2.3Op de rol van 2 april 2013 heeft Salieblad een incidentele memorie tot voeging of tussenkomst genomen, met als conclusie:
"(…) bij arrest, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, te bepalen dat:
Salieblad (…) wordt toegestaan op grond van artikel 217 j° 218 j° 353 lid 1 Rv tussen te komen c.q. zich te voegen in de procedure tussen [geïntimeerde 1] als appellant en Facilium als geïntimeerde, (…), voor zover dit ziet op de overeenkomst van opdracht, meer in het bijzonder op de subsidiaire en meer subsidiaire vorderingen, zoals geformuleerd bij dagvaarding, te weten:
te bepalen dat aan eiser wordt voldaan het volledige loon ad € 4.000,--NETTOper maand vanaf 1 januari 2005 tot aan de datum van rechtsgeldige beëindiging van de overeenkomst van opdracht voor onbepaalde duur, alsmede de wettelijke rente tot aan de dag der algehele voldoening
gedaagde wordt veroordeeld tot voldoening van schadevergoeding aan eisers, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de Wet, ten titel van voortijdige beëindiging van de overeenkomst van opdracht voor onbepaalde duur.
alsmede de buitengerechtelijke incassokosten, aangezien eiser zich van rechtsbijstand hebben moeten voorzien en gedaagde niet bereid is om in der minne te voldoen, met veroordeling van gedaagde in de kosten dezer procedure, alsmede voorwaardelijk in het nasalaris indien in der minne niet aan een veroordeling wordt voldaan.
te vermeerderen met hetgeen door [geïntimeerde 1] ten principale is geformuleerd bij akte d.d. 6 april 2011, te weten:
- voor recht wordt verklaard, dat tussen eiser sub 1 en/of eiseres sub 2 en gedaagde vanaf 1 november 2003 tot nader te bepalen datum sprake is geweest van een overeenkomst van opdracht voor onbepaalde duur, alsmede
- dat gedaagde jegens eiser sub 1 en/of eiseres sub 2 toerekenbaar tekort is geschoten, althans onrechtmatig heeft gehandeld, met veroordeling tot vergoeding van schade, bestaande uit de niet-betaalde maandtermijnen ad € 4.000,--, exclusief BTW, althans € 3.800,-- exclusief BTW, althans nader in rechte te bepalen bedrag, vanaf 1 januari 2005, althans vanaf nader in rechte te bepalen datum, tot datum rechtsgeldige beëindiging, althans de geleden vermogensschade op te maken bij staat en te vereffenen volgens de Wet, bestaande uit niet-behaalde omzet door eiseres sub 2 vanaf 1 januari 2005, althans vanaf nader in rechte vast te stellen datum, tot datum rechtsgeldige beëindiging,
- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2005, althans vanaf nader in rechte te bepalen datum, tot aan datum algehele voldoening,
- met veroordeling van Facilium in de proceskosten.
Alsmede te vermeerderen met hetgeen door [geïntimeerde 1] bij appeldagvaarding (…) is gevorderd: (…)
Alsmede geïntimeerde in incident te veroordelen om aan appellant en appellante in incident de te begroten bijdrage in de proceskosten te voldoen, zowel met betrekking tot het geding in eerste aanleg als het geding in hoger beroep;
Alsmede bij afwijzing van de onderhavige vordering van appellante in incident aan appellant [geïntimeerde 1] nog een korte termijn te verlenen voor het indienen van de Memorie van Grieven."