Uitspraak
APF,
[geïntimeerde],
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, die een vervolg is op eerdere tussenarresten van 10 juli 2012 en 28 mei 2013, heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 10 september 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep. De zaak betreft de ontbinding van een huurkoopovereenkomst en de daarmee verbonden financieringsovereenkomst tussen Agfaphoto Finance N.V. (hierna: APF) en een geïntimeerde. Het hof heeft overwogen dat de ontbinding van de huurkoopovereenkomst ook leidt tot de ontbinding van de financieringsovereenkomst. De financier, APF, is echter niet aansprakelijk voor schade die voortvloeit uit het tekortschieten in de huurkoopovereenkomst, zoals eerder vastgesteld in de rechtspraak.
Het hof heeft het verdere verloop van het geding in hoger beroep besproken, waarbij APF een akte heeft genomen en de geïntimeerde heeft afgezien van het nemen van een antwoordakte. Het hof heeft de stukken opnieuw overgelegd voor het wijzen van arrest. In het arrest van 28 mei 2013 heeft het hof aangegeven dat het voornemens is terug te komen op eerdere bindende eindbeslissingen. APF heeft aangegeven het voornemen van het hof te onderschrijven, terwijl de geïntimeerde zich niet heeft verzet.
Het hof heeft vervolgens de waarde van de prestaties van APF in de periode van mei 2004 tot aan de ontbinding op € 81.917,46 vastgesteld, wat overeenkomt met 29 leasetermijnen. De geïntimeerde heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij meer schade heeft geleden dan het vastgestelde bedrag. Het hof concludeert dat de vordering van APF tot betaling van niet-betaalde leasetermijnen wordt afgewezen, terwijl de vordering tot afgifte van het minilab wordt toegewezen. De geïntimeerde wordt veroordeeld om het minilab aan APF af te geven, op straffe van een dwangsom. APF wordt als in het ongelijk gestelde partij verwezen in de proceskosten van beide instanties.