Uitspraak
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 28 maart 2020 tot en met 15 mei 2020 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer en/of Amsterdam en/of [adres 7] , gemeente Hoogeveen, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk (telkens) heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, een of meer hoeveelheden/hoeveelheid van een materiaal bevattende methamfetamine, zijnde methamfetamine een middel in de zin van artikel 1 van de Opiumwet en als bedoeld in de bij die wet behorende lijst I dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet;
hij op een of meer tijdstippen of omstreeks de periode van 01 februari 2020 tot en met 04 juni 2020 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, en/of Amsterdam en/of [adres 7] , gemeente Hoogeveen, in elk geval in Nederland (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde en/of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of vervaardigen, in elk geval opzettelijk aanwezig hebben van een of meer hoeveelheid/heden methamfetamine, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende methamfetamine, zijnde mathamfetamine een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen
hij op of omstreeks 15 mei 2020 te Ermelo, althans in Nederland, (op en/of nabij een onverhard pad op en/of nabij de Drieërweg) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, al dan niet opzettelijk handelingen op of in de bodem heeft verricht, bestaande uit het neerleggen en/of laten liggen, zijnde handelingen als bedoeld in de artikelen 6 tot en met 11 van de Wet Bodembescherming, 27, althans een aantal, met een vloeistof (waaronder ethanol) gevulde jerrycans en/of zes, althans een of meer, metalen drums (inhoud 60 liter, met opschrift "40 Kg Methanol SYNTETYCZNY" en/of twee vaten (inhoud 200 liter) met resten van natriumcarbonaat) en/of een vat (inhoud 100 liter, gevuld met een basische vloeistof met een drijflaag) en/of een vat (inhoud 220 liter met 150 liter vloeistof (een vloeistof bevattende methamfetamine op een sterk alkalische vloeistof) en/of een vat (inhoud 220 liter met onder meer ongeveer 50 liter vloeistof (een drijflaag bevattende methamfetamine op een sterk alkalische vloeistof) en/of overige (gevaarlijke) afvalstoffen, althans afval, afkomstig van de vervaardiging van drugs (methamfetamine), waardoor de bodem kon worden verontreinigd en/of aangetast, terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) kunnen vermoeden dat door die handelingen de bodem kon worden verontreinigd, en toen niet aan de verplichting hebben/heeft voldaan alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hen/hem konden worden gevergd, teneinde die verontreiniging en/of aantasting te voorkomen en/of, toen die verontreiniging en/of aantasting zich voordeed, de directe gevolgen van die verontreiniging en/of aantasting niet hebben/heeft beperkt en/of zoveel mogelijk ongedaan hebben/heeft gemaakt;
hij op of omstreeks 15 mei 2020 te Ermelo, althans in Nederland, (op en/of nabij een onverhard pad op en/of nabij de Drieërweg) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, al dan niet opzettelijk zich van afvalstoffen heeft ontdaan door deze - al dan niet in verpakking - buiten een inrichting te storten, of anderszins op of in de bodem te brengen, immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) toen aldaar 27, althans een aantal, met een vloeistof (waaronder ethanol) gevulde jerrycans en/of zes, althans een of meer, metalen drums (inhoud 60 liter, met opschrift "40 Kg Methanol SYNTETYCZNY" en/of twee vaten (inhoud 200 liter) met resten van natriumcarbonaat) en/of een vat (inhoud 100 liter, gevuld met een basische vloeistof met een drijflaag) en/of een vat (inhoud 220 liter met 150 liter vloeistof (een vloeistof bevattende methamfetamine op een sterk alkalische vloeistof) en/of een vat (inhoud 220 liter met onder meer ongeveer 50 liter vloeistof (een drijflaag bevattende methamfetamine op een sterk alkalische vloeistof) en/of overige (gevaarlijke) (afval)stoffen, althans afval, afkomstig van de vervaardiging van methamfetamine, gestort en/of achtergelaten en/of anderszins op of in de bodem gebracht;
hij op één of meer tijdstip(pen) in de periode van 27 maart 2020 tot en met 17 juni 2020 te Enschedé en/of Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, en/of Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk zonder registratie een (grote) hoeveelheid ketamine (te weten (waaronder) 40 kilogram en/of 100 kilogram en/of 100 kilogram en/of 500 kilogram), in elk geval een werkzame stof, heeft ingevoerd en/of in voorraad gehad en/of te koop aangeboden en/of afgeleverd, dan wel in voornoemde werkzame stof een groothandel heeft gedreven;
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 30 april 2020 tot en met 04 juni 2020 te Amsterdam en/of te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk (telkens) heeft verkocht en/of afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd , in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, een of meer hoeveelheden/hoeveelheid van een materiaal bevattende methamfetamine en/of cocaïne, zijnde methamfetamine en/of cocaïne (telkens) een middel in de zin van artikel 1 van de Opiumwet, als bedoeld in de bij die wet behorende lijst I dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet;
hij in of omstreeks de periode van 18 juli 2018 tot en met 28 oktober 2020 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, en/of Amsterdam, in elk geval in Nederland, leiding heeft gegeven, althans heeft deelgenomen aan een organisatie, welke organisatie het plegen van misdrijven tot oogmerk heeft, te weten een of meer misdrijven omschreven in:
