Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
- het tussenarrest van 17 april 2012 waarin een comparitie van partijen is bepaald,
- het proces-verbaal van de op 23 mei 2012 gehouden comparitie,
- de memorie van grieven met producties,
- de memorie van antwoord met productie,
- een akte van uitlating aan de zijde van [appellant],
- een antwoordakte met producties aan de zijde van Achmea.
Staatsblad2012, 313) wordt in deze voor 1 januari 2013 aanhangig gemaakte zaak uitspraak gedaan door het hof Arnhem-Leeuwarden, locatie Arnhem.
2.De vaststaande feiten
- op 13 maart 2009 heeft zich een schadevoorval voorgedaan, waarbij de - bij Achmea verzekerde - auto van mevrouw [X] (hierna: de auto), die op dat moment werd bestuurd door haar zoon [Y], en [appellant] waren betrokken;
- op 16 maart 2009 is [Y] bij [appellant] langsgegaan met het verzoek om een ingevuld aanrijdingsformulier (hierna: het aanrijdingsformulier) te ondertekenen, hetgeen [appellant] heeft geweigerd;
- bij brief van 14 april 2009 bericht Achmea aan [appellant] hem aansprakelijk te stellen voor het door haar aan [X] uitgekeerde schadebedrag van € 1.492,14;
- bij brief van 22 april 2009 reageert [appellant] op de brief 14 april 2009 met het verzoek om informatie en bewijsstukken over de aard en hoogte van de schade;
- bij brief van 29 april 2009 licht Achmea de aard van de schade toe en voegt een expertiserapport van 3 april 2009 (hierna: expertiserapport 1) en een getuigenverklaring bij;
- bij brief van 21 mei 2009 gericht aan Achmea, betwist de advocaat van [appellant], onder meer, dat [appellant] een schade met die omvang heeft veroorzaakt;
- bij brief van 10 juni 2009 handhaaft Achmea haar standpunt dat zij [appellant] aansprakelijk acht voor de geclaimde schade en vermeldt dat zij beschikt over foto's van de schade;
- bij brief van 22 december 2009 stuurt Achmea aan de advocaat van [appellant] een aanvullend expertiserapport van 17 november 2009 (hierna: expertiserapport 2);
- bij brief van 8 maart 2010 stelt Achmea [appellant] ingebreke en verzoekt [appellant] om binnen 10 dagen na dagtekening van de brief tot betaling van het bedrag van € 1.492,14 over te gaan;
- [appellant] heeft geen betaling verricht.