ECLI:NL:GHAMS:2025:1898
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Aanspraak op contante betaling van creditsaldo na beëindiging bankrelatie
In deze zaak staat de vraag centraal of Fashion One Europe B.V. aanspraak kan maken op contante betaling van een creditsaldo van € 492.761,98 na beëindiging van de bankrelatie door ING Bank N.V. De bankrelatie werd op 3 september 2019 door ING opgezegd, waarna Fashion One tot 3 december 2019 toegang had tot haar rekeningen. Op 13 december 2019 werd het creditsaldo overgeboekt naar een tussenrekening van ING. In september 2020 verzocht Fashion One om uitbetaling van het creditsaldo in contanten, maar ING weigerde dit vanwege veiligheidsrisico's en de organisatie die niet meer ingericht is op contante betalingen van dergelijke bedragen. Het hof bevestigt de beslissing van de rechtbank die de vorderingen van Fashion One afwees, omdat de redelijkheid en billijkheid zich verzetten tegen contante betaling. Het hof oordeelt dat de belangen van Fashion One niet opwegen tegen de veiligheidsrisico's voor ING. Fashion One had ook de mogelijkheid om het saldo via pinopnames op te nemen, maar heeft hiervan geen gebruik gemaakt. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank en veroordeelt Fashion One in de proceskosten.