hij op of omstreeks 28 oktober 2020 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk zonder registratie een (grote) hoeveelheid ketamine (te weten (ongeveer) 350 kilo), in elk geval een werkzame stof, in voorraad heeft gehad en/of te koop aangeboden en/of afgeleverd, dan wel in voornoemde werkzame stof een groothandel heeft gedreven;
hij op of omstreeks 28 oktober 2020 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad
hij in of omstreeks de periode van 01 juli 2017 tot en met 31 juli 2017 te Nieuw-Vennep, gemeente Haarlemmermeer, en/of te Amsterdam, en/of te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van vals en/of vervalste geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, als ware deze echt en onvervalst, door
equality of arms, dat een recht omvat op kennisname van materiaal dat potentieel relevant is voor de verdediging. Om die reden dient bewijsuitsluiting van alle EncroChat-berichten te volgen dan wel is strafvermindering op zijn plaats. Daarbij stelt de verdediging zich op het standpunt dat het vertrouwensbeginsel niet van toepassing is, nu Nederland (mede)verantwoordelijk was voor de verkrijging van de EncroChat-berichten en daarnaast de in het buitenland ingezette bevoegdheden op Nederlands grondgebied effect hebben geoogst, omdat is binnengedrongen in telefoons van Nederlandse gebruikers. Subsidiair is betoogd dat de verkrijging, de verwerking en de overdracht van de berichten in strijd met artikel 8 EVRM heeft plaatsgevonden. Rechtsgevolg hiervan dient eveneens bewijsuitsluiting dan wel strafvermindering te zijn.
joint investigation team(JIT). Ook in een dergelijk samenwerkingsverband worden onderzoekshandelingen immers telkens verricht onder verantwoordelijkheid van de autoriteiten van de lidstaten waar de onderzoekshandelingen plaatsvinden. [4] Dat is slechts anders indien in het buitenland een opsporingsonderzoek plaatsvindt onder verantwoordelijkheid van de Nederlandse autoriteiten. Daarvan is in casu echter, anders dan de verdediging betoogt, geen sprake, aangezien de interceptietool is ingezet door de Franse autoriteiten met toestemming van de Franse rechter op Frans grondgebied. Er zijn geen aanwijzingen dat Nederland het gebruik van de Franse bevoegdheid heeft geïnitieerd of daarom heeft verzocht met het oog op het instellen van strafrechtelijke onderzoeken in Nederland. Dat Nederland op de hoogte was van de (voorgenomen) inzet van de interceptietool en wist dat hierbij gegevens werden verworven die voor Nederlandse strafrechtelijke onderzoeken van belang konden zijn, maakt dat niet anders. Dat sprake is geweest van een nauwe samenwerking tussen de autoriteiten van beide landen – toch een kenmerk van een JIT – en er overleg is geweest over de duur van de interceptie en de verdere distributie van de resultaten van de interceptie naar derde landen, maakt dit evenmin anders. Uit de JIT-overeenkomst volgt ook dat een en ander verband houdt met het oog op het risico van ‘verbranding van het lopende GOT-onderzoek’ [5] (het hof begrijpt: het vroegtijdig klappen van het onderzoek doordat de EncroChat-hack in de openbaarheid komt). Dit leidt in de gegeven situatie niet tot een verschuiving van de verantwoordelijkheid naar Nederland, ook niet in de zin van een gedeelde verantwoordelijkheid of medeverantwoordelijkheid, die tot toetsing van elkaars beslissingen zou nopen, zoals door de verdediging is betoogd. Een dergelijke benadering doet geen recht aan het soevereiniteitsbeginsel en leidt tot uitholling van het vertrouwensbeginsel.
equality of arms. Het subsidiaire betoog, dat de gegevens in strijd zouden zijn verkregen met artikel 8 EVRM, stuit eveneens af op het vertrouwensbeginsel.
fishing expeditionste voorkomen. Pas na een aanvullende toets van de rechter-commissaris mochten de onderzoeksgegevens worden verstrekt aan een onderzoeksteam ten behoeve van gebruik in een ander onderzoek. Dat die toets ook daadwerkelijk is verricht, volgt uit het zich bij de stukken bevindende proces-verbaal van de rechter-commissaris van 20 september 2020: “
Sinds 1 april 2020 heeft de officier van justitie telkens slechts informatie, die was vergaard met toepassing van de verleende machtiging, gebruikt na mijn toestemming daartoe. Afgezien van de reeds op 1 april 2020 op de lijst van onderzoeken geplaatste onderzoeken, zijn onderzoeken toegevoegd aan de lijst nadat die onderzoeken schriftelijk (per e-mail) aan mij zijn gepresenteerd of beschreven, waarna ik telkens schriftelijk (per e-mail) toestemming heb verleend.” [10] Het volgt ook uit de inhoud van de aan de vorderingen tot verlenging van de machtiging ten grondslag gelegde processen-verbaal van 24 april 2020 en 19 mei 2020, nu daarin is vermeld dat de gegevens eerst na overleg met de rechter-commissaris ten behoeve van gebruik in andere onderzoeken zijn verstrekt:
“Voorts is, in overeenstemming met de voorwaarde gesteld door de rechter-commissaris, na overleg met deze rechter-commissaris, een grote hoeveelheid informatie/communicatie ter beschikking gesteld aan onderzoeken naar strafbare feiten die naar hun aard, in georganiseerd verband gepleegd of beraamd, een ernstige inbreuk op de rechtsorde maken, dan wel misdrijven met een terroristisch oogmerk, een en ander voor zover die onderzoeken niet behoren tot die welke op de reeds voor aanvang van de inzet van het middel aan de rechter-commissaris overgelegde lijst zijn vermeld.” [11] De EncroChat-informatie die betrekking heeft op onderzoek Messina voldoet naar het oordeel van het hof ook zonder meer, gelet op de inhoud van de berichten en het feitencomplex waarop de berichten betrekking hebben – o.a. de grootschalige invoer van cocaïne, de productie van MDMA, de handel in ketamine en het bestaan van een criminele organisatie – aan bedoelde criteria.
