Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Salieblad,
[appellant],
Facilium,
1.De verdere loop van het geding in hoger beroep
2.De verdere beoordeling
dinsdag 3 december 2013voor memorie van grieven aan de zijde van [appellant].
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, die werd behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, ging het om een incident tot voeging in een civiele procedure. De eiseres in het incident was Salieblad Management B.V., een rechtspersoon die niet meer bestond. De advocaat van Salieblad, mr. P. van Bommel, had de mogelijkheid gekregen om te reageren op het voornemen van het hof om haar in de proceskosten van de geïntimeerde, Facilium Marslanden B.V., te veroordelen. In het tussenarrest van 30 juli 2013 had het hof al een bindende eindbeslissing genomen dat Salieblad niet-ontvankelijk was in haar incidentele vordering, omdat zij geen deelnemer was in het partijdebat. Mr. Van Bommel probeerde in haar akte terug te komen op deze beslissing, maar het hof ging hier niet op in.
Het hof oordeelde dat mr. Van Bommel zich refereerde aan het oordeel van het hof en verzocht om de kostenveroordeling te beperken. Uiteindelijk werd mr. Van Bommel veroordeeld in de proceskosten van het incident, die aan de zijde van Facilium waren vastgesteld op € 894,- aan geliquideerd salaris van de advocaat. Het hof stelde vast dat de vordering tot voeging als van onbepaalde waarde moest worden aangemerkt, wat leidde tot de kostenveroordeling op basis van 1 punt in tarief II.
De hoofdzaak werd verwezen naar de rol voor memorie van grieven aan de zijde van de appellant, met een zitting gepland op 3 december 2013. Dit arrest werd uitgesproken op 22 oktober 2013 door de rechters K.E. Mollema, M.E.L. Fikkers en A.M. Koene, in aanwezigheid van de griffier.