ECLI:NL:GHAMS:2024:950

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
16 april 2024
Publicatiedatum
16 april 2024
Zaaknummer
200.326.685/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurrecht en medewerking aan renovatiewerkzaamheden door huurder onder bewind

In deze zaak gaat het om een kort geding tussen Elan Wonen en de bewindvoerder van [X.], die een woning huurt van Elan Wonen. Elan Wonen heeft de bewindvoerder gedagvaard om medewerking te verlenen aan noodzakelijke onderhouds- en renovatiewerkzaamheden aan de woning. De kantonrechter heeft de vorderingen van Elan Wonen toegewezen, maar de bewindvoerder is in hoger beroep gegaan, stellende dat er geen reden was om aan te nemen dat [X.] niet zou meewerken aan de werkzaamheden. Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter bekrachtigd, omdat uit de stukken blijkt dat [X.] niet bereid was om medewerking te verlenen. De bewindvoerder heeft niet kunnen aantonen dat [X.] zijn eerdere weigering om mee te werken had ingetrokken. Het hof oordeelt dat Elan Wonen voldoende belang had bij de vorderingen, gezien de noodzaak van de werkzaamheden en de wisselende signalen van [X.] over zijn medewerking. De bewindvoerder is in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten in hoger beroep vergoeden.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.326.685/01
zaaknummer rechtbank Noord-Holland : 10381185\ VV EXPL 23-28
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 16 april 2024
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BEAUFIN B.V., in haar hoedanigheid van bewindvoerder van[X.],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
appellante,
advocaat: mr. J. Sprakel te Haarlem,
tegen
de stichting
STICHTING ELAN WONEN,
gevestigd te Haarlem,
geïntimeerde,
advocaat: mr. R. Boekhoff te Soest.
Partijen worden hierna de bewindvoerder en Elan Wonen genoemd. De onder bewind gestelde wordt hierna [X.] genoemd.

1.De zaak in het kort

Elan Wonen verhuurt een woning aan [X.] . De woning is gelegen in een blok van 30 woningen. Elan Wonen wilde de woningen in het blok van groot onderhoud voorzien en renoveren. Elan Wonen heeft (onder meer) de bewindvoerder in kort geding gedagvaard en gevorderd haar te veroordelen de onderhouds- en renovatiewerkzaamheden te gedogen en daaraan mee te werken en – voor het geval zij dat niet doet – de woning tijdelijk te ontruimen. De kantonrechter heeft de vorderingen toegewezen. In hoger beroep voert de bewindvoerder aan dat Elan Wonen nodeloos een kort geding tegen haar is gestart, omdat er geen reden was om aan te nemen dat [X.] niet zou meewerken aan de werkzaamheden. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter, omdat ook in hoger beroep niet is gebleken dat [X.] zijn medewerking wilde verlenen aan de werkzaamheden. Elan Wonen had dus voldoende belang bij de door haar ingestelde vorderingen.

2.Het geding in hoger beroep

De bewindvoerder is bij dagvaarding van 18 april 2023 in hoger beroep gekomen van een vonnis van 21 maart 2023 van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland (hierna: de kantonrechter), onder bovenvermeld zaaknummer in kort geding gewezen tussen Elan Wonen als eiseres en de bewindvoerder als gedaagde.
Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:
- memorie van grieven, met producties;
- memorie van antwoord, met producties.
Ten slotte is arrest gevraagd.

