Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 24 maart 2024 te Amsterdam, zijn (ex)partner, [slachtoffer], heeft mishandeld door die [slachtoffer] te duwen, waardoor zij ten val is gekomen;
hij op of omstreeks 28 maart 2024 te Amsterdam, een of meer wapens van categorie II, onder 5 van de Wet wapens en munitie, te weten een of meer stroomstootwapens, zijnde een of meer voorwerpen waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos konden worden gemaakt of pijn kon worden toegebracht voorhanden heeft gehad;
hij op of omstreeks 28 maart 2024 te Amsterdam, al dan niet opzettelijk, een of meer stuks knalvuurwerk (Cobra 6) (lijst III), in elk geval professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad.
Vonnis waarvan beroep
Bewijsoverweging ten aanzien van feit 1
Bewezenverklaring
hij op 24 maart 2024 te Amstelveen, zijn ex-partner, [slachtoffer], heeft mishandeld door haar te duwen, waardoor zij ten val is gekomen.
hij op 28 maart 2024 te Amstelveen wapens van categorie II, onder 5 van de Wet wapens en munitie, te weten stroomstootwapens, zijnde voorwerpen waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos konden worden gemaakt of pijn kon worden toegebracht voorhanden heeft gehad.
hij op 28 maart 2024 te Amstelveen opzettelijk meer stuks knalvuurwerk (Cobra 6) (lijst III), in elk geval professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, heeft opgeslagen en voorhanden heeft gehad.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straffen
‘first offender’is en met de omstandigheid dat hij zich goed heeft gehouden aan zijn schorsende voorwaarden.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
19 (negentien) dagen.
taakstrafvoor de duur van
80 (tachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
40 (veertig) dagen hechtenis.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
bijzondere voorwaardendat: