Uitspraak
Onderzoek ter terechtzitting
Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep
BESLISSING
niet-ontvankelijkin het hoger beroep.
Gerechtshof Amsterdam
Op 16 januari 2025 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep dat was ingesteld door de verdachte tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, gedateerd 8 november 2022. De verdachte, geboren in 1970, had hoger beroep ingesteld, maar zijn raadsman gaf aan dat dit niet de bedoeling was geweest. Er was sprake van miscommunicatie met de rechtbank, en de verdachte had geen bezwaren tegen het vonnis van de politierechter. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal om de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep, in overweging genomen. Het hof oordeelde dat er geen rechtens te respecteren belang was dat diende met enig onderzoek van de zaak, en verklaarde de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep op basis van artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. De beslissing werd genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarbij de rechters Koster, Van der Wijngaart en Goldschmeding aanwezig waren. Het arrest werd uitgesproken op de openbare terechtzitting van 16 januari 2025.