Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
4.Eerste aanleg
5.Beoordeling
ME-2 in hoger beroep voldoende gesteld en onderbouwd dat zij haar overige precontractuele informatieverplichtingen is nagekomen jegens [geïntimeerde] . Dit is alleen anders voor het herroepingsrecht van artikel 6:230m lid 1 sub h BW. ME-2 heeft ter zitting ook erkend dat zij [geïntimeerde] niet op dit recht heeft gewezen.
het hof aanleiding de verschuldigde hoofdsom te verminderen met 10%. Daarbij speelt een rol dat het hof het niet aannemelijk acht dat [geïntimeerde] gebruik zou hebben gemaakt van het (verlengde) herroepingsrecht, omdat uit de onder 3.5 opgenomen e-mail blijkt dat hij heel tevreden was met de dienstverlening van ME-2. Bovendien, zo heeft ME-2 onweersproken gesteld, wilde [geïntimeerde] de verbouwing van de woonboerderij binnen vijf maanden achter de rug hebben, zodat hij in de woonboerderij kon gaan wonen. Het ligt niet voor de hand dat hij van het herroepingsrecht gebruik zou hebben gemaakt, omdat dat tot vertraging in de verbouwing zou hebben geleid. Het hof acht 10% prijsvermindering als sanctie doeltreffend, afschrikkend én evenredig. Dat betekent dat van de oorspronkelijke hoofdsom van € 10.736,07 een bedrag van € 9.662,46 zal worden toegewezen.
€ 2.428,00(tarief 2, 2 punten)