openbaar Ministerie, de politie en de Financial Intelligence Unit-Nederland het Convenant Gegevensuitwisseling Aanpak Vastgoed ondertekend, om zo de operationele samenwerking en de uitwisseling van informatie tussen de samenwerkende partijen te versterken. Op grond van het convenant is een Vastgoed Intelligence Centre (VIC) ingericht. Het doel van het VIC is het vervaardigen van strategische, tactische en operationele analyses ter ondersteuning van een bestuurlijke, fiscale en/of strafrechtelijke aanpak van georganiseerde criminaliteit in relatie tot criminaliteit in de vastgoedsector.
Op 12 april 2011 zijn de Bovenregionale Recherche Noord- en Oost-Nederland (BRNON) en de toenmalige projectleider van het VIC, de officier van justitie mr. R.J. Leijenaar, overeengekomen dat het VIC een zogeheten “geoscan” zou uitvoeren op de vastgoedsituatie in het postcodegebied van de politieregio’s die onder de BRNON vallen. Het gaat hierbij om een geautomatiseerde vergelijking van gegevens afkomstig uit bestanden van het Kadaster, justitie en de Belastingdienst, waarbij aan de hand van vooraf vastgestelde risico-indicatoren via puntentoekenning een lijst van objecten en subjecten wordt gegenereerd waarbij mogelijk sprake is van misstanden. De betreffende lijst is vervolgens door medewerkers van het VIC nader geanalyseerd, waarbij gebruik is gemaakt van bekende typologieën van witwassen.
Uit de geoscan kwam onder meer een rechtspersoon naar Zwitsers recht, [naam bedrijf 2] (hierna ook wel: [naam bedrijf 2] ) naar voren. Uit informatie van het Kadaster bleek dat [naam bedrijf 2] vanaf 1992 een zestiental onroerende goederen in diverse plaatsen in Nederland in eigendom had gekregen, dat geen van de betreffende panden met hypotheek was bezwaard en dat de bestuurder van [naam bedrijf 2] was genaamd [medeverdachte 2] . Nader onderzoek via internet wees uit dat het hierbij gaat om een in [pleegplaats 5] (Zwitserland) gevestigde jurist, die ook bij een groot aantal andere rechtspersonen naar Zwitsers recht betrokken is.
Uit onderzoek in het politiesysteem [naam 2] kwam naar voren dat 15 van de 16 panden die op naam stonden van [naam bedrijf 2] , te relateren waren aan [medeverdachte 1] , diens zoon [verdachte] of aan diens onderneming [naam bedrijf 1] . In het bijzonder viel op dat [naam bedrijf 2] eigenaar was van de (toenmalige) woningen van [medeverdachte 1] , [verdachte] en van de moeder van [verdachte] , [medeverdachte 3] , terwijl de overige panden gehuurd werden door [naam bedrijf 1] en in gebruik waren als seksclubs. Verder onderzoek in [naam 2] leverde op dat [naam bedrijf 1] ook in [plaats 4] een pand in gebruik had als seksclub, welk pand volgens het Kadaster eigendom was van een andere Zwitserse rechtspersoon, [naam bedrijf 3] (hierna ook wel: [naam bedrijf 3] ). Deze rechtspersoon was evenals [naam bedrijf 2] statutair gevestigd in [pleegplaats 5] , had als bestuurder eveneens [medeverdachte 2] , en ook op dit pand rustte geen hypotheek.
Anders dan de verdediging heeft gesteld, vormden deze feiten en omstandigheden, in samenhang bezien, naar het oordeel van de rechtbank redelijkerwijs voldoende grond voor een verdenking van witwassen ten aanzien van de hiervoor genoemde (rechts)personen. De bijzondere opsporingsbevoegdheden die vervolgens tegen hen zijn ingezet, zijn derhalve niet onrechtmatig uitgeoefend.
Uit het voorgaande volgt tevens dat het redelijk vermoeden van schuld is gerezen op grond van informatie waarover de politie zelfstandig kon beschikken, namelijk uit eigen systemen en uit openbare bronnen zoals kadastrale gegevens en het internet. De stelling van de verdediging dat in dit verband, zonder daartoe strekkende bevoegdheid of wettelijke basis, gebruik is gemaakt van gegevens van de Belastingdienst, is derhalve feitelijk onjuist. De rechtbank merkt overigens op dat naar haar oordeel artikel 43c van de Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen een voldoende juridische basis zou hebben geboden voor het verschaffen van dergelijke informatie door de Belastingdienst, één en ander overeenkomstig de overwegingen van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in het arrest van 8 november 2013 (ECLI:NL:GHARL:2013:8478).
Tot slot overweegt de rechtbank dat het hierboven beschreven onderzoek door het VIC niet kan worden aangemerkt als een verkennend onderzoek in de zin van artikel 126gg Wetboek van Strafvordering (Sv), zoals de verdediging heeft betoogd. Er was immers voorafgaand aan dat onderzoek geen sprake van feiten of omstandigheden waaruit aanwijzingen voortvloeiden dat binnen verzamelingen van personen de in dat artikel bedoelde misdrijven werden beraamd of gepleegd. Het doel van het onderzoek van het VIC was juist om via gegevensuitwisseling mogelijke misstanden in de vastgoedwereld op het spoor te komen. Hetgeen de verdediging op dit punt verder heeft aangevoerd behoeft derhalve geen bespreking.
Nu de verweren van de verdediging worden verworpen, acht de rechtbank de officier van justitie ontvankelijk en ziet zij geen aanleiding om delen van het dossier uit te sluiten van het bewijs.

Bewijsoverwegingen

Werkwijze [naam bedrijf 1]
Op grond van de stukken en het verhandelde ter terechtzitting stelt de rechtbank vast dat bij [naam bedrijf 1] sprake was van de navolgende werkwijze.
Omzet [1]
In de diverse clubs van [naam bedrijf 1] werd de omzet per dagdeel (voornamelijk contante inkomsten uit de verhuur van kamers aan prostituees en de verkoop van drank, alsmede de vergoedingen die prostituees betalen voor het overnachten op de club en de aanschaf van condooms) bijgehouden door de managers. Aan het eind van de week werden de dagopbrengsten door hen in een handgeschreven weekoverzicht gezet. Enkele managers noteerden de omzet van de club (ook) wekelijks in een agenda. Per week werden de dag- en weekoverzichten, samen met het contante geld, de creditcardslips en de pinbonnen in een envelop gedaan.
De managers mochten per werkdag 25% van de omzet houden. Zij haalden dat bedrag uit de contante inkomsten. Het contractueel afgesproken netto minimumloon dat ze (per bank) al hadden ontvangen, dienden ze hiermee te verrekenen. Veelal gebeurde dat door aan het eind van de maand het per bank uitbetaalde loon contant terug te storten in de enveloppen.
De enveloppen met daarin de contante omzet werden wekelijks bij de clubs opgehaald, meestal door de verdachte [medeverdachte 5] , maar ook wel door [verdachte] of [medeverdachte 4] . De enveloppen werden vervolgens doorgaans naar [medeverdachte 4] , en soms, bij afwezigheid van [medeverdachte 4] , naar [verdachte] of [medeverdachte 3] gebracht.