3.Feiten

De kantonrechter heeft onder 2.1 tot en met 2.10 van het bestreden vonnis de feiten opgesomd die zij tot uitgangspunt heeft genomen. In hoger beroep is niet in geschil dat de feiten juist zijn weergegeven, zodat ook het hof van deze feiten uitgaat. Voor zover in hoger beroep nog van belang en waar nodig aangevuld met andere feiten die tussen partijen niet in geschil zijn, zijn deze de volgende.
3.1.
Bij beschikking van 8 april 2021 is [X.] onder beschermingsbewind gesteld. Beaufin B.V. is zijn bewindvoerder.
3.2.
[X.] huurt sinds 25 mei 2021 van Elan Wonen de woning aan de [straatnaam] 154-HS te [plaats] (hierna: de woning) voor de duur van de eveneens met [X.] gesloten woonbegeleidingsovereenkomst. De woning betreft een benedenwoning gelegen in een blok van 30 woningen, die zijn gebouwd in 1957.
3.3.
Elan Wonen was voornemens om de woningen aan dit blok van groot onderhoud te voorzien en te renoveren. Elan Wonen heeft de bewoners van dit blok over dit plan geïnformeerd per bewonersbrief van 31 januari 2022, een vragenlijst van 2 februari 2022 en drie nieuwsbrieven van 1 februari 2022, 2 maart 2022 en december 2022.
3.4.
In april 2022 heeft Elan Wonen aan de bewoners van het blok een brochure verstrekt met het onderhouds- en renovatieplan. In deze brochure zijn de werkzaamheden vermeld. In de brochure worden ook de wijze van uitvoering, de planning, de kosten en de te verwachten besparingen beschreven. Ook wordt vermeld dat de uitvoering van alle werkzaamheden in bewoonde staat zal plaatsvinden.
3.5.
Bij brief van 14 april 2022 heeft Elan Wonen onder meer het volgende geschreven:
Informatiebijeenkomst op 26 of 28 april in speeltuin […]
Graag willen wij u uitnodigen voor één van de inloopbijeenkomsten op:(…)
U ontvangt een akkoordverklaring tijdens de bijeenkomstOm dit plan uit te kunnen voeren hebben we uw akkoord nodig. We starten namelijk pas met de uitvoering als 70% van de huishoudens akkoord gaat met de werkzaamheden.”
3.6.
[X.] heeft op 28 april 2022 schriftelijk verklaard niet akkoord te gaan met het renovatievoorstel.
3.7.
Bij brief van 23 mei 2022, verstuurd naar de postbus van de bewindvoerder, heeft Elan Wonen aan [X.] het volgende – voor zover hier relevant – geschreven:
“Ruim 70% van de huishoudens heeft ons inmiddels laten weten dat zij akkoord gaat met de uitvoering van het verbeterplan en met de daaruit voortkomende huurverhoging. Dat betekent dat we de werkzaamheden in alle woningen kunnen gaan uitvoeren. Ook bij bewoners die niet hebben ingestemd met het project.(…)De komende 8 weken loopt de bezwaartermijnBewoners die niet akkoord zijn gegaan met het voorstel om de woning te verbeteren of niet hebben gestemd, kunnen tot 18 juli 2022 aan de rechter vragen het voorstel te beoordelen op redelijkheid.”
3.8.
Geen van de bewoners heeft binnen deze periode bij de rechter een vordering ingesteld tot toetsing van de redelijkheid van het voorstel.
3.9.
Bij brief van 7 oktober 2022 heeft BAM Wonen (de aannemer van Elan Wonen) aan alle bewoners een planning van de werkzaamheden gestuurd. Begin februari 2023 stond de ‘warme opname’ gepland in de woning van [X.] om alle noodzakelijke werkzaamheden te inventariseren en te bespreken.
3.10.
Op 3 februari 2023 heeft de hoofduitvoerder van BAM Wonen aan een medewerker van Elan Wonen de volgende e-mail gestuurd met het onderwerp ‘ [straatnaam] 154 hs’:
“(…) Ben bij bewoner geweest, mocht niet bij hem naar binnen, maar heeft overigens mij wel netjes te woord gestaan, maar denk dat er heel veel oud zeer zit omtrent Elan Wonen over diverse onderhoud werkzaamheden, hoofdzakelijk de cv installatie.
Wil daarom ook totaal niet meewerken en laat ons daarom ook niet binnen. Hij wil het op het gerecht gooien. Woning staat 14 maart op de planning om de werkzaamheden te starten. (…)”
3.11.
Bij brief van 13 februari 2023 heeft Elan Wonen [X.] gesommeerd zijn medewerking te verlenen aan de werkzaamheden. In de brief staat onder meer het volgende:
“Op vrijdag 3 februari sprak [naam] , uitvoerder van de BAM, met u over de uitvoering van de werkzaamheden voor verbeteringen en onderhoud. Volgens de planning van de BAM starten deze werkzaamheden binnenkort in uw woning. Tijdens het gesprek met de uitvoerder gaf u aan dat u weigert om uw medewerking te verlenen en werklieden geen toegang geeft tot uw woning. (…)
U dient uiterlijk binnen 5 werkdagen contact op te nemen met de BAM
De aannemer start op 14 maart met de werkzaamheden in uw woning. Het is noodzakelijk dat de aannemer voorafgaand aan de werkzaamheden toegang krijgt tot de woning voor een opname. De uitvoerder bespreekt dan met u de werkzaamheden en beantwoordt uw vragen. U dient vóór woensdag 21 februari 12.00 uur contact op te nemen met [naam] (…) voor het maken van een afspraak.
(…)
Wij nemen juridische stappen als u geen medewerking verleent
Als u weigert om medewerking te verlenen, kan de aannemer ook werkzaamheden in de woningen op de eerste en tweede verdieping niet uitvoeren. In dat geval zijn wij genoodzaakt om een kort geding te starten en vragen de rechter om een beslissing. Dit brengt hoge kosten met zich mee, die wij bij u in rekening kunnen brengen. Natuurlijk willen wij het niet zover laten komen en rekenen wij alsnog op uw medewerking. (…) Een kopie van deze brief sturen wij aan uw bewindvoerder en begeleider.”