equality of armsook voor wat betreft het gebruik niet is geschonden door het niet verstrekken van inzage in
alleFranse stukken en
allestukken uit het onderzoek 26Lemont. Zonder nadere motivering, bestaande uit meer dan de algemene mogelijkheid dat ergens een fout
kanzijn gemaakt, valt ook niet in te zien dat voeging van al deze stukken, onder meer bestaande uit berichten van duizenden EncroChat-gebruikers, redelijkerwijs van belang kan zijn voor de verdediging en kan bijdragen aan de beantwoording van de vragen van artikel 348 en 350 Sv in onderhavige zaak, nog daargelaten dat voeging daarvan in onderhavige zaak een ontoelaatbare inbreuk op artikel 8 EVRM zou betekenen ten opzichte van de andere gebruikers. [15]
die het EHRM stelt aan een bepaling op grond waarvan grootschalige interceptie van communicatiegegevens plaatsvindt’ zien op de interceptie door de Franse autoriteiten en de wijze waarop de Franse autoriteiten met de gegevens zijn omgegaan, niet op het daarop volgende gebruik daarvan (na verstrekking door Frankrijk) in Nederland.
de verdachtehierdoor enig nadeel heeft ondervonden.
fishing expeditiongestelde voorwaarden betreffende verdere verstrekking in andere onderzoeken.
nietoverwogen dat ten aanzien van individuele gebruikers van Sky geen verdenking bestond dat zij betrokken waren bij het in georganiseerd verband plegen van misdrijven, maar dat het
enkele gebruikvan een Sky telefoon onvoldoende was voor een redelijk vermoeden van concrete betrokkenheid van de individuele gebruiker bij het in georganiseerd verband beramen of plegen van misdrijven in de zin van artikel 126t, eerste lid, Sv; het onderzoek naar en in de Sky communicatie mocht volgens de rechter-commissaris niet leiden tot een
fishing expeditionwaarbij meer of andere informatie werd verkregen dan op grond van de voorwaarden van artikel 126t Sv gerechtvaardigd zou zijn. Om die reden zijn ook in die zaak, evenals in casu, voorwaarden gesteld aan de machtiging. [18]
[EncroChat-account 1]. Het bewijs hiervoor is onvoldoende, terwijl voorts sprake is van contra-indicaties. Daarnaast behoeven de verdenkingen jegens “
[EncroChat-account 1]” vergaande nuancering.
[EncroChat-account 1]enkel als doorgeefluik heeft gefungeerd en dat deze rol geen medeplegen oplevert nu geen sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking met de personen die wel verantwoordelijk zijn geweest voor het productieproces van methamfetamine dan wel de voorbereiding daarvan. Bovendien heeft in het lab geen productie plaatsgevonden waarbij een voor de handel geschikt eindproduct is geproduceerd.
[EncroChat-account 1]een aandeel heeft geleverd van voldoende gewicht om te kunnen spreken van het medeplegen van het dumpen van het afval.
[EncroChat-account 1]en zijn vrijspraakverweren ten aanzien van de feiten 1 en 2, gesteld dat de verdachte eveneens dient te worden vrijgesproken van de onder 4 tenlastegelegde handel met betrekking tot methamfetamine. Ook dient vrijspraak te volgen met betrekking tot de tenlastegelegde cocaïne omdat niet uit het dossier blijkt dat
[EncroChat-account 1]zich daarmee heeft beziggehouden.
1.De identificatie van het EncroChat-account [EncroChat-account 1]
[EncroChat-account 2] @encrochat.com(hierna:
[EncroChat-account 2]) en [medeverdachte 2] van het EncroChat-account
[EncroChat-account 3] @encrochat.com(hierna:
[EncroChat-account 3]).
[EncroChat-account 1] @encrochat.com(hierna:
[EncroChat-account 1]) is gekoppeld aan het telefoonnummer: [telefoonnummer 3] . Op 20 april 2020 en 9 mei 2020 gaat laatstgenoemd telefoonnummer wat betreft locatie en tijd, gelijk op met het telefoonnummer eindigend op [telefoonnummer 2] en de BMW met het kenteken [kenteken 1] .
[EncroChat-account 1]met
[EncroChat-account 4] @encrochat.com(hierna:
[EncroChat-account 4]).
[EncroChat-account 1]wil afspreken in Hoofddorp en geeft om 12.49.29 uur aan nog in Vinkeveen te zijn. Uit de peilbakengegevens blijkt dat de BMW met kenteken [kenteken 1] op 20 april 2020 tussen 12.11 uur (het hof begrijpt op grond van de peilbakengegevens: 12.17 uur) en ongeveer 12.54 uur op een P+R parkeerplaats te Vinkeveen gelegen naast de A2 stil stond. De mobiele telefoon eindigend op [telefoonnummer 2] maakte op 20 april 2020 om 12.18 uur gebruik van een zendmast langs de A2 in de directe omgeving van Vinkeveen.
[EncroChat-account 1]met de gebruiker van het EncroChat-account
[EncroChat-account 5] @encrochat.com(hierna:
[EncroChat-account 5]) dat hij in de [bedrijf 2] is en even een bed aan het halen is voor [naam 5] . [verdachte] heeft een dochter genaamd [naam 5] . Uit de peilbakengegevens blijkt dat de BMW met het kenteken [kenteken 1] , op 9 mei 2020 te 09.57 uur geparkeerd stond op het parkeerterrein van [bedrijf 2] te Haarlem. Daarnaast blijkt dat de genoemde cryptotelefoon met nummer [telefoonnummer 3] te 10.02 uur en de telefoon eindigend op [telefoonnummer 2] te 10.03 uur beiden gebruik hebben gemaakt van een steunzender in de directe omgeving van [bedrijf 2] te Haarlem.
[EncroChat-account 1]afspraken maakt met de gebruiker van het EncroChat-adres
[EncroChat-account 6] @encrochat.com(hierna:
[EncroChat-account 6]) om elkaar op 29 mei 2020 twee keer te treffen. Diezelfde dag is [verdachte] geobserveerd door het observatieteam en is vastgesteld dat [verdachte] ontmoetingen heeft gehad die overeenkomen met de afspraken die zijn gemaakt in de EncroChat-berichten met
[EncroChat-account 6].
[EncroChat-account 1]”.
[EncroChat-account 7] @encrochat.com(hierna:
[EncroChat-account 7]) aan
[EncroChat-account 1]dat hij er over 25-30 minuten is. In West bij Osdorp.
[EncroChat-account 1]antwoordt: “
is goed kom naar park plaza in Lijnden”. Om 14.32 chat
[EncroChat-account 7]dat zij nu die kant oprijden. [EncroChat-account 1] zegt dat hij er al is. Uit de peilbakengegevens blijkt dat de BMW met kenteken [kenteken 1] omstreeks 16.39 uur op het adres [adres 2] te Lijnden is. Op dat adres is gevestigd park Plaza Amsterdam Airport.
[EncroChat-account 1]met
[EncroChat-account 8] @encrochat.com(hierna:
[EncroChat-account 8]) dat hij naar hem toe rijdt, waarop
[EncroChat-account 8]antwoordt: “
Bloemenstal [adres 3] , Oost”.
[EncroChat-account 1]antwoord: “
15 min”. Uit de peilbakengegevens blijkt dat de BMW met kenteken [kenteken 1] omstreeks 13.10 uur een stop maakt op de [adres 3] te Amsterdam.
[EncroChat-account 2]een chatgesprek gevoerd met
[EncroChat-account 1]waarin
[EncroChat-account 2]aangeeft dat het beter is dat hij naar hem toekomt omdat hij even niet weg kan met die kleine.
[EncroChat-account 1]stuurt vervolgens om 17.20 uur een chat aan
[EncroChat-account 2]dat hij er is, bij [bedrijf 4] . Uit de peilbakengegevens blijkt dat de BMW met kenteken [kenteken 1] omstreeks 17.26 uur stopt aan de [adres 4] ter hoogte van nummer 8 te Amsterdam. In het verlengde van deze straat ligt de [adres 5] de medeverdachte [medeverdachte 3] woonachtig is. Aan de [adres 4] 122-124 te Amsterdam is een filiaal van supermarkt [bedrijf 4] gevestigd. Het hof heeft op grond van de bewijsmiddelen vastgesteld dat [medeverdachte 3] de gebruiker is van
[EncroChat-account 2].
[EncroChat-account 9] @encrochat.comaan
[EncroChat-account 1]dat hij hem morgen ergens halverwege opzoekt. Ze spreken af om 12 uur bij een parkeerplaats in Vinkeveen. Uit de peilbakengegevens blijkt dat de BMW met kenteken [kenteken 1] op 20 april 2020, omstreeks 12.17 uur, een stop maakt bij de carpoolplaats Vinkeveen A2 te Loenersloot.
[EncroChat-account 3]met
[EncroChat-account 1]. Ze spreken af om 18.00 uur bij BP Hoofddorp.
[EncroChat-account 1]geeft aan: “
bij [naam 7] op het terrein want de BP is zo in het zicht”. Uit de peilbakengegevens blijkt dat de BMW met kenteken [kenteken 1] op 30 april 2020 om 18.07 in de directe nabijheid is van de locatie BP te Hoofddorp. De medeverdachte [medeverdachte 2] heeft ter terechtzitting in hoger beroep als getuige in de zaak van de verdachte verklaard dat hij de gebruiker is van het EncroChat-account
[EncroChat-account 3].
