Uitspraak
[appellante],
[geïntimeerde],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De feiten
De door [appellante] opgestelde offerte "Opdrachtovereenkomst" houdt onder meer het volgende in:
PROJECTGEGEVENS[…]Werkzaamheden:
3.Het geschil en de beslissing van de kantonrechter
De kantonrechter heeft geoordeeld dat [appellante] in verzuim is komen te verkeren nu hij, ondanks daartoe door [geïntimeerde] in de gelegenheid te zijn gesteld, heeft nagelaten de boeiboorden aan de benedenzijde te schilderen. De kantonrechter heeft uit de brief van
van 10 mei 2010 opgemaakt dat hij de overeenkomst ter zake van het niet uitgevoerde werk heeft ontbonden. De kantonrechter acht deze buitengerechtelijke ontbinding gerechtvaardigd en heeft de vordering van [appellante] afgewezen.
€ 980,- ter zake van schade aan het zonnescherm. Voor het overige is de vordering afgewezen wegens onvoldoende onderbouwing.
4.Wijziging van eis
5.Bespreking van de grieven
Grief I in het incidenteel appelis gericht tegen het oordeel van de kantonrechter dat [geïntimeerde] de door hem gestelde tekortkomingen in het door [appellante] uitgevoerde schilderwerk niet aannemelijk heeft gemaakt en de op dit oordeel gebaseerde afwijzing van de vordering van [geïntimeerde] tot terugbetaling van het door hem betaalde bedrag van € 2150,-.
meters raamkozijnen.[…]
Gelet op de aard van de door [schilder] geconstateerde tekortkomingen acht het hof een volledige ontbinding van de overeenkomst gerechtvaardigd. Het hof zal [appellante] mitsdien veroordelen om het bedrag van € 2.150,- dat [geïntimeerde] bij aanvang van de werkzaamheden aan [appellante] heeft voldaan, aan [geïntimeerde] terug te betalen. De door [geïntimeerde] gevorderde kosten van de door hem ingeschakelde deskundige komen voor toewijzing in aanmerking.
Blijkens zijn bij memorie van grieven in incidenteel appel gewijzigde eis vordert [geïntimeerde] thans, naast terugbetaling van het door hem betaalde deel van de aanneemsom, aan schadevergoeding alleen een bedrag van € 860,- ter zake van kosten van herstel van boeidelen. De overige in eerste aanleg afgewezen schadeposten - waarvan ook in dit hoger beroep geen nadere onderbouwing of specificatie gegeven - behoeven dan ook geen bespreking meer.
Ten aanzien van de boeideelplaten heeft [geïntimeerde] in de toelichting op deze grief gesteld dat [appellante] deze slechts in de grondverf heeft gezet waardoor de platen beschadigd zijn geraakt en vervangen dienen te worden. [appellante] heeft betwist schade te hebben toegebracht.
Aan het slechts in algemene zin gedane bewijsaanbod wordt daarom voorbij gegaan.
[geïntimeerde] ter zake van de schade aan het zonnescherm. [appellante] betwist dat hij de schade aan het zonnescherm heeft veroorzaakt en stelt dat hij weliswaar bereid was deze schade te vergoeden maar slechts onder de voorwaarde dat [geïntimeerde] de factuur van 27 april 2010 zou betalen. [geïntimeerde] heeft weersproken dat [appellante] een dergelijke voorwaarde heeft gesteld.
Artikel 6:23 lid 1 BW bepaalt dat wanneer de partij die bij de niet-vervulling belang had, de vervulling heeft belet, de voorwaarde als vervuld geldt indien de redelijkheid en billijkheid dit verlangen.
Zoals het hof hiervoor bij de bespreking van grief I in het incidenteel appel heeft overwogen, is [appellante] zodanig in de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst tekort geschoten dat het beroep van [geïntimeerde] op algehele ontbinding van de overeenkomst gerechtvaardigd is. [geïntimeerde] is derhalve - als gevolg van de tekortkoming van [appellante] - niet gehouden de einddeclaratie van [appellante] te voldoen. Onder die omstandigheden brengen de redelijkheid en billijkheid naar het oordeel van het hof mee dat [geïntimeerde] niet het nadeel draagt van het niet vervuld zijn van de vermeende voorwaarde.
[appellante] zal als de in het ongelijk te stellen partij worden veroordeeld in de kosten van dit hoger beroep. Deze kosten worden voor zover gevallen aan de zijde van [geïntimeerde] tot aan deze uitspraak wat het geliquideerd salaris voor de advocaat betreft in het principaal appel begroot op € 1.264,- (2 punten, tarief I) en in het incidenteel appel op € 316,- (een ½ punt tarief I). Voorts zullen het nasalaris en de wettelijke rente over de proceskosten worden toegewezen als in het dictum vermeld.
tot aan deze uitspraak in het principaal appel op