Uitspraak
Onderzoek ter terechtzitting
Ontvankelijkheid van de officier van justitie in het hoger beroep
BESLISSING
niet-ontvankelijkin het hoger beroep.
Gerechtshof Amsterdam
Op 16 januari 2025 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep ingesteld door het Openbaar Ministerie tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, gedateerd 18 juni 2024. De zaak betreft een verdachte zonder bekende woon- of verblijfplaats, geboren in 1977. Tijdens de zitting heeft de advocaat-generaal betoogd dat het Openbaar Ministerie geen rechtens te respecteren belang meer heeft bij een inhoudelijke behandeling van het hoger beroep. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal in overweging genomen en vastgesteld dat er geen rechtens te beschermen belang is dat gediend is met de voortgezette behandeling van de zaak. Op basis van artikel 416, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering heeft het hof geoordeeld dat de officier van justitie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in het hoger beroep. De beslissing is genomen in tegenwoordigheid van de griffier en is uitgesproken tijdens de openbare terechtzitting.