[EncroChat-account 1]met
[EncroChat-account 10] @encrochat.com(hierna:
[EncroChat-account 10]).
[EncroChat-account 10]vraagt hoe laat hij hem ziet.
[EncroChat-account 10]zegt dat hij bij de Overtoom in de buurt is.
[EncroChat-account 1]chat: “
Bij die Albert Heijn in de buurt toch. Ik rij nu weg.”
[EncroChat-account 10]antwoordt: “
Ja op het einde”. Om 09.35 chat
[EncroChat-account 1]: “
over 2 min ongeveer bij Albert Hein”. Om 09.39 uur chat
[EncroChat-account 10]: “
Je kan voor de deur parkeren”. Uit de peilbakengegevens blijkt dat de BMW met kenteken [kenteken 1] op 2 mei 2020 omstreeks 09.46 uur de locatie Overtoom te Amsterdam aangeeft. In de directe nabijheid hiervan is een winkel van Albert Heijn gelegen.
[EncroChat-account 5]en
[EncroChat-account 1].
[EncroChat-account 1]stuurt: “
0m 17u hier is goed”.
[EncroChat-account 5]chat: “
Stuur het adres nog is”.
[EncroChat-account 1]stuurt: “
[adres 6] in navi”. [verdachte] woont op het adres [adres 1] , welk adres op ongeveer 20 meter van de [adres 6] ligt.
[EncroChat-account 1].
[EncroChat-account 1]gestuurde of door
[EncroChat-account 1]ontvangen EncroChat-berichten. Ook wordt op meerdere momenten vastgesteld dat de mobiele telefoon van [verdachte] eindigend op [telefoonnummer 2] gebruikt maakt van een (steun)zender in de buurt van die locatie. [verdachte] is tweemaal door het observatieteam gezien bij ontmoetingen die aansluiten bij de chats verzonden en ontvangen door
[EncroChat-account 1]. Tenslotte wordt door
[EncroChat-account 1]ten behoeve van een ontmoeting een adres voor in de ‘navi’ (het hof begrijpt: navigatie) doorgegeven, dat op 20 meter van het woonadres van [verdachte] ligt en wordt in een auto, waarin [verdachte] samen met een ander heeft gezeten een briefje aangetroffen met de tekst: “Hi, ik ben de Libanees kan je mij wissen en opnieuw toevoegen. Ik ben
[EncroChat-account 1]”.
[EncroChat-account 1], schuift het hof terzijde. Het hof neemt hierbij in aanmerking de veelheid van momenten waarop een link kan worden gelegd tussen het account
[EncroChat-account 1]en [verdachte] , terwijl daarnaast voornoemde suggestie van de verdediging niet wordt ondersteund door de verklaringen van de verdachte. [verdachte] heeft op geen enkel moment verklaard dat hij op (alle) bovengenoemde momenten met een ander in de auto zat of met een ander was. Ook uit het proces-verbaal van de observaties op 29 mei 2020 blijkt dit niet.
[EncroChat-account 1], te weten dat:
[EncroChat-account 1]wordt gerefereerd aan de verjaardag van zijn vrouw, welke datum niet overeenkomt met de geboortedatum van de partner van de verdachte;
[EncroChat-account 1]wordt gezegd dat hij naar Ibiza gaat de eerste week van juni terwijl de verdachte in die periode niet naar Ibiza is geweest;
[EncroChat-account 1]wordt gezegd dat hij zijn tanden gaat laten doen met
facings, terwijl de verdachte geen
facingsheeft.
[EncroChat-account 1]te ontzenuwen. Het hof neemt hierbij tevens in aanmerking dat;
- het feit dat er geen cryptotelefoon is aangetroffen bij de verdachte, niets zegt over of de verdachte in de onderzoeksperiode wel of niet een cryptotelefoon ter beschikking heeft gehad;
- [EncroChat-account 1]weliswaar zegt in een bericht aan
[EncroChat-account 2]dat hij “vandaag met zijn gezin is en dat zijn vrouw jarig is”, maar dat uit de berichten die daarop volgen met [medeverdachte 2] (
[EncroChat-account 3]) volgt dat
[EncroChat-account 1]even later met [medeverdachte 2] afspreekt (dus niet met zijn gezin) en hij daarna kennelijk een
sampleheeft afgegeven bij ‘Frank’ (wederom niet met zijn gezin). Het hof ziet het bericht over de verjaardag van zijn vrouw dan ook als smoes om van
[EncroChat-account 2]af te komen, die hem blijkens berichten van die dag irriteert:
[EncroChat-account 2]‘maakt hem gek’ en ‘blijft maar doorgaan vanwege een paar vaatjes’; - het woord ‘neefje’ ook gebruikt kan worden in andere betekenis dan die betreffende een familiaire band, nog los van het feit dat het hof niet heeft kunnen vaststellen dat de verdachte geen neefje heeft;
- het hof ook niet heeft kunnen vaststellen dat de verdachte niet naar Ibiza is geweest in de genoemde periode en geen
[EncroChat-account 1].