Dubbele boekhouding [2]
Door [medeverdachte 4] (of, bij afwezigheid van [medeverdachte 4] , door [verdachte] ) werden de weekomzetten van de clubs overgeschreven op een kladbriefje. Het opgehaalde geld werd dan per club door hem opgeteld en in een andere kolom op hetzelfde kladbriefje genoteerd. Op de achterzijde werd de verdeling van de opbrengsten per soort eurobiljet, creditcardslips en pinopbrengsten aangegeven.
Vervolgens halveerde [medeverdachte 4] (of in diens afwezigheid, [verdachte] ) de weekomzetten en zette hij het resulterende bedrag om in een op 1 decimaal afgerond getal (zodat bijvoorbeeld een weekomzet van € 4.625,-- werd omgezet in 2.3 en een weekomzet van € 5.718,-- in 2.8). Deze getallen werden vervolgens per club telefonisch (veelal per voicemail of per sms-bericht) doorgegeven aan [medeverdachte 1] , later ook wel aan [verdachte] .
De doorgegeven, gehalveerde, omzetten werden door [medeverdachte 1] met de hand genoteerd op een briefje, waarbij overigens in veel gevallen het bedrag eerst nog een tweede keer werd verlaagd. Daarna maakte [medeverdachte 4] op basis van deze briefjes “nieuwe” dagoverzichten op, op soortgelijke blokken als daarvoor in de clubs werden gebruikt. Deze dagoverzichten werden samengevoegd tot weekbundels, met de handgeschreven briefjes van [medeverdachte 1] als voorblad, waarna [medeverdachte 4] de herschreven weektotalen digitaal wegzette op zijn externe harde schijf.
Uit een vergelijking tussen de weekcijfers zoals die blijken uit de in beslag genomen agenda’s (waarin de werkelijke weekomzet stond genoteerd), de onder [medeverdachte 4] in beslag genomen versies van de administratie en de “officiële” boekhouding zoals die bij [naam bedrijf 7] is aangetroffen blijkt dat tot bijna 65% van de werkelijke omzet buiten de boeken werd gehouden.
Het in de boekhouding te verantwoorden deel van de omzet werd door [medeverdachte 4] gestort op de bankrekening van [naam bedrijf 1] . Het niet-verantwoorde deel van het bij de clubs opgehaalde contante geld, alsmede de oorspronkelijke door de managers opgemaakte weekomzetten, werd door [medeverdachte 4] , en in voorkomende gevallen door [verdachte] , naar de woning van [medeverdachte 3] aan de [adres 14] in [pleegplaats 4] gebracht. Het contante geld bracht [medeverdachte 3] naar een safeloket bij de Rabobank te [pleegplaats 4] . De oorspronkelijke administratie verbrandde zij in haar open haard.
De door [medeverdachte 4] samengestelde weekbundels en de door [medeverdachte 3] opgemaakte kasboeken (met daarin het te verantwoorden deel van de omzet) werden vervolgens overgedragen aan de boekhouder [naam bedrijf 7] , die aan de hand van deze (fictieve) gegevens de belastingaangiftes van [naam bedrijf 1] verzorgde.
Zwitserland [3]
In ieder geval ten aanzien van een gedeelte van het contante geld dat buiten de boeken werd gehouden kan worden vastgesteld dat het naar Zwitserland is gebracht. Bij de drie onderzochte gevallen in 2012 was de gang van zaken dat [medeverdachte 5] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 1] onderling telefonisch contact met elkaar hadden voor het afspreken van een datum en tijdstip, waarna [medeverdachte 3] een geldbedrag ophaalde uit het safeloket bij de Rabobank te [pleegplaats 4] . Dit geldbedrag werd vervolgens bij haar thuis opgehaald door [medeverdachte 5] , die daarmee naar [pleegplaats 5] reed en het pakket in kwestie afgaf ten kantore van [medeverdachte 2] .
Daarnaast kan worden aangenomen dat in 2009 in ieder geval één keer op dezelfde wijze geld naar Zwitserland is gebracht, nu uit onderzoek is gebleken dat [verdachte] op 29 juni 2009 door de douane is gecontroleerd bij de grensovergang tussen Duitsland en Zwitserland en dat toen een bedrag van € 85.000,-- aan contant geld is aangetroffen in zijn bagage. De stelling van de verdediging dat dit een eenmalig incident is geweest dat los moet worden gezien van het verdenking dat binnen [naam bedrijf 1] structureel geld werd witgewassen, acht de rechtbank niet geloofwaardig, gezien het samenstel van feiten en omstandigheden dat hierboven is geschetst, en evenmin in het licht van hetgeen hieronder nader zal worden overwogen met betrekking tot hetgeen [verdachte] ten overstaan van een tweetal onder dekmantel werkende verbalisanten heeft verklaard.
Aanschaf onroerend goed [4] en leningen [5]
Het kantooradres van [medeverdachte 2] aan de [adres 15] in [pleegplaats 5] is ook het vestigingsadres van de Zwitserse rechtspersonen [naam bedrijf 2] ( [naam bedrijf 2] ), [naam bedrijf 3] en [naam bedrijf 5] ). Deze drie rechtspersonen hebben in de loop der jaren een groot aantal panden in Nederland aangekocht. De meeste van deze panden werden verhuurd aan [naam bedrijf 1] en hierin waren de seksclubs gevestigd die door [naam bedrijf 1] werden geëxploiteerd. [naam bedrijf 2] was daarnaast eigenaar van de woningen die aan [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 3] werden verhuurd.
[naam bedrijf 2] en [naam bedrijf 3] hebben bovendien in de periode van juli 1999 tot en met februari 2008 een achttal onderhandse leningen verstrekt aan [naam bedrijf 1] , waarvoor overigens geen zekerheden zijn gesteld, waarbij in een tweetal gevallen geen en in de overige gevallen een niet-marktconforme rente is bedongen en waarop nauwelijks werd afgelost.
Nader onderzoek naar de Zwitserse bankrekeningen van [naam bedrijf 2] , [naam bedrijf 3] en [naam bedrijf 5] heeft uitgewezen dat [medeverdachte 1] de begunstigde eigenaar is van de vermogenswaarden op deze bankrekeningen. Bij [medeverdachte 2] zijn trustovereenkomsten, notities en e-mailberichten aangetroffen die aantonen dat [medeverdachte 1] de achterliggende, feitelijke bestuurder is van deze drie rechtspersonen.
Uit het verloop van de bankrekeningen van [naam bedrijf 2] , [naam bedrijf 3] en [naam bedrijf 5] is gebleken dat zij over geen andere inkomsten beschikten dan de (overigens niet-marktconforme) huur die [naam bedrijf 1] voor het gebruik van de panden betaalde en stortingen van contant geld door [medeverdachte 2] . Het onderzoek heeft geen andere bron voor dit contante geld kunnen aantonen dan de buiten de boeken gehouden en naar Zwitserland gebrachte deel van de omzet van de seksclubs.
Tussenconclusie
Gelet op het voorgaande is de rechtbank oordeel dat sprake is geweest van een zogenaamde “loan back”-constructie, dat wil zeggen dat dat deel van de omzet van [naam bedrijf 1] dat buiten de boeken werd gehouden, nadat het naar Zwitserland was gebracht, werd geïnvesteerd in panden in Nederland of als lening werd verstrekt ten behoeve van deze zelfde rechtspersoon.
