Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 17 november 2022 te Badhoevedorp, gemeente Haarlemmermeer een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een revolver van het merk Nagant, type M1895, kaliber .38 zijnde een vuurwapen in de vorm van een revolver en/of munitie van categorie III, te weten 7 knalpatronen, voorhanden heeft gehad;
hij op of omstreeks 17 november 2022, te Badhoevedorp, gemeente Haarlemmermeer, althans in Nederland een voorwerp, te weten een geldbedrag van € 8026,75, althans enig geldbedrag, heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet, althans van een voorwerp, te weten voornoemd geldbedrag gebruik heeft gemaakt, terwijl hij, verdachte, wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat bovenomschreven voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf.
Vonnis waarvan beroep
Bewijsoverweging
- Zoals hiervoor is benoemd heeft de verdachte op de dag van zijn aanhouding en in de twee weken daarvoor chatgesprekken gevoerd die kennelijk betrekking hadden op munitie, transacties en (grote) geldbedragen. De verdachte heeft desgevraagd op de terechtzitting in hoger beroep geen verklaring voor deze gesprekken kunnen of willen geven.
- Bij de doorzoeking van de woning van de verdachte is in zijn slaapkamer een geldtelmachine aangetroffen. Ook hiervoor heeft de verdachte geen verklaring kunnen of willen geven.
- De moeder van de verdachte heeft op 19 november 2022 tegenover de politie verklaard dat zij en haar man hadden geconstateerd dat er in de afgelopen anderhalf à twee jaar meerdere malen grotere bedragen op de bankrekening van de verdachte werden gestort en dat er op een gegeven moment 16.000 euro op zijn bankrekening stond. De verdachte heeft zelf geen inkomsten die een dergelijk geldbedrag kunnen verklaren.
- De verdachte heeft zich bij gelegenheid van zijn verhoor door de politie op 18 november 2022, bij de rechter-commissaris op 21 november 2022 en bij de raadkamer gevangenhouding van 23 november 2022 op zijn zwijgrecht beroepen ten aanzien van vragen met betrekking tot het aangetroffen geldbedrag. Pas nádat zijn vader bij de rechter-commissaris al had gesproken over het verdwenen geldbedrag uit de envelop is de verdachte bij de tweede raadkamer gevangenhouding met de verklaring gekomen dat een deel van het inbeslaggenomen geld afkomstig was uit de envelop van zijn ouders.
- Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de verdachte – op de vraag waarom hij het geld van zijn ouders wegnam – verklaard dat hij wilde opscheppen en stoer wilde doen ten opzichte van zijn vrienden met wie hij die avond op straat had afgesproken en het geld daarna weer wilde terugleggen in de kast. Hier staat echter tegenover dat de verdachte eerder bij de rechter-commissaris heeft verklaard dat hij [naam 1] niet kent en ook van de andere bij zijn aanhouding aanwezige jongens niet weet wie wie is en wat hun voornaam is. Dat de jongens elkaar niet kenden, of toch in ieder geval geen vrienden waren, blijkt overigens ook uit de verklaring van één van de andere jongens, [naam 1], die tegenover de politie heeft verklaard dat hij samen met zijn twee vrienden ‘een meeting’ had met een onbekende jongen.
Bewezenverklaring
hij op 17 november 2022 te Badhoevedorp, gemeente Haarlemmermeer een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een revolver van het merk Nagant, type M1895, kaliber .38, zijnde een vuurwapen in de vorm van een revolver en munitie van categorie III, te weten 7 knalpatronen, voorhanden heeft gehad;
hij op 17 november 2022, te Badhoevedorp, gemeente Haarlemmermeer, een voorwerp, te weten een geldbedrag van € 7.940,00, voorhanden heeft gehad, terwijl hij, verdachte, wist dat bovenomschreven voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straffen
Beslag
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
taakstraf, bestaande uit een
werkstrafvoor de duur van
80 (tachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
40 (veertig) dagen jeugddetentie.
126 (honderdzesentwintig) dagen.
90 (negentig) dagen,niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dat noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: