Uitspraak
Procesgang
Omvang van de terugwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden
Onderzoek van de zaak
Vormverzuim als bedoeld in artikel 359a Sv
V: Dat is ook van de politie geweest.
P.772:
Het ‘aanlopen’ van [naam 1]beschreven gang van zaken, ligt voor de hand dat deze actie [naam 1] zeer heeft beangstigd. Het leggen van druk/dreiging was ook uitdrukkelijk de bedoeling, blijkens het bevel van de officier van justitie. Dat [naam 1] zowel bij het doen van de aangifte (“ik was helemaal in shock”) als nadien indringend heeft beschreven hoezeer deze gebeurtenis haar heeft aangegrepen, is daarom alleszins voorstelbaar. Evenzeer voorstelbaar is dat dit, in combinatie met de aan de verdachte gezonden brief en tegen de achtergrond van de al langer bestaande dreiging op zijn leven, vervolgens ook gedurende vierenhalve maand tot grote spanningen bij de verdachte (en zijn vrouw) heeft geleid. De heftigheid van de reacties op de uiteindelijke mededeling, dat de politie achter beide acties zat, is wat dat betreft illustratief. De vraagtekens die de advocaat-generaal heeft geplaatst bij de impact op de verdachte en op zijn zus, zijn in het licht van het voorgaande niet overtuigend. Bovendien valt niet in te zien waarom zo lang werd gewacht met het geven van openheid van zaken, terwijl de verdachte zeer lange tijd in een beperkend regime werd gehouden.
Oplegging van straf
Vorderingen van de benadeelde partijen
dátbij haar tot een schok heeft geleid, waardoor het geestelijk letsel is ontstaan.
moestidentificeren. Bij die confrontatie met haar door het hoofd geschoten man moet zij hebben bedacht dat haar dochter van veertien maanden oud op de achterbank zat terwijl het feit plaatsvond en dat gegeven moet de confrontatie extra heftig hebben gemaakt. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat een bedrag van € 10.000,00 aan schokschade wordt toegewezen.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1] (weduwe van het slachtoffer)
aangifteinkomstenbelasting 2018 van de overleden [slachtoffer] . Een definitieve aanslag inkomstenbelasting 2018 ontbreekt in de onderbouwing. De verdediging heeft op dit punt de vordering gemotiveerd betwist. Het hof acht zich vanwege de aard en omvang van het gevorderde bedrag en de gegevens die ten grondslag zijn gelegd aan de berekening daarvan, in deze zaak niet voldoende voorgelicht en in staat om binnen de kaders van een strafproces een gedegen beslissing te nemen op dit gedeelte van de vordering. Het rapport van Laumen Expertise biedt daartoe onvoldoende inzicht, toelichting en informatie, bijvoorbeeld over de reden dat alleen het bedrag van de (eerste pagina van de)
aangifteinkomstenbelasting 2018 ten grondslag is gelegd aan de berekening van het inkomen van de overleden [slachtoffer] . Het hof stelt vast dat aan de hand van de door de benadeelde partij aangeleverde gegevens niet tot een meer objectiveerbare benadering van de inkomensgegevens kan worden gekomen. Het hof kan dan ook evenmin een gemotiveerde, verantwoorde schatting maken van een in elk geval toewijsbaar bedrag. De suggestie van de gemachtigde van de benadeelde partij, om daartoe desnoods uit te gaan van (een deel van) het minimuminkomen biedt geen soelaas omdat ook dat neerkomt op in het duister tasten.
- De aard, de toedracht en de gevolgen van de jegens het primaire slachtoffer gepleegde onrechtmatige daad, waaronder de intentie van de dader en de aard en ernst van het aan het primaire slachtoffer toegebrachte leed;
- De wijze waarop het secundaire slachtoffer wordt geconfronteerd met de jegens het primaire slachtoffer gepleegde onrechtmatige daad en de gevolgen daarvan. Daarbij kan onder meer worden betrokken of hij door fysieke aanwezigheid of anderszins onmiddellijk kennis kreeg van het onrechtmatige handelen jegens het primaire slachtoffer, of dat hij nadien met de gevolgen van dit handelen werd geconfronteerd. Bij een latere confrontatie kan een rol spelen in hoeverre zij onverhoeds was. Bij het aan dit gezichtspunt toe te kennen gewicht kan meewegen of het secundaire slachtoffer beroepsmatig of anderszins bedacht moest zijn op een dergelijke schokkende gebeurtenis;
- De aard en hechtheid van de relatie tussen het primaire slachtoffer en het secundaire slachtoffer, waarbij geldt dat bij het ontbreken van een nauwe relatie niet snel onrechtmatigheid kan worden aangenomen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
gevangenisstrafvoor de duur van
13 (dertien) jaren en 8 (acht) maanden.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
€ 33.865,03 (drieëndertigduizend achthonderdvijfenzestig euro en drie cent) bestaande uit € 3.865,03 (drieduizend achthonderdvijfenzestig euro en drie cent) materiële schade en € 30.000,00 (dertigduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
materiële schadeop
immateriële schadeop 1 oktober 2019.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
€ 20.000,00 (twintigduizend euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3]
€ 50.000,00 (vijftigduizend euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 4]
€ 17.500,00 (zeventienduizend vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.