Bespreking van de tenlastegelegde feiten
Criminele organisatie en de rol van [verdachte]
Uit hetgeen de rechtbank hierboven in algemene zin heeft overwogen, blijkt genoegzaam dat tussen de in feit 2 genoemde natuurlijke en rechtspersonen op duurzame en structurele wijze werd samengewerkt om een deel van de omzet van de seksclubs die [naam bedrijf 1] exploiteerde buiten de administratie en de belastingheffing te houden en om deze zwarte omzet via een schijnconstructie wit te wassen. De rechtbank zal op dat laatste hieronder nog nader ingaan.
Deze vorm van samenwerking om financiële misdrijven als witwassen, belastingfraude en valsheid in geschrifte te plegen kan naar het oordeel van de rechtbank zonder meer als een criminele organisatie in de zin van artikel 140 Wetboek van Strafrecht worden beschouwd.
Naar het oordeel van de rechtbank kan op grond van het dossier worden vastgesteld dat [verdachte] vanaf enig moment een belangrijke positie is gaan innemen binnen [naam bedrijf 1] , zowel voor wat betreft de legale activiteiten van deze onderneming als voor wat betreft het criminele samenwerkingsverband waarvan [naam bedrijf 1] de spil was. De rechtbank zal in dit verband de datum 1 juni 2009 aanhouden, waarbij van belang is dat [verdachte] zelf heeft verklaard dat hij in verband met de gezondheidsproblemen van zijn vader [medeverdachte 1] (die zich zo rond deze datum voor het eerst in die vorm openbaarden) taken van hem heeft overgenomen. Een aanwijzing dat [verdachte] vanaf 2009 een meer bepalende rol bij (de criminele activiteiten van) [naam bedrijf 1] is gaan spelen, is daarnaast dat hij op 1 januari 2009 gevolmachtigde is geworden voor deze onderneming.
Op grond van de bevindingen van het politieonderzoek kan verder worden vastgesteld dat [verdachte] bij alle belangrijke onderdelen van de witwasconstructie, zoals hierboven door de rechtbank beschreven, betrokken is geweest. In dit verband is van belang dat:
  • [verdachte] zo nu en dan (gehalveerde) omzetten doorbelde aan zijn vader [medeverdachte 1] ;
  • hij bij afwezigheid van [medeverdachte 4] de voorbereidende administratieve werkzaamheden overnam die voorafgingen aan de feitelijke vervalsing van de boekhouding;
  • hij in ieder geval één keer het transport heeft verzorgd van een grote hoeveelheid contant geld naar Zwitserland;
  • hij nadrukkelijk betrokken was bij de aankoop van nieuw onroerend goed (zoals het pand aan de [adres 3] in [plaats 3] ) door de Zwitserse rechtspersonen die feitelijk in handen waren van zijn vader, en daarmee bij de investering in [naam bedrijf 1] van de buiten de boekhouding gehouden omzet;
  • hij zich ook overigens actief bemoeide met de exploitatie van de seksclubs die waren gevestigd in de door [naam bedrijf 1] fictief gehuurde panden, waaronder ook het verzorgen van de vergunningen, de verzekeringen en de gemeentelijke belastingen;
  • hij in ieder geval één keer, op 23 november 2012, aanwezig is geweest bij een bespreking met onder meer zijn vader en [medeverdachte 2] in Zwitserland, waarbij de aankoop van het pand in [plaats 3] door [naam bedrijf 2] aan de orde is geweest.
Al het voorgaande in samenhang genomen maakt naar het oordeel van de rechtbank dat buiten redelijke twijfel vaststaat dat [verdachte] tot in detail op de hoogte moet zijn geweest van de witwasconstructie en dat hij daar een leidende rol in had.
Deze conclusie wordt ondersteund door de bevindingen van een tweetal onder dekmantel werkende verbalisanten, die in een aantal processen-verbaal hebben neergelegd hetgeen [verdachte] aan hen heeft verklaard tijdens zijn vakantie op Tenerife en later in een hotel in [plaats 6] . Deze verklaringen komen erop neer dat [verdachte] in algemene zin uitleg heeft gegeven over een constructie waarbij iemand een bedrijf in Zwitserland opricht, dat deze persoon de aandelen in dat bedrijf voor het merendeel zelf houdt, dat het Zwitserse bedrijf vervolgens panden kan kopen in Nederland en deze panden dan kan verhuren aan de eigenaar van het Zwitserse bedrijf, die zodoende eigenlijk van zichzelf huurt. Meer concreet heeft [verdachte] verklaard dat alle panden van [naam bedrijf 1] op de door hem beschreven wijze op naam staan van een Zwitsers bedrijf en dat hij zelf ook zijn huis huurt van een Zwitsers bedrijf dat eigenlijk van hem is.
Anders dan de verdediging heeft betoogd, acht de rechtbank de inzet van onder dekmantel werkende verbalisanten niet onrechtmatig, nu in voldoende mate is voldaan aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit; het ging in dit geval immers om een onderzoek naar grootschalige belastingfraude en witwassen, waarbij de inzet van dit middel geboden was om nader zicht te krijgen op de concrete werkwijze en op de concrete rol en betrokkenheid van [verdachte] en mogelijke anderen. De rechtbank ziet, opnieuw anders dan de verdediging heeft betoogd, ook geen aanleiding om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de verklaringen van de betreffende verbalisanten. De verbalisanten hebben ten overstaan van de rechter-commissaris afdoende duidelijk gemaakt hoe één en ander met het verbaliseren van de door [verdachte] afgelegde verklaringen is gegaan en hebben ook inzicht gegeven in hun drankgebruik. De rechtbank laat in dit verband sterk meewegen dat [verdachte] de meest belastende onderdelen van zijn verklaringen later in een gesprek in een hotel in [plaats 6] heeft herhaald, terwijl op dat moment van (overmatig) drankgebruik geen sprake was. Daarnaast stelt de rechtbank vast dat hetgeen [verdachte] verklaard heeft zodanig past bij hetgeen overigens in het dossier is gebleken over hoe de witwasconstructie was opgezet en werd uitgevoerd, dat van grootspraak of een verkeerde interpretatie door de verbalisanten geen sprake kan zijn geweest.
De conclusie kan dan ook niet anders zijn dan dat [verdachte] bestuurder en leidinggevende is geweest van een criminele organisatie, zodat het onder 2 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden.
Witwassen
Zoals hiervoor al eerder overwogen, werd slechts een deel van de werkelijke omzet van de clubs in de boekhouding verantwoord. Het overgebleven deel, in de tenlastelegging onder feit 1A aangeduid als “de zwarte omzet”, bleef door de eerder beschreven vervalsing van de relevante administratieve bescheiden buiten het zicht van iedereen behalve de betrokken verdachten. Het buiten de boekhouding gehouden deel van de omzet kan dan ook (vanaf dat moment) worden aangemerkt als geld dat afkomstig is uit misdrijf, namelijk de gepleegde valsheid in geschrifte. De rechtbank volgt derhalve niet de stelling van de verdediging dat het strafbare feit waarmee het wit te wassen geld zou zijn verkregen, het onjuist doen van belastingaangifte zou zijn geweest.
