Uitspraak
1.[appellant 1] ,
[appellant 2],
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
Hierbij een kopie van het heden ex arrt 47 Rv uitgebracht exploot.
(…) Op woensdag 15 februari 2023 verstreek de verzettermijn, zonder dat cliënte en/of ik als haar advocaat op dat moment een verzetdagvaarding had ontvangen.
In antwoord op uw mail kan ik u berichten dat de verzet dagvaarding door mij is betekend op ambtseed op de datum en het tijdstip zoals door mij gerelateerd.
Ik bericht u hierbij dat het onmogelijk is dat u heeft aangebeld. Wij hebben namelijk geen deurbel. Ook heeft u niet geklopt (althans niet op onze deur) aangezien mijn secretaresse om 12:45 uur op haar plaats zat en dat kan ik bewijzen ook omdat zij op dat moment aan het mailen was. Kortom, er is om 12:45 uur niet geklopt, de deur was open en er zit geen deurbel.
Ik herhaal de inhoud van mijn mail van 21 februari jl. aan de inhoud waarvan ik niets heb toe te voegen.
Gelet op mijn eerdere berichtgeving kan ik uw reactie niet plaatsen.
Uit mijn dossier en het gesprek met[de gerechtsdeurwaarder]
kan ik opmaken het volgende:
;
steeds correct en met bekwame spoed heeft gereageerd op uw mailberichten.