ECLI:NL:GHAMS:2024:886
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Inbreuk op erfdienstbaarheid en ondeelbare rechtsverhouding bij appartementsrechten
In deze zaak gaat het om een geschil over een erfdienstbaarheid die is gevestigd ten gunste van de lage hal van een complex dat is gesplitst in appartementsrechten. De appellanten, eigenaren van de bedrijfsunits in de lage hal, vorderen dat de eigenaren van de appartementsrechten in de hoge hal het glas terugplaatsen dat in 2010 door de toenmalige eigenaar is verwijderd. De procedure is gecompliceerd door het feit dat niet alle eigenaren van de appartementsrechten in de hoge hal aanvankelijk waren gedagvaard. Het hof heeft in een tussenarrest de appellanten de gelegenheid gegeven om deze eigenaren op te roepen, maar de oproeping bleek niet tijdig te zijn, waardoor de appellanten niet ontvankelijk werden verklaard in hun vorderingen. Het hof heeft wel geoordeeld dat de verwijdering van de glaswand een inbreuk op de erfdienstbaarheid vormt, en heeft de gevorderde verklaring voor recht toegewezen, maar de overige vorderingen zijn afgewezen. De appellanten zijn in de proceskosten veroordeeld, zowel in eerste aanleg als in hoger beroep.