2.Voorwaardelijk verzoek
[EncroChat-account 1]met de namen
[EncroChat-account 9],
[EncroChat-account 11]en
[EncroChat-account 10]als getuige te horen. Hiertoe is aangevoerd dat het hof op de onderzoekswens van de verdediging heeft beslist dat de gebruikers van de EncroChat-tegencontacten,
[EncroChat-account 12],
[EncroChat-account 13],
[EncroChat-account 7],
[EncroChat-account 9],
[EncroChat-account 11]en
[EncroChat-account 10]als getuige zullen worden gehoord, onder de voorwaarde dat i) de desbetreffende gebruikers van de accounts als zodanig in een strafrechtelijk onderzoek door justitie/politie zijn geïdentificeerd en ii) de vermeende gebruikers van deze identificatie op de hoogte zijn gebracht. De advocaat-generaal heeft op 9 juli 2023 laten weten dat de gebruikers
[EncroChat-account 12],
[EncroChat-account 13]en
[EncroChat-account 7]zijn geïdentificeerd en deze gebruikers zijn gehoord. Na deze zoekslag is er van het openbaar ministerie niets meer vernomen over mogelijke identificatie van de overige genoemde tegengebruikers. De verdediging persisteert bij het horen van deze gebruikers en verzoekt tot heropening om de advocaat-generaal een update te laten uitvoeren ten aanzien van de identificatie.
[EncroChat-account 12],
[EncroChat-account 13],
[EncroChat-account 7],
[EncroChat-account 9],
[EncroChat-account 11]en
[EncroChat-account 10]als getuige zullen worden gehoord, onder de hiervoor onder (i) en (ii) genoemde voorwaarden. Het hof heeft de advocaat-generaal opgedragen te onderzoeken of ten aanzien van elke afzonderlijke gebruiker aan deze voorwaarden is voldaan.
[EncroChat-account 12],
[EncroChat-account 13]en
[EncroChat-account 7]zijn geïdentificeerd en de gegevens van deze gebruikers verstrekt.
[EncroChat-account 12],
[EncroChat-account 13]en
[EncroChat-account 7]zijn tijdens de inhoudelijke behandeling van de zaak Messina ter terechtzitting in hoger beroep in november 2024 als getuige gehoord.
[EncroChat-account 9],
[EncroChat-account 11]en
[EncroChat-account 10]af.
3.Feiten 1 en 2 Messina
[EncroChat-account 14].
[EncroChat-account 14]heeft contact met de EncroChat-gebruikers
[EncroChat-account 11]en
[EncroChat-account 8]. Er wordt door hen over en weer gechat over de werkzaamheden in het lab en de klachten van de boer zoals onder meer de stank, de geluidsoverlast en het werken in de weekenden.
[EncroChat-account 11]stuurt de inhoud van deze chats door naar de gebruiker van het EncroChat-account met de naam
[EncroChat-account 7]. Uit de chats kan worden afgeleid dat
[EncroChat-account 7]de persoon is die de controle houdt over het productieproces in het lab en de laboranten aanstuurt. Uit de historische verkeersgegevens van
[EncroChat-account 11]en
[EncroChat-account 8]volgt dat hun telefoontoestellen meermalen in de directe omgeving van het lab in [adres 7] zijn geweest.
[EncroChat-account 2]) intensief contact onderhoudt met [verdachte] (
[EncroChat-account 1]) en ook met
[EncroChat-account 8]. [verdachte] (
[EncroChat-account 1]) heeft daarnaast intensief contact met
[EncroChat-account 7]en met [medeverdachte 2] (
[EncroChat-account 3]).
[EncroChat-account 7]en
[EncroChat-account 8]informeren [verdachte] , respectievelijk [medeverdachte 3] over het productieproces en de klachten van de boer daarover. [verdachte] en [medeverdachte 3] hebben het daarbij regelmatig over hun mensen en “de andere kant”. [verdachte] en [medeverdachte 3] zijn ontevreden over de gang van zaken en [medeverdachte 2] wordt door [verdachte] geïnformeerd over de problemen met betrekking tot het functioneren van het lab. Uit de chats volgt dat [medeverdachte 2] , [verdachte] en [medeverdachte 3] daarover vervolgens met elkaar communiceren. Over en weer worden ontvangen berichten naar de andere betrokkenen doorgezonden. Al deze berichten kunnen niet anders worden uitgelegd dan dat het gaat over de inrichting, de voortgang van het productieproces en het aan het zicht onttrekken van het lab. Ze bespreken de knelpunten in het productieproces, in het bijzonder de voorraad grondstoffen, de geur- en geluidsoverlast en de ongewenste zichtbaarheid van de laboranten. Daarnaast wordt besproken welke instructies moeten worden gegeven aan het personeel van het laboratorium en de boer en worden deze instructies vervolgens doorgestuurd aan
[EncroChat-account 8]en, via
[EncroChat-account 7], aan
[EncroChat-account 11]. [medeverdachte 3] en [verdachte] geven een aantal keer aan dat ze een vriend zullen instrueren langs te gaan bij de boer en uit de historische verkeersgegevens van
[EncroChat-account 8]en
[EncroChat-account 11]volgt dat deze personen op die momenten in de directe omgeving van het lab zijn geweest. Tevens kan uit de bewijsmiddelen worden afgeleid dat er meerdere ontmoetingen hebben plaatsgevonden tussen
[EncroChat-account 7]en [verdachte] en [medeverdachte 2] . Uit de inhoud van de chats volgt dat [medeverdachte 2] en [verdachte] meerdere keren verhaal halen bij
[EncroChat-account 7]over de problemen bij het lab, aangezien ze anders voor niks “10 /k” hebben betaald. Als tegen het einde van april 2020
[EncroChat-account 7]aangeeft dat hij niet meer door wil gaan met het lab, wordt er door [medeverdachte 2] en [verdachte] gezocht naar een nieuwe partij. Ook [medeverdachte 3] wordt daarin betrokken.
ice’, ‘draaien’, ‘reacties’ en ‘destilleren’. Uit verschillende chats blijkt dat de stank waar de boer over klaagt te maken heeft met de productie van ‘
ice’. Bovendien wordt door
[EncroChat-account 7]op 7 april 2020 een afbeelding van een witte substantie met [verdachte] gedeeld met daarbij de tekst ‘zijn eerste kilos aan t maken’. Dat er daadwerkelijk methamfetamine in het lab is geproduceerd blijkt ook uit het door het NFI verrichte onderzoek aan het op 15 mei 2020 aangetroffen drugsafval, dat methamfetamine bevat. Gelet op de inhoud van de bewijsmiddelen, in welk verband mede wordt gewezen op de hierna, onder ‘dumping drugsafval’, opgenomen berichten, die zowel qua inhoud (gesproken wordt over het weghalen van drugsafval bij de boer) als datum (de berichten dateren van eind april tot 15 mei 2020) aansluiten op het aantreffen van het drugsafval, terwijl ook sprake is van overeenkomsten in de soort en kleur van de vaten, in de productsticker op een jerrycan, op de geschreven tekst op een zilverkleurige cilinder en diverse andere voorwerpen, die zowel op afbeeldingen zijn te zien die op 12 mei 2020 door
[EncroChat-account 1]aan
[EncroChat-account 7]en op 26 april 2020 door
[EncroChat-account 15]naar
[EncroChat-account 8]zijn verzonden als op de dumpplaats zijn aangetroffen, is het hof van oordeel dat dit het afval betreft van het lab aan de [adres 7] .
[EncroChat-account 7]vanuit dat andere lab naar de boerderij in [adres 7] zou zijn gebracht om de boer en [verdachte] een hak te zetten, schuift het hof als ongeloofwaardig terzijde. Afgezien van de onnodige risico’s die met een dergelijk plan – het onnodig rondrijden met drugsafval – zouden worden genomen, hetgeen de interpretatie van de berichten door de verdediging al onaannemelijk maakt, dateren deze berichten deels van na de in casu aan de orde zijnde dumping van het afval. Het verweer van de verdediging dat er geen methamfetamine zou zijn geproduceerd wordt dan ook verworpen.
[EncroChat-account 7]blijkt dat hij vanaf die datum de locatie heeft verlaten.
[EncroChat-account 7]zover te krijgen het drugsafval te verwijderen. [medeverdachte 3] wordt voortdurend op de hoogte gehouden en communiceert kennelijk verder met
[EncroChat-account 8]die in contact staat met de boer. [medeverdachte 3] heeft zowel met [verdachte] als met [medeverdachte 2] gesprekken over het afval. Hij bericht [medeverdachte 2] dat zolang het afval er nog ligt, dit een risico voor de boer oplevert en dat daarvoor betaald moet worden. Op 11 mei 2020 bericht [verdachte] aan [medeverdachte 3] dat hij zal proberen te regelen dat een jongen van hem het afval met een bus haalt. Hij schrijft daarbij dat dan wel die plek van [medeverdachte 3] nodig is en vraagt of [medeverdachte 3] ze dan daar ontmoet, waarop [medeverdachte 3] bericht dat dit prima is. Op 12 mei 2020 bericht [verdachte] aan [medeverdachte 3] dat als het afval niet de dag erop wordt weggehaald, hij een jongen heeft die een bus zal huren en vraagt hem of zijn man dan met de bus gaat. [medeverdachte 3] antwoordt dat het een grote bus vol is als het past, dat al die kleine jerrycans vol zitten. Op 14 mei 2020 chatten [medeverdachte 3] en [verdachte] erover dat ze het afval zelf gaan weghalen en dumpen. [verdachte] moet hiervoor € 5.000,00 betalen en wil dat [medeverdachte 3] dat bedrag bij de boer terug haalt. Die dag chatten ook [verdachte] en [medeverdachte 2] over het verwijderen van het afval. Uit de inhoud van deze chats kan worden afgeleid dat ‘ [naam 8] ’ dit de volgende dag zal doen en dat [verdachte] hier € 2.500,00 voor zal betalen. Op 15 mei 2020 wordt, zoals hiervoor reeds overwogen, een partij drugsafval aangetroffen op het bospad in Ermelo.
4.Feit 3 Messina
[EncroChat-account 1]en
[EncroChat-account 3]komt naar voren dat [verdachte] en [medeverdachte 2] intensief met elkaar hebben gecommuniceerd over “keta”. Uit deze berichten kan worden afgeleid dat de gesprekken gaan over transporten van ketamine uit Duitsland, op welke data deze transporten plaatsvonden en op welke plaatsen door de chauffeur de ketamine moest worden afgeleverd. Ook wordt er gesproken over de beloning voor de chauffeur en over de mogelijke afnemers en de verkoopprijs. Het gaat hierbij blijkens de EncroChat-berichten om één maal 40 kilogram en tweemaal 100 kilogram ketamine. Het hof is op basis van de in de bewijsmiddelen opgenomen chatgesprekken tussen [verdachte] en [medeverdachte 2] van oordeel dat [verdachte] een essentiële bijdrage heeft geleverd aan het drijven van een groothandel in ketamine.
verschillendeandere betrokkenen hoeveelheden ketamine hebben ontvangen. Reeds gelet daarop is niet met een voor een bewezenverklaring vereiste mate van zekerheid vast te stellen dat de hiervoor in het OVC-gesprek genoemde hoeveelheid ketamine respectievelijk de bij de doorzoeking aangetroffen ketamine afkomstig was van het vermeende transport van 500 kilogram ketamine op of omstreeks 10 juni 2020. Het hof zal de verdachte daarom vrijspreken van de tenlastegelegde 500 kilogram ketamine.
5.Feit 4 Messina
[EncroChat-account 10]en
[verdachte](
[EncroChat-account 1]) leidt het hof af dat de daarin genoemde geldbedragen betrekking hebben op de betaling van - onder meer - een op 11 mei 2020 geleverde hoeveelheid
crystal meth. Uit de bewijsmiddelen opgenomen met betrekking tot de hierboven bewezenverklaarde feiten 1 en 2 kan worden afgeleid dat [verdachte] zich bezig heeft gehouden met de productie van methamfetamine. Deze bewijsmiddelen zijn mede redengevend voor de bewezenverklaring van feit 4.
6.Feit 5 Messina
i)de voortgang van de productie,
ii)door en aan hen betaalde en nog te betalen geldbedragen en, in een later stadium,
iii)het weghalen van afval.
7.Feiten 6 en 7 Messina
8.Februus
hij in de periode van 28 maart 2020 tot en met 24 april 2020 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk heeft bereid methamfetamine;
hij op 15 mei 2020 te Ermelo, op een onverhard pad nabij de Drieërweg, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk handelingen op de bodem heeft verricht, bestaande uit het neerleggen en laten liggen, zijnde handelingen als bedoeld in de artikelen 6 tot en met 11 van de Wet Bodembescherming, van 27 met een vloeistof (waaronder ethanol) gevulde jerrycans en zes metalen drums (inhoud 60 liter, met opschrift "40 Kg Methanol SYNTETYCZNY" en twee vaten (inhoud 200 liter) met resten van natriumcarbonaat) en een vat (inhoud 100 liter, gevuld met een basische vloeistof met een drijflaag) en een vat (inhoud 220 liter met 150 liter vloeistof (een vloeistof bevattende methamfetamine op een sterk alkalische vloeistof)) en een vat (inhoud 220 liter met onder meer ongeveer 50 liter vloeistof (een drijflaag bevattende methamfetamine op een sterk alkalische vloeistof)), waardoor de bodem kon worden verontreinigd, terwijl hij, verdachte, en zijn mededaders wisten, of redelijkerwijs hadden kunnen vermoeden dat door die handelingen de bodem kon worden verontreinigd, en toen niet aan de verplichting hebben voldaan alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hen konden worden gevergd, teneinde die verontreiniging te voorkomen en, toen die verontreiniging zich voordeed, de directe gevolgen van die verontreiniging niet hebben beperkt en zoveel mogelijk ongedaan hebben gemaakt;
hij in de periode van 27 maart 2020 tot en met 28 mei 2020 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, en/of Amsterdam, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk zonder registratie in een grote hoeveelheid ketamine (te weten 40 kilogram en 100 kilogram en 100 kilogram) een groothandel heeft gedreven;
hij in de periode van 30 april 2020 tot en met 11 mei 2020 in Nederland, opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, hoeveelheden van een materiaal bevattende methamfetamine;
hij in de periode van 27 maart 2020 tot en met 4 juni 2020 in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, welke organisatie het plegen van misdrijven tot oogmerk heeft, omschreven in:
hij op 28 oktober 2020 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, opzettelijk zonder registratie een hoeveelheid ketamine (te weten ongeveer 350 kilo), in voorraad heeft gehad;
hij op 28 oktober 2020 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, opzettelijk aanwezig heeft gehad
hij in de periode van 1 juli 2017 tot en met 31 juli 2017 in Nederland opzettelijk gebruik heeft gemaakt van valse en/of vervalste geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, als ware deze echt en onvervalst, door
gevangenisstrafvoor de duur van
7 (zeven) jaren en 2 (twee) maanden.
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
Parketnummer 15-710000-21
€ 8.015,13 (achtduizend vijftien euro en dertien cent) ter zake van materiële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.