ECLI:NL:GHAMS:2025:1777
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de ingangsdatum van de schuldsaneringsregeling en de afloscapaciteit van de schuldenaar
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 24 juni 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ingangsdatum van de schuldsaneringsregeling van de appellant, die eerder door de rechtbank Noord-Holland was vastgesteld op 14 januari 2025. De appellant, vertegenwoordigd door advocaat mr. L.N. Huizenga, had hoger beroep ingesteld tegen deze beslissing, omdat hij van mening was dat de ingangsdatum eerder had moeten zijn, namelijk op 7 maart 2024, de datum waarop hij een schuldregelingsovereenkomst had gesloten met de Kredietbank Nederland. Het hof heeft vastgesteld dat de appellant op 7 maart 2024 geen afloscapaciteit had en dat de rechtbank niet voldoende had onderzocht of er andere informatie beschikbaar was die de afloscapaciteit zou kunnen aantonen. Het hof heeft de ingangsdatum van de schuldsaneringsregeling daarom vastgesteld op 7 maart 2024, in lijn met de prejudiciële beslissing van de Hoge Raad van 20 december 2024. Tevens heeft het hof de termijn van de schuldsaneringsregeling verlengd met zes maanden, zodat de bewindvoerder verslag kan doen van het verloop van de regeling. De appellant zal vanaf 7 september 2025 worden ontheven van de verplichting tot afdracht aan de boedel, maar de medewerkings- en informatieverplichting tegenover de bewindvoerder blijft van kracht.