Uit het voorgaande algemene overzicht van de werkwijze binnen [naam bedrijf 1] volgt verder dat deze zwarte omzet, in ieder geval voor een deel, naar [medeverdachte 2] in Zwitserland werd gebracht. Naar het oordeel van de rechtbank staat buiten redelijke twijfel vast dat dit geld geheel of gedeeltelijk ten goede is gekomen aan de drie Zwitserse rechtspersonen [naam bedrijf 2] , [naam bedrijf 3] en [naam bedrijf 5] . Zoals al eerder opgemerkt is immers uit het onderzoek is gebleken dat deze rechtspersonen, afgezien van huurbetalingen door [naam bedrijf 1] , over geen andere bron van inkomsten beschikten dan stortingen van contant geld door [medeverdachte 2] .
Het vermogen van de drie Zwitserse rechtspersonen is – afgezien van de eerdergenoemde leningen – vrijwel uitsluitend aangewend ten behoeve van de aankoop van onroerend goed in Nederland, dat reeds in gebruik was dan wel daarna in gebruik kwam bij [medeverdachte 1] , zijn gezinsleden (waaronder zijn zoon [verdachte] ) of [naam bedrijf 1] . Omdat uit het onderzoek genoegzaam is komen vast te staan dat [medeverdachte 1] zelf de uiteindelijke rechthebbende was van [naam bedrijf 2] , [naam bedrijf 3] en [naam bedrijf 5] , moet worden geconcludeerd dat de panden die onder feit 1A staan genoemd, feitelijk aan hemzelf toebehoorden en dat middels een schijnconstructie, waarbij gebruik is gemaakt van valse huur- en koopovereenkomsten, is verhuld dat deze panden in werkelijkheid werden gefinancierd met de zwarte omzet van de clubs.
De rechtbank acht in het licht van het voorgaande wettig en overtuigend bewezen dat [naam bedrijf 1] zich in vereniging met verschillende natuurlijke en rechtspersonen schuldig heeft gemaakt aan het gewoontewitwassen van de zwarte omzet en van onroerend goed op de wijze zoals in de tenlastelegging onder feit 1A is beschreven, behoudens de hierna te noemen onderdelen. Gelet op de leidende rol die zij vervulden binnen het criminele samenwerkingsverband waarvan [naam bedrijf 1] deel uitmaakte, acht de rechtbank tevens wettig en overtuigend bewezen dat [medeverdachte 1] en [verdachte] daartoe opdracht hebben gegeven dan wel daaraan feitelijk leiding hebben gegeven.
De rechtbank is van oordeel dat niet is komen vast te staan dat de contante bestedingen bij [naam bedrijf 4] en aan [naam 1] zijn betaald met geld dat van misdrijf afkomstig is, nu deze betalingen rechtstreeks zijn gedaan vanuit de kas van de clubs, dat wil zeggen voordat de werkelijke omzet middels valsheid in geschrifte werd verhuld. De rechtbank acht derhalve dit onderdeel van de tenlastelegging niet bewezen.
Met betrekking tot de tenlastegelegde aankoop van een perceel grond nr. [nummer] [Parknaam] bij [adres 6] te [plaats 5] stelt de rechtbank vast dat deze aankoop heeft plaatsgevonden op 30 november 2001 en derhalve buiten de tenlastegelegde periode valt. Derhalve kan ook dit onderdeel van de tenlastelegging niet worden bewezen.
Valsheid in geschrift
De verdediging heeft betoogd dat de onder feit 3A c.q. 3B bedoelde geschriften geen feitelijke onjuistheden bevatten en om die reden niet als vals kunnen worden aangemerkt.
Dat de inhoud van de in de tenlastelegging genoemde geschriften strikt genomen niet in strijd is met de waarheid staat niet ter discussie. Dat neemt echter niet weg dat al deze geschriften opgemaakt zijn met het uitsluitende doel om derden te misleiden omtrent de werkelijkheid, namelijk dat [naam bedrijf 1] gebruik maakte van de Zwitserse rechtspersonen [naam bedrijf 2] , [naam bedrijf 3] en [naam bedrijf 5] om onroerend goed in Nederland aan te kopen en aan zichzelf terug te verhuren en op die manier de zwarte omzet van de clubs wit te wassen. Naar het oordeel van de rechtbank staat buiten redelijke twijfel vast dat het nadrukkelijk opvoeren van de Zwitserse rechtspersonen als partij bij de genoemde huur-, lenings- en koopovereenkomsten en leveringsaktes enkel diende om deze schijnconstructie te verhullen.
Het voorgaande betekent dat van al de in de tenlastelegging genoemde geschriften gezegd kan worden dat zij valselijk zijn opgemaakt.
Van deze geschriften heeft [naam bedrijf 1] gebruik gemaakt als waren zij echt en onvervalst door deze te overleggen aan de in de tenlastelegging genoemde officiële instanties. Gelet op hun leidende rol binnen het criminele samenwerkingsverband waarvan [naam bedrijf 1] deel uitmaakte, is de rechtbank van oordeel dat bewezen kan worden dat [medeverdachte 1] en [verdachte] daartoe opdracht hebben gegeven, dan wel daaraan feitelijk leiding hebben gegeven.
De rechtbank acht derhalve het onder 3A tenlastegelegde derhalve wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van de onder 4B.1 tenlastegelegde omzetformulieren overweegt de rechtbank als volgt.
Uit hetgeen de rechtbank eerder heeft overwogen over de wijze waarop een deel van de omzet buiten de boekhouding werd gehouden, volgt buiten redelijke twijfel dat de in dit feit bedoelde omzetformulieren in alle gevallen valselijk door [naam bedrijf 1] zijn opgemaakt, nu op die formulieren opzettelijk een lagere omzet is vermeld dan de diverse clubs in werkelijkheid hadden gedraaid. Ook hier is de rechtbank van oordeel dat bewezen kan worden dat [medeverdachte 1] en [verdachte] , gezien hun leidende rol binnen het criminele samenwerkingsverband waarvan [naam bedrijf 1] deel uitmaakte, daartoe opdracht hebben gegeven dan wel daaraan feitelijk leiding hebben gegeven.
De rechtbank acht dan ook het onder feit 4B.1 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen.
Onjuiste belastingaangiftes
Nu de aangiftes omzetbelasting van [naam bedrijf 1] over de tijdvakken januari 2007 tot en met september 2012, zoals in de tenlastelegging onder 4A bedoeld, gedaan zijn op basis van de eerdergenoemde valselijk opgemaakte omzetformulieren, staat vast dat deze aangiftes opzettelijk onjuist zijn gedaan, met als gevolg dat over deze tijdvakken te weinig belasting is geheven.
Gelet op hun leidende rol binnen het criminele samenwerkingsverband waarvan [naam bedrijf 1] deel uitmaakte, staat ook hier vast dat [medeverdachte 1] en [verdachte] tot het doen van deze onjuiste aangiftes opdracht hebben gegeven dan wel daaraan feitelijk leiding hebben gegeven.
De rechtbank acht derhalve het onder feit 4A tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van de aangiftes vennootschapsbelasting van [naam bedrijf 1] , zoals tenlastegelegd onder feit 5, overweegt de rechtbank dat de aangifte over 2007 incompleet in het dossier is gevoegd en dat is komen vast te staan dat de aangiftes over 2011 en 2012 nooit zijn ingediend. Van deze onderdelen zal de verdachte dan ook worden vrijgesproken.