4.Eerste aanleg

4.1.
Elan Wonen heeft in eerste aanleg – samengevat – gevorderd dat de kantonrechter in kort geding bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. de bewindvoerder en/of [X.] in persoon veroordeelt om de uitvoering van de onderhouds- en renovatiewerkzaamheden in/aan de woning te gedogen en daaraan alle noodzakelijke medewerking te verlenen;
II. de bewindvoerder en/of [X.] in persoon veroordeelt wanneer hij niet vrijwillig aan de onder I opgenomen veroordeling voldoet, de woning tijdelijk, dat wil zeggen voor de duur van de werkzaamheden, en voor zover dat noodzakelijk is voor de uitvoering van de werkzaamheden te ontruimen, een en ander te bewerkstelligen door de gerechtsdeurwaarder;
III. de bewindvoerder veroordeelt in de proceskosten inclusief nakosten.
4.2.
Elan Wonen heeft aan haar vorderingen het volgende ten grondslag gelegd. Een deel van de werkzaamheden ziet op dringende werkzaamheden die [X.] op grond van artikel 7:220 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) altijd dient te gedogen. Daarnaast wordt het gedane renovatievoorstel vermoed redelijk te zijn op grond van artikel 7:220 lid 3 BW omdat de termijn van acht weken is verstreken zonder dat [X.] (of een andere bewoner) een vordering tot toetsing van de redelijkheid van het voorstel heeft ingesteld bij de rechter. [X.] is dan ook verplicht zijn medewerking te verlenen aan de werkzaamheden. Daarnaast heeft Elan Wonen spoedeisend belang, omdat de aanvang van de werkzaamheden gepland staat voor
18 april 2023 terwijl [X.] reeds eerder heeft aangegeven niet te willen meewerken aan de uitvoer van de werkzaamheden en Elan Wonen de planning van de werkzaamheden daarom heeft uitgesteld. Deze werkzaamheden moeten per blok woningen tegelijkertijd worden uitgevoerd en het is niet mogelijk om een woning over te slaan.
4.3.
De bewindvoerder heeft verweer gevoerd tegen de vorderingen van Elan Wonen en heeft onder meer aangevoerd dat [X.] goed contact heeft met de uitvoerder. De uitvoerder is over de vloer geweest en heeft zijn cv-ketel bekeken omdat deze het niet goed doet. Dat [X.] niet zou willen meewerken aan de werkzaamheden klopt dus niet.
4.4.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat [X.] gehouden is om Elan Wonen in staat te stellen de dringende werkzaamheden en de renovatiewerkzaamheden uit te laten voeren. Gelet op het feit dat Elan Wonen tot op heden wisselende signalen van [X.] heeft ontvangen met betrekking tot het al dan niet meewerken aan de uitvoering van de werkzaamheden in de woning, is de kantonrechter van oordeel dat Elan Wonen – voor het geval [X.] alsnog zijn medewerking aan de werkzaamheden mocht weigeren – voldoende belang heeft bij de gevorderde tijdelijke ontruiming. De kantonrechter heeft Elan Wonen niet-ontvankelijk verklaard in haar vorderingen jegens [X.] . De kantonrechter heeft de vorderingen voor zover gericht tegen de bewindvoerder toegewezen, met veroordeling van de bewindvoerder in de proceskosten.

