ECLI:NL:GHAMS:2025:1248

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
14 mei 2025
Publicatiedatum
14 mei 2025
Zaaknummer
23-002314-23
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van het vonnis in hoger beroep tegen de politierechter in de rechtbank Amsterdam

Op 14 mei 2025 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 3 augustus 2023 was gewezen. De zaak betreft een verdachte, geboren in 2001, zonder bekende woon- of verblijfplaats. Het hof heeft het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep op 30 april 2025 gehouden en heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die een gevangenisstraf van twee maanden met aftrek van voorarrest heeft geëist. De raadsvrouw heeft namens de verdachte hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep bevestigd, met inachtneming van de overwegingen die door de raadsvrouw zijn aangevoerd. Het hof is van oordeel dat deze argumenten niet tot een ander oordeel leiden. De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige strafkamer, bestaande uit drie rechters, en is uitgesproken tijdens een openbare terechtzitting.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002314-23
datum uitspraak: 14 mei 2025
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsvrouw)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 3 augustus 2023 in de strafzaak onder parketnummer
13-182501-23 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedag] 2001,
zonder bekende woon- of verblijfplaats.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
30 april 2025 en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de raadsvrouw naar voren heeft gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder 1 en 2 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twee maanden met aftrek van voorarrest.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen met dien verstande dat het hof ten aanzien van hetgeen de raadsvrouw ter terechtzitting in hoger beroep heeft aangevoerd, overweegt dat dit het hof niet tot een ander oordeel brengt.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. B.E. Dijkers, mr. E. Mijnsberge en mr. D.A.C. Koster, in tegenwoordigheid van mr. S. Egidi, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 14 mei 2025.