Voor de aangiftes vennootschapsbelasting over de overige tijdvakken die zijn genoemd in de tenlastelegging, geldt hetzelfde als de rechtbank hierboven heeft overwogen met betrekking tot de aangiftes omzetbelasting. Ook de aangiftes vennootschapsbelasting zijn gebaseerd op de gegevens in de valselijk opgemaakte bedrijfsadministratie, met als gevolg dat over deze tijdvakken te weinig belasting is geheven, en ook hier geldt dat bewezen kan worden dat [medeverdachte 1] en [verdachte] , gelet op hun leidende rol binnen het criminele samenwerkingsverband waarvan [naam bedrijf 1] deel uitmaakte, daartoe opdracht hebben gegeven dan wel daaraan feitelijk leiding hebben gegeven.
In zoverre acht de rechtbank het onder feit 5 tenlastegelegde derhalve wettig en overtuigend bewezen.
Wet Wapens en Munitie
Uit het aanvangsproces-verbaal in zaaksdossier 6 blijkt dat tijdens een doorzoeking in de woning van [verdachte] in [woonplaats] , in een kluis op de slaapkamer aan de achterzijde van deze woning, een luchtdrukpistool, een gaspistool, een pistool, vijf werpmessen, drie werppennen en een hoeveelheid scherpe patronen van verschillende soorten en kalibers zijn aangetroffen. De kluis in kwestie was slotvast afgesloten, maar kon worden geopend door middel van een sleutel die eveneens in deze woning is aangetroffen.
Gelet op de plaats waar de wapens en de munitie zijn aangetroffen, hecht de rechtbank geen geloof aan de verklaring van [verdachte] dat hij niet wist dat deze in zijn woning aanwezig waren. Overigens merkt de rechtbank op dat één van de sets werpmessen is aangetroffen in een riemklip met daarin de initialen “ [initialen] ” gekerfd, hetgeen de verklaring van de verdachte des te onaannemelijker maakt.
Uit het proces-verbaal van bevindingen (AH546) blijkt dat het luchtdrukpistool merk Gamo en de drie werppennen vallen onder categorie I sub 7 van de Wet wapens en munitie (WWM), en dat het gaspistool merk Kimar, het pistool merk Browning, de drie werpmessen die zijn aangetroffen in de riemklip, de twee werpmessen van het merk Hibben, en een groot aantal patronen, waaronder scherpe patronen, gaspatronen en pyrotechnische patronen, alle vallen onder categorie III sub 1 van de WWM.
De rechtbank acht derhalve bewezen dat [verdachte] op 30 januari 2013 voornoemde wapens en munitie voorhanden heeft gehad, zoals onder feit 6 en 7 is tenlastegelegd.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1A, 2, 3A, 4A, 4B.1, 5, 6 en 7 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1A.
[naam bedrijf 1] in de periode van 1 juni 2009 tot en met 30 januari 2013, in Nederland en in Zwitserland, tezamen en in vereniging met natuurlijke personen en rechtspersonen, meermalen van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt. immers hebben [naam bedrijf 1] en haar mededaders van onderstaande voorwerpen,
de werkelijke aard en de herkomst en verplaatsing verborgen en/of verhuld en verborgen en verhuld wie de rechthebbende op die voorwerpen zijn, en hebben [naam bedrijf 1] en haar mededaders de hieronder genoemde voorwerpen verworven en voorhanden gehad en overgedragen en omgezet en van die voorwerpen gebruik gemaakt,
te weten:
- de zwarte omzet van [naam bedrijf 1] ter grootte van een aanzienlijk geldbedrag
(deze zwarte omzet wordt buiten het zicht van de Nederlandse overheid gebracht door deze zwarte omzet naar Zwitserland te laten vervoeren en in Zwitserland onder te brengen in Zwitserse rechtspersonen ( [naam bedrijf 2] of [naam bedrijf 3] of [naam bedrijf 5] ) en deze zwarte omzet te herinvesteren, middels schijnconstructies, in onroerend
goed in Nederland)en
- onroerend goed onder andere de panden waarin de seksclubs van [naam bedrijf 1] zijn gevestigd gelegen in [plaats 1] aan de [adres 1] en/of in [plaats 2] aan de [adres 2] en/of in [plaats 3] aan de [adres 3] en/of in [plaats 10] aan de [adres 4] en/of een loods aan de [adres 5] te [plaats 4] ,
(door het onroerend goed op naam te zetten van Zwitserse rechtspersonen ( [naam bedrijf 2] of [naam bedrijf 3] of [naam bedrijf 5] ) en een bestuurder voor die rechtspersonen aan te stellen),
terwijl [naam bedrijf 1] , en haar mededaders telkens wisten dat bovenomschreven voorwerpen - onmiddellijk of middellijk- afkomstig waren uit enig misdrijf,
zulks terwijl hij, [verdachte] , in vereniging met anderen, tot bovenomschreven strafbare feiten opdracht heeft gegeven, dan wel feitelijke leiding heeft gegeven aan bovenomschreven verboden gedragingen;
2.
hij in de periode van 1 juni 2009 tot en met 30 januari 2013, in Nederland en in Zwitserland, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande (onder meer) uit [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] en [naam bedrijf 2] en [naam bedrijf 3] en [naam bedrijf 5] en [naam bedrijf 1] ,
welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk:
- valsheid in geschrifte zoals bedoeld in artikel 225 Wetboek van Strafrecht en
- gewoonte witwassen zoals bedoeld in de artikelen art 420ter en 420bis Wetboek van Strafrecht, en
- het opzettelijk niet doen van een juiste aangifte omzetbelasting en vennootschapsbelasting, zoals bedoeld in artikel 69 lid 2 van de Algemene wet inzake Rijksbelastingen,
terwijl hij, verdachte, van die organisatie medeoprichter en bestuurder was en binnen die organisatie een leidinggevende rol vervulde;
3A.
[naam bedrijf 1] en/of [naam bedrijf 2] en/of [naam bedrijf 3]
en/of [naam bedrijf 5] in de periode van 1 juni 2009 tot en met 30 januari 2013 in Nederland en in Zwitserland, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, geschriften, te weten de navolgende:
- een huurovereenkomst (Mietvertrag) tussen [naam bedrijf 2]
en [naam bedrijf 1] betreffende een pand aan [adres 7] te [plaats 6] , en
- een huurovereenkomst (Mietvertrag) tussen [naam bedrijf 2] en
[naam bedrijf 1] betreffende een pand aan de [adres 8] te [plaats 7] , en
- een huurovereenkomst (Mietvertrag) tussen [naam bedrijf 2] en
[naam bedrijf 1] betreffende een pand aan de [adres 1] te [plaats 1] , en
- een huurovereenkomst (Mietvertrag) tussen [naam bedrijf 2] en
[naam bedrijf 1] betreffende een pand aan de [adres 9] te [plaats 8] , en
- een huurovereenkomst (Mietvertrag) tussen [naam bedrijf 2] en
[naam bedrijf 1] betreffende een pand aan de [adres 4] te [plaats 10] , en
- een huurovereenkomst (Mietvertrag) tussen [naam bedrijf 2] en
[naam bedrijf 1] betreffende een pand aan het [adres 10] te [plaats 9] , en
- een huurovereenkomst (Mietvertrag) tussen [naam bedrijf 2] en
[naam bedrijf 1] betreffende een pand aan de [adres 11] te [plaats 11] , en
- een huurovereenkomst (Mietvertrag) tussen [naam bedrijf 2] en
[naam bedrijf 1] betreffende een pand aan de [adres 12] te [plaats 14] , en
- een huurovereenkomst (Mietvertrag) tussen [naam bedrijf 3] en [naam bedrijf 1]
betreffende een pand aan de [adres 5] te [plaats 4] , en
- een huurovereenkomst (Mietvertrag) tussen [naam bedrijf 3] en [naam bedrijf 1]
betreffende een pand aan de [adres 5] te [plaats 4] , en
- een huurovereenkomst (Mietvertrag) tussen [naam bedrijf 5] en [naam bedrijf 1] betreffende
een pand aan de [adres 2] te [plaats 2] , en
- een huurovereenkomst (Mietvertrag) tussen [naam bedrijf 2] en
[naam bedrijf 1] betreffende een pand aan de [adres 3] te [plaats 3] , en
- een leningsovereenkomst (Darlehensvertrag) tussen [naam bedrijf 2]
en [naam bedrijf 1] d.d. 1 maart 2001, en
- een leningsovereenkomst (Darlehensvertrag) tussen [naam bedrijf 2]
en [naam bedrijf 1] d.d. 19 mei 2004, en
- een leningsovereenkomst (Darlehensvertrag) tussen [naam bedrijf 2]
en [naam bedrijf 1] d.d. 30 november 2004, en
- een leningsovereenkomst (Darlehensvertrag) tussen [naam bedrijf 2]
en [naam bedrijf 1] d.d. 4 april 2007, en
- een leningsovereenkomst (Darlehensvertrag) tussen [naam bedrijf 2]
en [naam bedrijf 1] d.d. 14 februari 2008, en
- een leningsovereenkomst (Darlehensvertrag) tussen [naam bedrijf 3] en
[naam bedrijf 1] d.d. 19 mei 2004, en
- een leningsovereenkomst (Darlehensvertrag) tussen [naam bedrijf 5] en [naam bedrijf 1]
d.d.14 april 2009, en
- een leningsovereenkomst (Darlehensvertrag) tussen [naam bedrijf 5] en [naam bedrijf 1]
d.d. 31 juli 2009, en
- een koopovereenkomst d.d. 7 januari 2003 betreffende [adres 1] te
[plaats 1] , en
- een leveringsakte d.d. 26 maart 2012 betreffende de [adres 2] te [plaats 2] , en
- een leveringsakte d.d. 2 mei 2012 betreffende de woning [adres 1] te
[plaats 1] ,
elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, daarvan telkens opzettelijk gebruik heeft gemaakt als ware die geschriften telkens echt en onvervalst
bestaande dat gebruikmaken hierin dat genoemde documenten zijn overgelegd ten behoeve van de inschrijving bij de Kamer van Koophandel (KvK) en de inschrijving bij het Kadaster en overgelegd in het kader van BIBOB aanvragen door gemeentes en het aanvragen van exploitatievergunningen bij gemeentes,
en bestaande die valsheid hierin dat telkens valselijk immers opzettelijk in strijd met de waarheid, deze huurovereenkomsten (Mietvertragen) en leningsovereenkomsten (Darlehensvertragen) en koopovereenkomst en leveringsaktes vermelden
- met betrekking tot leningsovereenkomsten: dat geldlener [naam bedrijf 2] of [naam bedrijf 3] of [naam bedrijf 5] is, terwijl de eigenaar van de uitgeleende geldbedragen [naam bedrijf 1] en [medeverdachte 1] zijn, zodat van geldleningen geen sprake is en sprake is van een schijnconstructie,
- met betrekking tot huurovereenkomsten: dat de verhuurder [naam bedrijf 2] of [naam bedrijf 3] of [naam bedrijf 5] is, terwijl de panden in werkelijkheid eigendom zijn van [naam bedrijf 1] en [medeverdachte 1] , zodat van een huurrelatie geen sprake is en sprake is van een schijnconstructie,
- met betrekking tot koopovereenkomst en notariële leveringsakten: dat [naam bedrijf 2] of [naam bedrijf 5] of een andere rechtspersoon koper/eigenaar is, terwijl de panden in werkelijkheid gekocht worden en in eigendom verkregen worden door [naam bedrijf 1] en [medeverdachte 1] , zodat sprake is van een schijnconstructie,
met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken en door anderen te doen gebruiken,
tot welke feit hij, verdachte [verdachte] , tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, opdracht heeft gegeven en feitelijk leiding heeft gegeven;
4A.
[naam bedrijf 1] in de periode van 1 juni 2009 tot en met september 2013 in Nederland,
tezamen en in vereniging met andere rechtspersonen en natuurlijke personen,
meermalen telkens opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte als bedoeld in de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen, te weten aangiften voor de omzetbelasting ten name van [naam bedrijf 1] over de aangiftetijdvakken:
- juni 2009 en juli 2009 en augustus 2009 en september 2009 en oktober 2009 en november 2009 en december 2009; en
- januari 2010 en februari 2010 en maart 2010 en april 2010 en mei 2010 en juni 2010 en juli 2010 en augustus 2010 en september 2010 en oktober 2010 en november 2010 en december 2010; en
- januari 2011 en februari 2011 en maart 2011 en april 2011 en mei 2011 en juni 2011 en juli 2011 en augustus 2011 en september 2011 en oktober 2011 en november 2011 en december 2011; en
- januari 2012 en februari 2012 en maart 2012 en april 2012 en mei 2012 en juni 2012 en juli 2012 en augustus 2012 en september 2012,
onjuist of onvolledig heeft gedaan bij de Inspecteur der belastingen / de Belastingdienst,
terwijl dat feit er telkens toe strekte dat te weinig belasting wordt geheven, hebbende die onjuistheid of onvolledigheid hierin bestaan, dat in genoemde (electronische) aangiftebiljetten telkens een te laag bedrag aan te betalen omzetbelasting werd vermeld,
zulks terwijl hij, verdachte [verdachte] , in vereniging met een ander, tot bovenomschreven strafbare feiten opdracht heeft gegeven, dan wel feitelijke leiding heeft gegeven aan boven omschreven verboden gedragingen;
en
4B.1.
[naam bedrijf 1] op verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2011 tot en met 30 januari 2013, in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, telkens de bedrijfsadministratie, zijnde die bedrijfsadministratie een samenstel van geschriften, dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt, namelijk:
a. omzetformulieren [plaats 6] 1e week 2013, en
b. omzetformulieren [plaats 7] 1e week 2013, en
c. omzetformulieren [plaats 9] 1e week 2013, en
d. omzetformulieren [plaats 11] 1e week 2013, en
e. omzetformulieren [plaats 14] 1e week 2013, en
f. omzetformulieren [plaats 8] 1e week 2013, en
g. omzetformulieren [plaats 4] 1e week 2013, en
h. omzetformulieren [plaats 1] 1e week 2013, en
i. omzetformulieren [plaats 10] 1e week 2013, en
j. omzetformulieren [plaats 15] 1e week 2013, en
k. omzetformulieren [plaats 2] 1e week 2013, en
l. omzetformulieren [plaats 7] week 38, 2011, en
m. omzetformulieren [plaats 7] week 40, 2011, en
n. omzetformulier [plaats 7] week 42, 2011, en
o. omzetformulieren [plaats 7] week 44, 2011, en
p. omzetformulier [plaats 7] week 45, 2011, en
q. omzetformulier [plaats 8] week 46, 2011, en
r. omzetformulier [plaats 11] week 1, 2012, en
s. omzetformulier [plaats 7] week 2, 2012, en
t. omzetformulier [plaats 7] week 4, 2012, en
u. omzetformulier [plaats 11] week 5, 2012, en
v. omzetformulier [plaats 7] week 46, 2012, en
w. omzetformulier [plaats 11] week 47, 2012, en
x. omzetformulier [plaats 7] week 48, 2012, en
y. omzetformulier [plaats 7] week 49, 2012, en
z. omzetformulier [plaats 7] week 50, 2012, en
aa. omzetformulier [plaats 9] week 1, 2011 en
bb. omzetformulier [plaats 9] week 2, 2011 en
cc. omzetformulier [plaats 9] week 4, 2011 en
dd. omzetformulier [plaats 9] week 12, 2011 en
ee. omzetformulier [plaats 9] week 13, 2011 en
ff. omzetformulier [plaats 9] week 14, 2011 en
gg. omzetformulier [plaats 9] week 15, 2011 en
hh. omzetformulier [plaats 9] week 34, 2011 en
ii. omzetformulier [plaats 9] week 35, 2011 en
jj. omzetformulier [plaats 9] week 36, 2011 en
kk. omzetformulier [plaats 9] week 37, 2011 en
ll. omzetformulier [plaats 9] week 38, 2011 en
mm. omzetformulier [plaats 9] week 1, 2012 en
nn. omzetformulier [plaats 9] week 2, 2012 en
oo. omzetformulier [plaats 9] week 3, 2012 en
pp. omzetformulier [plaats 9] week 4, 2012 en
qq. omzetformulier [plaats 9] week 21, 2012 en
rr. omzetformulier [plaats 9] week 22, 2012 en
ss. omzetformulier [plaats 9] week 23, 2012 en
tt. omzetformulier [plaats 9] week 24, 2012 en
uu. omzetformulier [plaats 9] week 46, 2012 en
vv. omzetformulier [plaats 9] week 47, 2012 en
ww. omzetformulier [plaats 9] week 48, 2012 en
xx. omzetformulier [plaats 9] week 49, 2012 en
yy. omzetformulier [plaats 9] week 50, 2012 en
zz. omzetformulier [plaats 9] week 51, 2012 en
welke in de bedrijfsadministratie waren verwerkt en bestemd waren om in de bedrijfsadministratie te verwerken/op te nemen,
bestaande die valsheid hierin dat de bovengenoemde omzetformulieren telkens
valselijk en in strijd met de waarheid zijn opgemaakt,
immers hebben [naam bedrijf 1] en haar mededaders telkens een onjuist en te laag omzetbedrag op de omzetformulieren vermeld, terwijl de daadwerkelijk behaalde omzetbedragen hoger waren,
zulks telkens met het oogmerk om die bedrijfsadministratie en geschriften als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken,
tot welke feiten hij, verdachte [verdachte] , tezamen en in vereniging met een ander, opdracht heeft gegeven en aan welke verboden gedragingen hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander, feitelijk leiding heeft gegeven;
5.
[naam bedrijf 1] op 4 december 2012 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte als bedoeld in de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen, te weten de aangiften vennootschapsbelasting ten name van [naam bedrijf 1] over de aangiftetijdvakken
- 2008 en 2009 en 2010
onjuist of onvolledig heeft gedaan aan de Inspecteur der Belastingen van de Belastingdienst,
welke onjuistheid of onvolledigheid hierin bestaat dat in genoemde aangiftebiljetten
- een onjuist bedrag aan belastbare winst was opgegeven
terwijl dat feit telkens ertoe strekte dat te weinig belasting werd geheven;
zulks terwijl hij, verdachte [verdachte] , in vereniging met een ander, tot bovenomschreven strafbare feiten opdracht heeft gegeven, dan wel feitelijke leiding heeft gegeven aan bovenomschreven verboden gedragingen;
6.
hij op 30 januari 2013 te gemeente Utrecht , een of meer (vuur)wapens van categorie I, te weten een:
- luchtdruk pistool merk Gamo, categorie I sub 7; en
- drie werppennen, categorie I sub 7,
voorhanden heeft gehad;
7 ( artikel 26 lid 1 jo art. 55 lid 3 onder a Wet Wapens en Munitie)
hij op 30 januari 2013 te gemeente Utrecht een of meer (vuur)wapens en munitie van categorie III, te weten een
- gaspistool, merk Kimar, categorie III sub 1; en
- een pistool, merk Browning, categorie III sub 1; en
- drie werpmessen, categorie III sub 3; en
- twee werpmessen van het merk Hibben, categorie III sub 3; en
- zes scherpe patronen kaliber 7,65 mm en één scherpe knalpatroon kaliber 9mm en
vier scherpe gaspatronen uit patroon magazijn pistool merk Kimar en dertig scherpe
knalpatronen kaliber 9 mm en één scherpe gas patroon kaliber 9 mm en zevenentwintig scherpe knalpatronen kaliber 8 mm en drieënnegentig scherpe patronen kaliber .22LR en
acht scherpe pyrothechnische patronen kaliber 15 mm,
voorhanden heeft gehad;
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
Door een kennelijke verschrijving staat in het onder 1A tenlastegelegde “ [adres 16] ” in plaats van “ [adres 2] ” en in het onder 3A tenlastegelegde “ [adres 17] ” in plaats van “ [adres 7] ”. De rechtbank gaat telkens van het laatste uit. De verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Het onder 3A en 4B.1 in de laatste alinea en 4A en 5 in de een na laatste alinea staande “tot welke feit(en) hij, verdachte, tezamen” leest de rechtbank in als “tot welke feit(en) hij, verdachte [verdachte] , tezamen”. De verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
De rechtbank heeft daarnaast de overig in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten hersteld. De verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

Kwalificatie

Hetgeen de rechtbank bewezen heeft verklaard levert de volgende strafbare feiten op:
onder 1A:
medeplegen van opdracht geven tot dan wel feitelijk leiding geven aan medeplegen van gewoontewitwassen, begaan door een rechtspersoon;
onder 2:
als oprichter, leider en bestuurder deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven;
onder 3A:
medeplegen van opdracht geven tot dan wel feitelijk leiding geven aan medeplegen van opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225, lid 1, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd;
onder 4A:
medeplegen van opdracht geven dan wel feitelijk leiding geven aan opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist of onvolledig doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd;
onder 4B.1:
medeplegen van opdracht geven tot dan wel feitelijk leiding geven aan medeplegen van valsheid in geschrift, begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd;
onder 5:
medeplegen van opdracht geven dan wel feitelijk leiding geven aan opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist of onvolledig doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd;
onder 6:
handelen in strijd met het in artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie gegeven verbod;
en
onder 7:
handelen in strijd met het in artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie gegeven verbod, begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd,
en
handelen in strijd met het in artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie gegeven verbod begaan met betrekking tot een wapen en munitie van categorie III, meermalen gepleegd.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar, nu ten aanzien van verdachte geen strafuitsluitingsgronden aanwezig worden geacht.