5.Beoordeling

5.1.
De bewindvoerder heeft in hoger beroep één grief aangevoerd. De bewindvoerder betoogt – kort gezegd – dat Elan Wonen nodeloos een kort geding tegen haar heeft aangespannen, omdat er geen reden was om aan te nemen dat [X.] niet zou meewerken aan de werkzaamheden. De kantonrechter had de vorderingen van Elan Wonen daarom moeten afwijzen en de bewindvoerder niet moeten veroordelen in de proceskosten. De bewindvoerder heeft in hoger beroep geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en de vorderingen van Elan Wonen alsnog zal afwijzen, met beslissing over de proceskosten, inclusief nakosten, en met veroordeling van Elan Wonen tot terugbetaling van de proceskosten in eerste aanleg aan haar, met vergoeding van de wettelijke rente.
5.2.
Volgens Elan Wonen blijkt uit het procesdossier dat zij diverse signalen had gekregen dat [X.] de aannemer niet vrijwillig toegang zou willen verlenen tot zijn woning. Ook is via zijn bewindvoerder nooit het signaal afgegeven dat [X.] de aannemer wel toegang zou geven. Elan Wonen heeft de bewindvoerder dan ook terecht in rechte betrokken en de kantonrechter heeft de vorderingen van Elan Wonen terecht toegewezen. Elan Wonen heeft geconcludeerd tot bekrachtiging van het bestreden vonnis, met beslissing over de proceskosten.
5.3.
De grief faalt. Het hof overweegt daartoe het volgende.
Anders dan de bewindvoerder stelt, kan uit de stukken niet worden afgeleid dat [X.] bereid was zijn medewerking te verlenen aan de door Elan Wonen gewenste werkzaamheden. Zo staat vast dat [X.] op 28 april 2022 schriftelijk aan Elan Wonen heeft laten weten dat hij niet akkoord gaat met de (renovatie)werkzaamheden. Dat [X.] nadien van gedachten is veranderd en dat aan (de aannemer van) Elan Wonen kenbaar heeft gemaakt, blijkt niet. Daarentegen blijkt uit de (interne) e-mail van 3 februari 2023 van de aannemer van Elan Wonen aan een medewerker van Elan Wonen dat [X.] de aannemer die dag te kennen heeft gegeven dat hij niet bij [X.] naar binnen mocht om het werk op te nemen en dat hij ook niet wil meewerken aan de uitvoering van de werkzaamheden. De bewindvoerder heeft de inhoud van deze e-mail niet weersproken, zodat het hof uitgaat van de juistheid daarvan. Op 3 februari 2023 heeft [X.] dus wederom duidelijk te kennen gegeven niet te zullen meewerken. Dat (de bewindvoerder van) [X.] gehoor heeft gegeven aan de daaropvolgende sommatie van Elan Wonen op 13 februari 2023 om medewerking te verlenen aan de werkzaamheden is ook niet gebleken. Weliswaar heeft de bewindvoerder bij e-mail op 21 februari 2023 – in reactie op een e-mail van
20 februari 2023 van Elan Wonen dat [X.] geen gehoor heeft gegeven aan haar dringende oproep om mee te werken aan de uitvoering van de werkzaamheden en dat hij dat de uitvoerder expliciet heeft laten weten – gevraagd om een verlenging van de in de sommatiebrief van 13 februari 2023 genoemde reactietermijn om een inhoudelijke reactie te kunnen geven, maar uit de stukken blijkt niet dat zij ook daadwerkelijk een inhoudelijke reactie (strekkende tot medewerking) heeft gegeven. De reactie van de bewindvoerder bij e-mail van 23 februari 2023 is namelijk beperkt gebleven tot de mededeling dat een medewerkster van de gemeente [plaats] de communicatie over de lopende kwesties van de woning van [X.] zal overnemen.
5.4.
De bewindvoerder heeft nog aangevoerd dat de kantonrechter niets heeft gedaan met de stelling dat [X.] wel degelijk heeft meegewerkt aan de renovatie. De bewindvoerder verwijst ter onderbouwing van deze stelling naar het (eerst) in hoger beroep door haar overgelegde ‘proces-verbaal voorinformatie’. Het hof volgt de bewindvoerder niet in haar betoog. Uit het proces-verbaal kan weliswaar worden afgeleid dat [X.] op 9 maart 2023 zijn medewerking heeft verleend aan de glaszetter om glas te laten vervangen in zijn keuken, maar daarmee staat nog niet vast dat [X.] zijn medewerking ook zou verlenen aan de andere werkzaamheden. Noch [X.] noch de bewindvoerder heeft immers aan Elan Wonen bericht dat [X.] was teruggekomen van zijn eerdere weigering(en) om mee te werken aan de werkzaamheden. Dit had wel op de weg van de bewindvoerder gelegen, gelet op de sommatie van Elan Wonen. In het licht van de ook door de kantonrechter genoemde wisselende signalen van [X.] richting Elan Wonen, had Elan Wonen voldoende belang bij de door haar ingestelde vorderingen.
5.5.
De omstandigheid ten slotte dat de (cv-ketel in de) woning van [X.] voorafgaand aan de werkzaamheden lange tijd niet goed is onderhouden, dat daardoor een onveilige situatie in de woning is ontstaan, waarop Elan Wonen volgens de bewindvoerder niet adequaat heeft gereageerd en waardoor spanning is ontstaan in de relatie tussen [X.] en Elan Wonen, rechtvaardigt niet dat [X.] niet meewerkt aan de werkzaamheden of deze werkzaamheden vertraagt. Veeleer blijkt uit de gestelde staat van onderhoud de noodzaak van de werkzaamheden (waaronder de vervanging van de cv-ketel), zoals de kantonrechter terecht heeft overwogen.
5.6.
Slotsom is dat de grief geen doel treft. Het vonnis waarvan beroep zal worden bekrachtigd. De bewindvoerder is in het hoger beroep in het ongelijk gesteld en zal daarom worden veroordeeld in de proceskosten in hoger beroep. Het hof stelt deze kosten als volgt vast:
- griffierecht € 783,00
- salaris advocaat
€ 1.214,00(1 punt x tarief II)
Totaal € 1.997,00

6.Beslissing

Het hof:
bekrachtigt het vonnis waarvan beroep;
veroordeelt de bewindvoerder in de kosten van het geding in hoger beroep, tot op heden aan de zijde van Elan Wonen vastgesteld op € 1.997,00;
verklaart de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mr. J.C. Toorman, mr. E.J. Bellaart en mr. I. de Greef en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 16 april 2024.