Motivering straf

Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van de verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting en de aangaande zijn persoon opgemaakte reclasseringsrapportage, het uittreksel uit het justitieel documentatieregister waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld ter zake van soortgelijke feiten, alsmede de vordering van de officier van justitie.
De verdachte heeft een leidende rol gehad bij een crimineel samenwerkingsverband dat zich langdurig en op grote schaal schuldig heeft gemaakt aan belastingontduiking en daarmee samenhangende strafbare feiten als valsheid in geschrifte en witwassen. De verdachte heeft samen met zijn vader gebruik gemaakt van een door zijn vader bedachte slinkse constructie, met een dubbele boekhouding en met gebruikmaking van buitenlandse rechtspersonen in landen die gelden als een belastingparadijs. Het gaat om zeer ernstige en laakbare feiten, die tot de zwaarst denkbare vormen van fraude behoren en waarbij de Nederlandse samenleving voor miljoenen euro’s is benadeeld.
Bij feiten als de onderhavige kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden volstaan met een straf zoals geëist door de officier van justitie, ook niet als rekening wordt gehouden met het feit dat deze verdachte pas later, vanaf 2009, een actieve en leidende rol is gaan spelen. Alles afwegende acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twee jaar passend en geboden.

Onttrekking aan het verkeer

De rechtbank is van oordeel dat de volgende in beslag genomen voorwerpen, te weten:
Luchtdrukpistool, merk Gamo, kaliber 4,5 mm, nabootsing.
Gaspistool, merk Kimar, kaliber 9 mm, model 92 Auto.
Pistool, merk Browning, kaliber 7,65 mm.
3 werpmessen, lengte ca. 18,5 centimeter
2 werpmessen, merk Hibben, resp. 21,6 en 15,5 cm.
3 werppennen, lengte 14,9 cm.
6 scherpe patronen, kaliber 7,65 mm.
1 scherpe knalpatroon, kaliber 9 mm.
4 scherpe gaspatronen uit patroonmagazijn pistool merk Kimar.
30 scherpe knalpatronen, kaliber 9 mm.
1 scherpe gaspatroon, kaliber 9 mm.
27 scherpe knalpatronen kaliber 8 mm.
93 scherpe patronen, kaliber .22LR.
8 scherpe pyrotechnische patronen, kaliber 15 mm.
moeten worden onttrokken aan het verkeer, nu het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De rechtbank heeft gelet op de artikelen
36b, 36c, 47 lid 1, 51, 57, 140 lid 1 en 3, 225 lid 1 en 2, 402bis en 420ter van het Wetboek van Strafrecht
69 lid 2 (oud) Algemene wet inzake rijksbelastingen
13 lid 1, 26 lid 1, 55 lid 1 en 55 lid 3 aanhef en onder b van de Wet wapens en munitie.

BESLISSING

De rechtbank:
- verklaart de officier van justitie ten aanzien van het onder 6 tenlastegelegde niet-ontvankelijk voor zover het ten laste gelegde een periode bestrijkt van voor 30 januari 2007 ;
- verklaart de officier van justitie ten aanzien van de onder 7 tenlastegelegde niet-ontvankelijk voor zover het ten laste gelegde een periode bestrijkt van voor 30 januari 2001;
- verklaart het onder 1A, 2, 3A, 4A, 4B.1, 5, 6 en 7 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen zoals hiervoor is aangegeven, te kwalificeren als voormeld;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart de verdachte voor het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart het meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
-
veroordeeltde verdachte voor het bewezen- en strafbaar verklaarde tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 2 jaren
- beveelt dat bij de tenuitvoerlegging van deze straf de tijd die de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht;
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden;
- verklaart onttrokken aan het verkeer:
Luchtdrukistool, merk Gamo, kaliber 4,5 mm, nabootsing.
Gaspistool, merk Kimar, kaliber 9 mm, model 92 Auto.
Pistool, merk Browning, kaliber 7,65 mm.
3 werpmessen, lengte ca. 18,5 centimeter
2 werpmessen, merk Hibben, resp. 21,6 en 15,5 cm.
3 werppennen, lengte 14,9 cm.
6 scherpe patronen, kaliber 7,65 mm.
1 scherpe knalpatroon, kaliber 9 mm.
4 scherpe gaspatronen uit patroonmagazijn pistool merk Kimar.
30 scherpe knalpatronen, kaliber 9 mm.
1 scherpe gaspatroon, kaliber 9 mm.
27 scherpe knalpatronen kaliber 8 mm.
93 scherpe patronen, kaliber .22LR.
8 scherpe pyrotechnische patronen, kaliber 15 mm.
Dit vonnis is aldus gewezen door mrs. J. van Bruggen, voorzitter, C.M.M. Oostdam en
W.S. Sikkema, rechters, in tegenwoordigheid van A.E. Tuinstra, als griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 4 september 2015.
De griffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Onder meer: AH-007-25 (klikbrief Belastingdienst); AH066, AH102, AH128 en OTPV.20120828.GOU (ophalen enveloppen); verklaringen verdachte [medeverdachte 5] en verdachte [verdachte] ter terechtzitting en V09.03; G10.01, G50.01, G71.01, G72.01, G72.01, G78.01, G82.01 en verhoren [naam 3] en [naam 4] bij de RC (verklaringen managers); diverse taps.
2.Onder meer: AH378 (doorzoeking [naam bedrijf 7] ); AH316 (doorzoeking [plaats 9] ); AH751 (doorzoeking [plaats 11] ); AH309, AH325, AH357, AH555, AH621, AH638 (NFI-rapport m.b.t. aangetroffen papierresten in de open haard van de woning van [medeverdachte 3] ), AH695, AH709, AH726-002; G73.01, G79.01; verklaring verdachte [medeverdachte 4] bij de RC; diverse taps.
3.AH-007-25 (klikbrief Belastingdienst); verklaring [naam 5] bij de RC; AH063, AH064, AH107, AH137, AH156, AH515, AH668 en AH668-001; observatieverslagen; diverse taps; verklaring verdachte [medeverdachte 5] ter terechtzitting.
4.AH004-004, AH005-016, AH005-017, AH005-18, AH005-019, AH007-008, AH13-006, AH16-003, AH029-001, AH029-002, AH530-002, AH530-007, AH530-008, AH530-012, AH531, AH582, AH596, AH631, AH699, AH762, AH763, AH817, AH832-003, AH834, AH835, AH836, AH838-002; G01.01, G80.01, G81.01, G81.02, G87.01, G89.01, G93-01, G95-01, G98.01, G108.01; DCT725; taps; verklaring [medeverdachte 2] tegenover politie [pleegplaats 5] (pvb 20130119.0010, ARVO2).
5.AH004-002, AH004-003, AH007-020, AH762, AH763, AH817, AH832-007, AH832-008, AH832015, AH834, AH835, AH836, taps.